Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 juni 2008, van Yukos Capital,
- de akte houdende overlegging producties van 11 februari 2009, met producties, van Yukos Capital,
- het vonnis in incident van 9 juni 2010, waarin het Promneftstroy is toegestaan om tussen te komen, en de daarin vermelde stukken,
- het vonnis in incident van 9 november 2011, waarin de vordering van Promneftstroy tot het overleggen van stukken is afgewezen, en de daarin vermelde stukken,
- het vonnis in incident van 4 juli 2012, waarin primair de exceptie van onbevoegdheid ex artikel 10 juncto 767 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van Promneftstroy en subsidiair de vordering van Promneftstroy tot niet-ontvankelijkverklaring van Yukos Capital is afgewezen, en de daarin vermelde stukken,
- het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 13 mei 2014, waarin het vonnis in incident van 4 juli 2012 is bekrachtigd,
- het arrest van de Hoge Raad van 13 november 2015, waarin het cassatieberoep van Promneftstroy tegen het arrest van 13 mei 2014 is verworpen,
- de akte wijziging van 30 december 2015, met producties, van Yukos Capital,
- de antwoordakte van 13 januari 2016 op akte wijziging van eis tevens houdende verzoek tot (i) aanhouding en (ii) een ruime termijn voor inhoudelijk verweer, met producties, van Promneftstroy,
- de antwoordakte van 27 januari 2016 op verzoek tot aanhouding en een ruime termijn voor inhoudelijk verweer, van Yukos Capital,
- de rolbeslissing van 10 februari 2016, waarin het verzoek is afgewezen,
- de incidentele conclusie van 16 maart 2016 strekkende tot onbevoegdverklaring ex artikel 10 jo. 767 en 1074 Rv, tevens voorwaardelijk incidentele conclusies tot schorsing van het geding resp. tot exhibitie ex artikel 843a, 162 en 22 Rv, met tevens verzoek om uitstel voor conclusie van antwoord, met producties, van Promneftstroy,
- de conclusie van antwoord van 13 april 2016 in het incident strekkende tot onbevoegdverklaring ex artikel 10 jo. 767 en 1074 Rv, tevens voorwaardelijke incidenten tot schorsing van het geding, resp. tot exhibitie ex artikel 843a, 162 en 22 Rv, met tevens verzoek om uitstel voor conclusie van antwoord, met producties, van Yukos Capital,
- de rolbeslissing van 4 mei 2016, waarin is geoordeeld dat op de incidentele vorderingen niet eerst en vooraf wordt beslist,
- de akte van 1 juni 2016 in verband met de rolbeslissing van 4 mei 2016 en verzoek tot heroverweging van de beslissing niet eerst en vooraf te beslissen op Promneftstroys incidenten, van Promneftstroy,
- de rolbeslissing van 15 juni 2016, waarin is geoordeeld dat geen aanleiding bestaat terug te komen van de rolbeslissing van 4 mei 2016,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 27 juli 2016, met producties, van Promneftstroy,
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie van 28 december 2016, met producties, van Yukos Capital,
- het rolbericht van 27 december 2016 van Yukos Capital, luidende dat laatstgenoemde conclusie tevens heeft te gelden als conclusie van antwoord in de tussenkomst,
- de incidentele conclusie van 3 mei 2017 strekkende tot zekerheidstelling ex artikel 224 Rv resp. tot exhibitie ex artikel 843a Rv, met tevens verzoek om uitstel voor conclusie van dupliek, met producties, van Promneftstroy,
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie van 17 mei 2017, met producties, van Promneftstroy,
- de conclusie van antwoord in het incident strekkende tot zekerheidstelling ex artikel 224 Rv resp. tot exhibitie ex artikel 843a Rv tevens conclusie van dupliek in reconventie van 28 juni 2017, met producties, van Yukos Capital,
- de akte uitlating producties in het incident strekkende tot zekerheidsstelling ex artikel 224 Rv resp. tot exhibitie ex artikel 843a Rv van 26 juli 2017, van Promneftstroy,
- de akte vermindering van eis van 6 september 2017, van Promneftstroy, waarbij zij haar incidentele vordering tot zekerheidstelling vermeld in randnummer 6.1 onder a sub (i) van haar incidentele conclusie van 3 mei 2017 heeft ingetrokken,
- de akte uitlating eisvermindering in het incident van 20 september 2017, van Yukos Capital,
- het exploot aanzegging en hervatting ex artikel 225 en 227 Rv van 8 mei 2018, met producties, van Yukos Capital,
- de akte houdende uitlating over het exploot van Yukos Capital Limited tot schorsing en hervatting van het onderhavige geding van 30 mei 2018, met een productie, van Promneftstroy,
- de rolbeslissing van 12 juli 2018, waarin onder meer is geoordeeld dat Yukos Capital S.à.r.l. per 8 mei 2018 als procespartij is vervangen door Yukos Capital Limited,
- het proces-verbaal van de pleidooien, gehouden op 5 en 6 september 2018, en de daarin vermelde stukken,
- de brief van mr. Meerdink van 30 september 2018 en de brief van mr. Ouwehand van 1 oktober, beide naar aanleiding van het proces-verbaal van de pleidooien, gehouden op 5 en 6 september 2018.
