In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 november 2018 een herstelvonnis gewezen in een geschil tussen verschillende besloten vennootschappen, waaronder Yin Yang Exploitatie B.V. en ING Bank N.V. Het herstelvonnis betreft een verzoek van de eiseressen om verbetering en aanvulling van een eerder vonnis dat op 2 november 2018 was gewezen. De eiseressen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. F.J.H.M. Berndsen, stelden dat er een kennelijke fout was gemaakt in het dictum van het eerdere vonnis, waarin werd geoordeeld dat de opzegging van de bankrelatie met hen onaanvaardbaar was, maar dat Vocu B.V. niet onder deze bescherming viel. De voorzieningenrechter oordeelde dat deze fout eenvoudig te herstellen was en heeft het dictum aangepast zodat ING werd veroordeeld om de bankrelaties met alle eiseressen, inclusief Vocu, te continueren. Daarnaast hebben de eiseressen verzocht om aanvulling van het vonnis met betrekking tot de mogelijkheid om contante inkomsten die sinds 10 maart 2017 niet meer konden worden afgestort, alsnog te kunnen afstorten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen beslissing was genomen over deze vordering en heeft ING veroordeeld om de afstorting van deze contante inkomsten toe te staan, mits deze inkomsten uit entreegelden en baromzet blijken uit de boekhouding van de eiseressen. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. C.M.E. de Koning, bijgestaan door griffier mr. E.R. Mac-Donald.