Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Tribunal Judicial da Comarca de Lisboa(Portugal) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Op een niet concreet achterhaalde datum maar zeker sinds oktober 2002”. Tevens is het strafbare feit zelf onvoldoende specifiek omschreven. Onduidelijk blijft hoeveel tabletten zouden zijn gestuurd. Evenmin blijkt of de in de woning aangetroffen tabletten allemaal afkomstig zijn van de opgeëiste persoon. Dit speelt te meer, nu de moeder van de opgeëiste persoon reeds in 2004 onherroepelijk voor deze feiten is veroordeeld.
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
Tribunal Judicial da Comarca de Lisboa Juizo Central Criminal de Lisboa - Juiz 16heeft bij brief van 16 oktober 2018 de volgende garantie gegeven:
“hemayserve his sentence”. Dit is geen harde garantie. Daarnaast wordt enkel gesproken over een “
prison sentence”. Echter, een vrijheidsbenemende maatregel dient eveneens in Nederland te mogen worden ondergaan. Tot slot is “
his country of origin” een problematische formulering. Hoewel de opgeëiste persoon sinds zijn 8e levensjaar in Nederland woont en hij de Nederlandse nationaliteit heeft, is Portugal zijn “
country of origin” omdat hij daar is geboren. Kennelijk heeft Portugal nog geregistreerd staan dat de opgeëiste persoon de Portugese nationaliteit heeft. Het is dan ook niet ondenkbaar dat hij na een eventuele veroordeling zijn straf in Portugal moet uitzitten, ongeacht deze terugkeergarantie.
country of origin” is overgenomen uit de wettekst, waarna in de laatste zin van de garantie staat dat hij de straf in Nederland mag uitzitten. Zeker indien de garantie tezamen met de vraag van het Internationaal Rechtshulp Centrum (IRC) – waarin gevraagd is om te garanderen dat de opgeëiste persoon zijn eventuele straf in Nederland mag uitzitten – wordt gelezen, kan hier geen twijfel over bestaan.
country of origin’ Nederland moet worden begrepen. De rechtbank verwerpt het verweer.
Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder e, sub 1 OLW
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a OLW
- het bewijs en de stukken bevinden zich in Portugal;
- de verdovende middelen waren bestemd voor doorverkoop op de Portugese markt waardoor de rechtsorde in Portugal rechtstreeks is aangetast;
- de verdovende middelen zijn Portugal ingevoerd;
- de verdovende middelen zijn in Portugal inbeslaggenomen;
- de medeverdachte bevindt zich in Portugal en is daar reeds veroordeeld.
Artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest)
27 januari 2018 en de reactie van de Portugese autoriteiten op de bevindingen van het CPT van 27 februari 2018.
Muršić/Kroatië), heeft de rechtbank overwogen dat reeds vanwege de door het CPT geconstateerde beperkte individuele ruimte een reëel gevaar bestaat dat detentie in genoemde detentie-inrichtingen in strijd komt met artikel 4 van het Handvest.
Directorate-General for Reintegration and Prison Servicesonder meer medegedeeld:
Declaration of Commitmentverstrekt, waarin de volgende toezegging betreffende de penitentiaire inrichting Lissabon werd gegeven:
Declaration of Commitmentde navolgende waarborgen en verduidelijkingen gegeven (onderstreping door de rechtbank):
detentie-instelling in Lissabon” (alleen)
Lisbon Central Prisonwordt bedoeld. Voornoemde toezeggingen hangen namelijk samen met het eerdere CPT-rapport van 2013 en een verslag van de Portugese Ombudsman dat ziet op een bezoek aan de Penitentiaire Inrichting in Lissabon van 19 januari 2016, waarin is geconcludeerd dat er in het algemeen een reëel gevaar bestaat dat personen die in de uitvaardigende lidstaat in de penitentiaire inrichting in Lissabon zijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld. In het CPT-rapport van 2013 is alleen aandacht besteed aan
Lisbon Central Prison, in tegenstelling tot het CPT-rapport van 2018, waarin tevens de
Lisbon Judicial police prisonis bezocht. Met betrekking tot laatstgenoemde detentie-instelling doet het CPT in het rapport van 2018 weliswaar op bepaalde vlakken aanbevelingen, maar overweegt niet dat gedetineerden aldaar eveneens gevaar lopen op een onmenselijke of vernederende behandeling – in tegenstelling tot gedetineerden in
Lisbon Central Prison.
Lisbon Central Prisonook op het onderhavige overleveringsverzoek van toepassing zijn – nu onder 1 in de brief van 18 oktober 2017 is opgenomen dat de toezeggingen gelden ten aanzien van alle bestaande én toekomstige zaken waarin de tenuitvoerlegging van een EAB leidt tot overlevering naar Portugal van een opgeëiste persoon.
Lisbon Central Prisononmenselijk of vernederend zullen worden behandeld, voor de opgeëiste persoon is weggenomen.
9.Artikel 7 van het Handvest
family lifeals bedoeld in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) en het corresponderende artikel 7 van het Handvest. De partner van de opgeëiste persoon heeft darmkanker gehad en moet preventief operaties ondergaan om erger te voorkomen. Zij is thans herstellende van een preventieve operatie waarbij haar baarmoeder en eierstokken zijn verwijderd. Daarnaast zijn de opgeëiste persoon en zijn partner ondernemers en hebben zij samen een zoontje. Wanneer de partner een operatie moet ondergaan, moet de opgeëiste persoon de zorg voor hun zoontje dragen.
right to family lifewordt gemaakt.
10.Evenredigheid
11.Slotsom
12.Toepasselijke wetsartikelen
13.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Tribunal Judicial da Comarca de Lisboaten behoeve van het in Portugal tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.