2.De feiten
Het Yukos-concern
Treasuryvan Yukos Oil.
Chief Financial Officervan Yukos Oil.
Presidentvan Yukos Oil. In beide addenda is bepaald:
late payment noticeaan Yukos Oil gestuurd ten aanzien van de rente op de lening van december 2003, waarin onder meer is vermeld:
Chief Financial Officer[naam 2] , heeft daarop bij brief van 12 november 2004 aan Yukos Capital geschreven:
late payment noticeaan Yukos Oil gestuurd, waarna geen betaling van rente is gevolgd. Yukos Capital heeft op 11 november 2005 een formele
notice of defaultaan Yukos Oil gestuurd, waarin is vermeld:
reconciliations of mutual liabilityondertekend waarin is vermeld welke bedragen Yukos Capital uit hoofde van de leningsovereenkomsten te vorderen had.
Chief Executive Officer[naam 3] , heeft bij brief van 12 juli 2006 aan Yukos Capital bevestigd:
freezing orders, als gevolg waarvan de activa van Yukos Oil werden bevroren.
actual ownervan de olie en dus als de belastingplichtige ter zake van de met de verkoop daarvan gerealiseerde winst worden beschouwd. Zij stelden zich op het standpunt dat sprake was van schijntransacties tussen de productievennootschappen en de handelsvennootschappen tegen kunstmatig lage prijzen.
Moscow Arbitrazh Courteen verzoek ingediend om ten aanzien van Yukos Oil de Russische insolventieprocedure te openen. Op 14 maart 2006 heeft het consortium haar vordering op Yukos Oil overgedragen aan OJSC Rosneft Oil Company (hierna: Rosneft).
Moscow Arbitrazh Courtde zogeheten waarnemingsprocedure (
supervision procedure) op Yukos Oil van toepassing verklaard, waarbij [naam 4] (hierna: [naam 4] ) als waarnemer (
temporary receiver) werd benoemd.
Moscow Arbitrazh CourtYukos Oil in staat van faillissement (
bankrupt) verklaard, met aanstelling van [naam 4] tot curator (
receiver).
Ninth Arbitrazh Court of Appealhet hoger beroep van Yukos Oil tegen haar faillietverklaring afgewezen, onder meer omdat geen bewijs was overgelegd dat een procedure bij het EHRM aanhangig was gemaakt. Het hoger beroep is buiten aanwezigheid van Yukos Oil behandeld aangezien [naam 4] de (proces)volmachten van de advocaten van Yukos Oil had ingetrokken, en Yukos Oil ook anderszins niet was vertegenwoordigd.
