ECLI:NL:RBAMS:2018:7612
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek om voorlopige voorziening inzake intrekking bijstandsuitkering en terugvordering te veel ontvangen bijstand
Op 26 oktober 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaken AMS 18/6184 en AMS 18/6297, waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Ettalhaoui, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. C.J. Telting, als verweerder had. De zaak betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van verzoeker met ingang van 13 maart 2018, omdat hij op die datum is gehuwd en er geen sprake zou zijn van duurzaam gescheiden leven. De gemeente heeft ook een bedrag van € 4.031,62 aan te veel ontvangen bijstand teruggevorderd. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij sinds 1 september 2018 geen inkomen heeft en niet over vermogen beschikt.
De voorzieningenrechter heeft beoordeeld of verzoeker en zijn echtgenote duurzaam gescheiden leven in de zin van de Participatiewet. De rechter concludeert dat er geen sprake is van duurzaam gescheiden leven, omdat verzoeker en zijn echtgenote de intentie hebben om samen te wonen, ondanks praktische en financiële bezwaren. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente verzoeker terecht als gehuwd heeft aangemerkt en dat de intrekking van de bijstandsuitkering rechtmatig is.
Met betrekking tot de terugvordering van de te veel ontvangen bijstand, oordeelt de voorzieningenrechter dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de gemeente hem uitstel van betaling heeft verleend tot 1 februari 2019. De verzoeken om voorlopige voorzieningen worden afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 oktober 2018.