Moscow Arbitrazh Courtgeweigerd de vordering van Yukos Capital uit hoofde van de leningsovereenkomsten toe te laten tot de lijst van schuldeisers in de waarnemingsprocedure. Yukos Capital heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij de
Ninth Arbitrazh Court of Appeal.Bij uitspraak van de
Ninth Arbitrazh Court of Appealvan 28 september 2006 is het hoger beroep geschorst in verband met een strafzaak die voor de beoordeling van belang werd geacht. Bij uitspraak van 20 juli 2007 heeft de
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Regionde behandeling van het cassatieberoep van Yukos Capital tegen de uitspraak van 28 september 2006 aangehouden wegens het ontbreken van volmachten en bewijzen van verzending aan andere procesdeelnemers.
Moscow Arbitrazh Courtgeweigerd de vordering van Yukos Capital uit hoofde van de leningsovereenkomsten toe te laten tot de lijst van schuldeisers.
Ninth Arbitrazh Court of Appealhet hoger beroep van Yukos Capital tegen de uitspraak van 4 december 2006 verworpen.
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Region. Op 24 mei 2007 heeft de curator verzocht om schorsing van deze cassatieprocedure in verband met door hem aanhangig gemaakte procedures tot vernietiging van de leningsovereenkomsten op grond van het Russische equivalent van de Nederlandse faillissementspauliana (artikelen 19, 103 en 129 Russische Faillissementswet). De
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Regionheeft de cassatieprocedure bij uitspraak van 31 mei 2007 geschorst.
Moscow Arbitrazh Courtop 11 oktober 2006 verzocht haar vordering uit hoofde van de 74 orderbriefjes ter grootte van (in hoofdsom) RUB 46.294.208.319 toe te laten tot de lijst van schuldeisers in het faillissement van Yukos Oil. De curator en enkele andere schuldeisers hebben de vordering betwist. De zaak is ter zitting van 27 november 2006 buiten aanwezigheid van Glendale en haar advocaat behandeld. De advocaat van Glendale is voorafgaand aan de zitting niet in kennis gesteld van de (inhoud van de) verweren tegen de vordering.
Moscow Arbitrazh Courtgeweigerd de vordering van Glendale uit hoofde van de orderbriefjes toe te laten tot de lijst van schuldeisers.
Ninth Arbitrazh Court of Appealhet hoger beroep van Glendale tegen de uitspraak van 4 december 2006 verworpen. In de uitspraak is onder meer vermeld dat namens Glendale geen vertegenwoordiger is verschenen in het geding:
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Regionhet beroep van Glendale tegen de uitspraak van 12 maart 2007 verworpen. In deze procedure is Glendale vertegenwoordigd door advocaat A.G. [naam 12] .
Russian Federation Supreme Arbitrazh Courthet verzoek van Glendale om herziening van de uitspraken in de renvooiprocedure (
review on a supervisory basis) afgewezen.
Moscow Arbitrazh Courthet verzoek van Glendale om teruggave van de in de renvooiprocedure gedeponeerde orderbriefjes afgewezen.
Moscow Arbitrazh Courtbeslist dat het faillissement van Yukos Oil is geëindigd. Hoewel (onder meer) Yukos Capital hoger beroep had ingesteld tegen dat vonnis, heeft de curator die uitspraak op 21 november 2007 ingeschreven in het Russische handelsregister. Als gevolg hiervan is Yukos Oil naar het toepasselijke Russisch recht opgehouden te bestaan.
Ninth Arbitrazh Court of Appealgeoordeeld dat hoger beroep niet mogelijk was omdat Yukos Oil volgens de wettelijke regels was geliquideerd.
3.Het geschil
in conventie
enerzijdsPromneftstroy en de heren [naam 5] en [naam 6] , alsmede Yukos Finance zoals door dezen vertegenwoordigd en
anderzijdsde heren [naam 7] en [naam 2] , alsmede Yukos Finance zoals door dezen vertegenwoordigd, met kracht van gewijsde zal zijn beslist over de vraag of de door [naam 7] cum suis opgeworpen openbare-orde-exceptie al dan niet in de weg staat aan de geldigheid van de verkrijging door Promneftstroy van de aandelen in Yukos Finance ingevolge de verkoop en levering ervan aan haar door Yukos Oil’s curator [naam 4] , en
4.De beoordeling
ab initionietig waren naar het volgens de aanvankelijke rechtskeuze toepasselijke Russisch recht.
in haar hoedanigheid van verkrijger van de aandelen(welke hoedanigheid in het kader van dat incident in cassatie niet meer in geschil was) aangemerkt als de enig overgebleven belanghebbende met betrekking tot de beslagen aandelen en met betrekking tot de vraag of de vorderingen waarvoor het beslag is gelegd toewijsbaar zijn.
collateral estoppeltot hetzelfde oordeel moet komen (omdat de feitelijke vaststellingen van de Russische rechter vaststaan nu het om identieke kwesties gaat).
collateral estoppelmaakt deel uit van het News Yorks procesrecht, dat - zoals hiervoor onder 4.8 overwogen - niet van toepassing is.
a prioriaan de renvooibeslissingen is gebonden. Die renvooibeslissingen zijn een rechtstreeks gevolg van het buitenlandse faillissement. Het territorialiteitsbeginsel brengt daarom mee dat die beslissingen niet in de weg staan aan verhaal in Nederland door onvoldane schuldeisers.
telephone justice,waarbij rechters van hogerhand te horen krijgen hoe zij moeten beslissen in zaken die het staatsbelang aangaan, wordt de rechtspraak beïnvloed door de uitvoerende macht.
Moscow Arbitrazh Courtzijn afgewezen (de leningen zijn niet opeisbaar en betreffen eigen geld van Yukos Oil, dat in het kader van belastingontduiking
offshorewas geplaatst) zijn onjuist. De opeisbaarheid was niet in geschil en iedere motivering voor de overweging dat het uitgeleende geld van Yukos Oil was, ontbrak.
Moscow Arbitrazh Court) en dezelfde rechter ( [naam 10] ) in eerste aanleg wel toegelaten werd in het faillissement van Yukos Oil. Ook een vordering van Rosneft, die eveneens gebaseerd was op door Yukos Oil uitgegeven orderbriefjes, is met verwijzing naar het abstracte karakter van het waardepapier door een andere Russische rechtbank (
Samara Oblast Arbitrazh Court)bij uitspraak van 21 mei 2007 toewijsbaar geoordeeld. Het verweer van Promneftstroy dat de renvooibeslissingen inzake FPH toch gerechtvaardigd zijn omdat de onderliggende transacties nietig zijn, vindt geen steun in de wet en ook niet in de overwegingen die aan die beslissingen ten grondslag zijn gelegd.
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Region). Toch zijn de beslissingen van de feitenrechters in cassatie bekrachtigd. Deze beslissingen van de feitenrechters zijn echter onjuist, omdat de bewijslast voor de bevoegdheid van [naam 1] ten onrechte bij FPH is gelegd en FPH ten onrechte de mogelijkheid is onthouden om op dit punt bewijs te leveren. De renvooibeslissingen getuigen aldus van willekeur en kennelijke onredelijkheid en zijn daarmee in strijd met de beginselen van een behoorlijke rechtspleging.
Arbitrazh Court of Moscowvan teruggave aan FPH van de originele, aldaar door haar gedeponeerde orderbriefjes is onbegrijpelijk.
Gazprombank).
telephone justiceis niet hard gemaakt. De invallen bij advocaten en andere adviseurs in het kader van de strafzaak tegen Yukos Oil zijn (ook in het Westen) niet ongebruikelijk en behelzen geen schending van het recht op een eerlijk proces. [naam 8] heeft immers ook na de invallen bij haar op kantoor en thuis van augustus 2006 op 6 oktober 2006 nog een tweede verzoek tot verificatie van de vordering van Yukos Capital ingediend bij de
Moscow Arbitrazh Court. De door Yukos Capital als productie 176 overgelegde verklaring van [naam 11] van 2 augustus 2018 kan niet tot het bewijs bijdragen, aangezien hij ten aanzien van de gebeurtenissen na 5 april 2006 niet uit eigen waarneming kan verklaren. Hij had vanaf die datum immers de Russische Federatie verlaten. Bovendien zijn in de bijlagen bij zijn verklaring grote delen zwart gelakt en ontbreken de originele teksten bij sommige vertalingen. Dit betreft in het bijzonder bijlage 12, een brief van november 2006 van de gemachtigde van Yukos Capital aan de
Moscow Arbitrazh Court, waarin wordt meegedeeld dat Yukos Capital, als gevolg van de op haar raadslieden door het Openbaar Ministerie uitgeoefende druk, niet in staat is om een advocaat te vinden die op 27 november 2006 ter zitting namens haar verweer kan voeren. Yukos Capital heeft ook geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een verzoek tot wraking of herziening in te dienen.
Moscow Arbitrazh Courtheeft nagelaten om Yukos Capital in kennis te stellen van de door de curator tegen erkenning van haar vordering ingebrachte bezwaren, geldt dat FPH daar zelf bij de
Moscow Arbitrazh Courtkennis van had kunnen nemen. Yukos Capital is bovendien bij de zitting van de
Federal Arbitrazh Courtgewoon verschenen, ondanks door haar ervaren van overheidswege uitgeoefende druk. Dat het faillissement van Yukos Oil al bij uitspraak van 15 november 2007 was beëindigd voordat het herzieningsverzoek van FPH betreffende de renvooibeslissing, waarbij haar vordering niet is toegelaten in het faillissement, was beoordeeld (en afgewezen wegens een gebrek aan cassatiemerites), wijst niet op een oneerlijk proces.
Moscow Arbitrazh Court(rechter [naam 10] ) van 19 juli 2006 (zie 2.22) niet toegelaten tot de lijst van erkende vorderingen in de waarnemingsprocedure van Yukos Oil, aangezien vervroegde opeising van de leningen (op de grond dat Yukos Oil als gevolg van naheffingsaanslagen niet meer in staat zou zijn tot tijdige terugbetaling van de leningen) niet toelaatbaar werd geacht, hoewel Yukos Oil de opeisbaarheid had erkend.
Moscow Arbitrazh Court(rechter [naam 10] ) is het verzoek afgewezen, wederom met de overweging dat de vorderingen niet opeisbaar waren en dat het geleende geld in werkelijkheid toebehoorde aan Yukos Oil.
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Regionvan 31 mei 2007 (zie 2.26) geschorst in afwachting van de uitkomst van twee door de curator gestarte procedures tot ongeldigverklaring van de leningen van Yukos Capital. Door het beëindigen van het faillissement van Yukos Oil is in de procedures tot ongeldigverklaring van de leningen nooit uitspraak gedaan. Daardoor is ook in het cassatieberoep tegen de uitspraak van 22 februari 2007, waarbij de uitspraak van 4 december 2006 is bekrachtigd, nooit een einduitspraak gedaan. Een negatieve declaratoire beslissing (zoals de uitspraak van 4 december 2006, inhoudende dat de vorderingen van Yukos Capital niet worden toegelaten tot de lijst van schuldeisers in het faillissement) komt pas voor erkenning in aanmerking (in die zin dat daaraan in een Nederlandse procedure het gevolg wordt verbonden dat de vordering wordt afgewezen) als daarover met gezag van gewijsde is beslist. Door de schorsing en het (als gevolg van beëindiging van het faillissement) niet meer hervatten van de renvooiprocedure is dat stadium niet bereikt. Het is onaanvaardbaar om in een dergelijk geval door oneigenlijke erkenning toch (in feite) gezag van gewijsde toe te kennen aan de beslissing van 22 februari 2007.
Ninth Arbitrazh Court of Appealbij uitspraak van 4 december 2007 (zie 2.37) niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen de (volgens haar voortijdige) beëindiging van het faillissement van Yukos Oil, omdat niet geappelleerd kan worden tegen een beslissing tot beëindiging van een faillissement indien de schuldenaar volgens de wettelijke regels is geliquideerd. (“
Whereas the debtor has been liquidated in the manner prescribed by law, the ruling that has finalised the bankruptcy proceedings against the debtor pursuant to Article 149 of the Federal Law On Insolvency (Bankruptcy) cannot be appealed”). Op dat moment was in de renvooiprocedure van FPH echter nog geen einduitspraak gedaan; de procedure bij de
Russian Federation Supreme Arbitrazh Court, die eindigde met de uitspraak van 19 december 2007 (zie 2.31), was immers nog niet voltooid. Het faillissement van Yukos Oil is derhalve beëindigd terwijl nog niet op het verzoek tot herziening van de renvooibeslissing inzake FPH was beslist.
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Regionniet-ontvankelijk verklaard met als overweging:
Moscow Arbitrazh Court(rechter [naam 10] ) is bepaald dat de vorderingen van FPH niet voor toelating in het faillissement in aanmerking komen om drie redenen:
Moscow Arbitrazh Courtverzonden brief, waarin gemeld wordt dat geen advocaat zal verschijnen, luidt voor zover thans van belang als volgt:
executive vice presidentvan Yukos Oil, teneinde het bedrijf behulpzaam te zijn bij het voeren van verweer in de insolventieprocedure. Op 6 april 2006 werd [naam 15] echter gearresteerd en verdween hij voor jaren in de gevangenis. De arrestatie van [naam 15] vond plaats toen [naam 11] voor overleg in Londen was en was aanleiding voor laatstgenoemde om niet meer terug te keren naar de Russische Federatie. Hoewel [naam 11] dus vanaf april 2006 in Londen verbleef, bleef hij verantwoordelijk voor de aansturing van de juristen van Yukos Oil en de advocaten (zoals [naam 8] en [naam 9] ) in de Russische Federatie en hield hij toezicht op de vele juridische procedures waarbij het Yukos-concern betrokken was. Daarmee is dan ook verklaard hoe [naam 11] ook na april 2006 aan zijn gedetailleerde kennis betreffende de behandeling van Yukos Oil, haar medewerkers en advocaten komt. Het verweer van Promneftstroy dat de verklaring van [naam 11] niet geloofwaardig is omdat hij ten tijde van de gebeurtenissen waarover hij verklaart buiten de Russische Federatie verbleef is dan ook te summier en overtuigt niet. Ook het verweer dat onderdelen van de door [naam 11] overgelegde bijlagen zijn zwartgemaakt wordt niet gevolgd. Zonder toelichting is niet goed te begrijpen waarom de wel leesbare gedeelten niet of minder overtuigend zouden zijn. Daarmee staat vast dat Yukos Capital en FPH als gevolg van grove intimidatie van hun juristen en advocaten langere tijd van juridische bijstand en advies verstoken zijn geweest. Het gevolg daarvan was dat het geschil betreffende de erkenning van de vorderingen van Yukos Capital en FPH in feitelijke instanties is behandeld zonder dat zij afdoende juridische bijstand hadden (en zonder dat zij op de hoogte waren van de verweren van de curator en de overige schuldeisers).
The appellant, being duly informed of the time and place of the appeal
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Regionvan 25 juli 2007 (zie 2.30) bekrachtigd. FPH werd blijkens het vonnis toen wel bijgestaan door een advocaat, te weten [naam 12] . De cassatierechter overwoog, voor zover van belang:
“The court of cassation does not have the right to prejudge issues of the reliability or unreliability of evidence that was already assessed by the lower court or court of appeals”.
well-grounded”)waren volgens de
Federal Arbitrazh Court of the Moscow Region. De gerechten die betrokken waren bij de door Yukos Capital en FPH gevoerde procedures hebben vervolgens nagelaten om de door het optreden van de Russische overheid verstoorde balans te herstellen. Zij hebben niet voorkomen dat de door Yukos Capital aanhangig gemaakte renvooiprocedure door toedoen van de curator of anderszins blijvend is geschorst, waardoor nooit een definitief oordeel is verkregen over haar renvooivorderingen. FPH werd niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen de beëindiging van het faillissement van Yukos Oil in feite omdat de vereffening al was voltooid (
“Whereas the debtor has been liquidated in the manner prescribed by law, the ruling that has finalised the bankruptcy proceedings (…) cannot be appealed”), hoewel op het verzoek tot herziening van de renvooibeslissing(en) van FPH nog niet was beslist. De tegenwerking en het ontbreken van een effectieve remedie daartegen blijkt voorts uit het gegeven dat het verzoek van FPH om teruggave van de door haar gedeponeerde orderbriefjes werd geweigerd met een zodanig onbegrijpelijke redenering dat deze niet anders kan worden verklaard dan door een gebrek aan onafhankelijkheid. De overweging luidt: “
Laws of the Russian Federation currently in effect do not prohibit releasing the originals of documents from case files. However, in light of the considerable nominal value of the promissory notes, the court is unable to send the originals of the promissory notes by post to the British Virgin Islands. According to Part 1 of Article 65 of the RF Arbitrazh Procedure Code, every person/entity involved in case proceedings must prove the circumstances cited by this person/entity as grounds for its claims or objections. In light of this, the motion of Glendale Group Limited cannot be granted)”. Er werd immers geen verweer gevoerd tegen teruggave van de orderbriefjes, zodat niet valt in te zien waarom FPH onvoldoende heeft aangevoerd om teruggave van de door haar gedeponeerde orderbriefjes te rechtvaardigen.
I am under a pressure beyond compare. Ministry people were out to influence me for a verdict as I was considering one of the many ministry suits against the Yukos-to redress a miserly two thousand roubles.”) of zelfs Armenië ( [naam 17] , die onder ede heeft verklaard dat een door hem op 23 februari 2011 uitgesproken vonnis niet door hemzelf is geschreven, maar hem is aangereikt op een USB-stick door een rechter van het Armeense Hof van Cassatie) om een voor de staat of een staatsbedrijf gunstig vonnis te verkrijgen, tonen aan dat in procedures betreffende aan Yukos Oil gelieerde vennootschappen en personen, een eerlijk proces geen vanzelfsprekendheid was. In verklaringen van voormalige rechtbankmedewerkers [naam 18] en [naam 19] is beschreven hoe ook rechter [naam 20] , die de strafzaak van [naam 21] behandelde, het door hem gewezen vonnis niet zelf schreef maar van hogerhand aangereikt kreeg en hoe rechters werden beloond of bestraft, al naar gelang hun uitspraak de machthebbers (
senior officials)beviel of niet. Het is de rechtbank bekend dat rechter [naam 20] deze gang van zaken heeft ontkend, maar uit een verklaring van 20 mei 2008 van de toenmalige president van de Russische Federatie [naam 22] blijkt dat dit gebrek aan onafhankelijkheid indertijd ook binnen de Russische Federatie als een breed en serieus probleem werd gezien:
Presidenten de
Financial Directordan wel personen die door hen gevolmachtigd zijn.
Treasuryvan Yukos Oil. In de overeenkomst is vermeld dat [naam 1] handelde krachtens twee volmachten, te weten de volmachten met nummers 219/02 en 19c-782 die door Yukos Capital zijn overgelegd. Uit deze volmachten blijkt dat [naam 1] door zowel de
Presidentals de
Chief Financial Officervan Yukos Oil was gevolmachtigd. Daarom is voldaan aan de statutaire bepalingen en was Yukos Oil rechtsgeldig vertegenwoordigd bij het aangaan van deze leningsovereenkomst.
Chief Financial Officervan Yukos Oil
.In de leningsovereenkomst is vermeld dat hij tevens handelde krachtens een volmacht met nummer Y-23/04. Promneftstroy heeft de rechtsgeldigheid van deze volmacht niet betwist. Derhalve was Yukos Oil ook ten aanzien van deze leningsovereenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd.
Presidentvan Yukos Oil. Yukos Capital heeft terecht betoogd dat de addenda enkel zien op het wijzigen van de rechtskeuze en de wijze van geschilbeslechting. Zij hebben dus geen betrekking op transacties betreffende eigendom of gelden van Yukos Oil, zodat de statutaire bepalingen waarop Promneftstroy zich beroept niet van toepassing zijn. Ook van de addenda kan dus niet worden vastgesteld dat zij onbevoegd zijn aangegaan en op die grond niet geldig zouden zijn.
mocken
shamtransacties in de zin van artikel 170 RBW. Naar New Yorks recht kan een contract dat in strijd is met het recht van de plaats van uitvoering (lees: Russisch recht) niet worden afgedwongen, aldus Promneftstroy.
dwingendebepalingen van het recht van een ander land waarmee het geval nauw verbonden is (lees: Russisch recht),
indien en voor zover deze bepalingen volgens Russisch recht toepasselijk zijn, ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst. Het gaat dan om zogenaamde voorrangsregels. Promneftstroy heeft evenwel niet toegelicht dat de betreffende bepalingen uit het Russisch Burgerlijk Wetboek moeten worden gekwalificeerd als voorrangsregels in de zin van artikel 7 lid 1 EVO.
transfer pricingcorrect toegepast en de Russische belastingautoriteiten waren volledig op de hoogte van de concernstructuur van Yukos Oil inclusief de handelsvennootschappen, aldus Yukos Capital. Ook indien Yukos Oil te weinig winstbelasting zou hebben betaald, geldt dat de naheffingsaanslagen
fiscalecorrecties zijn en dat daarmee nog geen sprake is van
strafbarebelastingfraude, terwijl evenmin een ander misdrijf is aangetoond. Bij gebreke van een gronddelict kan geen sprake zijn van witwassen. Verder betwist Yukos Capital de illegale herkomst van de door haar aan Yukos Oil uitgeleende gelden.
[naam 21] en [naam 25] /Ruslandmaakt de rechtbank op dat aan hen in eerste instantie fraude en verduistering in verband met de privatisering van Apatit (een niet aan Yukos Oil gerelateerde entiteit) ten laste is gelegd. De tenlastelegging is later aangevuld maar Promneftstroy heeft onvoldoende toegelicht dat deze aanvullingen betrekking hebben op de door haar gestelde winstbelastingfraude en de naheffingsaanslagen die in deze procedure aan de orde zijn. Het tweede strafvonnis betreft evenmin een veroordeling voor winstbelastingfraude (maar voor het stelen of verduisteren en witwassen van olie).
doordatbelasting is ontdoken, geldt immers als van misdrijf afkomstig. Vast staat dat binnen het concern olie is geproduceerd die uiteindelijk is verkocht aan marktpartijen. Ook indien over de verkoopopbrengst van olie te weinig winstbelasting is afgedragen, brengt dat niet mee dat die gehele verkoopopbrengst zwart geld betreft of afkomstig is van belastingfraude.
treasuryactiviteiten en Russische en buitenlandse handelswinsten. Promneftstroy heeft daartegenover niet specifiek onderbouwd dat de gelden die Brittany heeft uitgeleend aan Yukos Capital afkomstig zijn uit zwarte gelden van Yukos Oil. De algemene stelling van Promneftstroy dat Brittany dividend ontving van Brill, die weer dividend ontving van Moonstone, die weer dividend ontving van Nassaubridge, die weer dividend ontving van de handelsvennootschap Fargoil, is daartoe niet voldoende. Gesteld noch gebleken is immers dat al deze vennootschappen geen legale inkomsten hadden, terwijl gelet op de verkoop van geproduceerde olie aan marktpartijen (zie 4.40) bovendien vast staat dat ook Fargoil zelf legale inkomsten had. Ook de verklaringen van [naam 26] en [naam 27] zien niet specifiek op de herkomst van de gelden die Brittany heeft uitgeleend aan Yukos Capital.
zelfniet zijn aangegaan met het oogmerk om belasting te ontduiken. De door Promneftstroy aangehaalde jurisprudentie die betrekking heeft op overeenkomsten die zijn aangegaan teneinde belasting te ontduiken, behoeft derhalve geen behandeling.
a fraudulent scheme’ jegens schuldeisers (waaronder de Russische belastingdienst). Zij beroept zich in dit verband op Section 4(a) van de Uniform Fraudulent Transfer Act (1984), die deel uitmaakt van New Yorks recht, en waarin is bepaald:
5.De beoordeling in de incidenten
generally accepted accounting principles(GAAP);