Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 mei 2018 in de zaak tussen
Stichting Wijkopbouworgaan d’Oude Stadt, te Amsterdam, eiseres,
Stichting Amsterdam Gay Pride, vergunninghouder, gevestigd te Amsterdam.
Procesverloop
Overwegingen
overcrowding, aldus de burgemeester.
beoordeling van de belangenafweging
“elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht”. Nog los van de vraag of Pride binnen een zekere begrenzing plaatsvindt, nu dit evenement verspreid over een groot deel van de Amsterdamse binnenstad in de openbare ruimte plaatsvindt en dus niet of nauwelijks daadwerkelijk fysiek begrensd kan worden, is Pride naar het oordeel van de rechtbank geen bedrijvigheid die pleegt te worden verricht. Omdat Pride slechts eenmaal per jaar – elk jaar op andere data in juli en augustus – gedurende een korte periode van negen dagen (exclusief op- en afbouw) plaatsvindt, de omvang en invulling van het evenement jaarlijks wijzigt en er voor het evenement geen permanente podia of geluidsinstallaties worden geplaatst, kan Pride niet als een bedrijvigheid worden aangemerkt die met voortduring, gedurende een langere periode achtereen, of met een zekere regelmaat wordt verricht. [7] Gelet hierop zijn de volgens het Wijkcentrum strengere geluidsnormen die gelden voor een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, wat hier ook van zij, niet van toepassing op het evenement Pride.
“Bij evenementen met versterkt geluid worden de volgende richtlijnen gehanteerd: - evenementen tot drie dagen worden vergund tot ten hoogste 24:00 uur; - evenementen tot vijf dagen worden vergund tot ten hoogste 22:00 uur.” [10] Anders dan het Wijkcentrum is de rechtbank van oordeel dat de duur van de evenementen van Pride – dus de plein- en straatfeesten zelf – maatgevend zijn, en niet de duur van Pride op zichzelf. Aangezien er tijdens Pride 2017 ten hoogste twee straat- of pleinfeesten op dezelfde locatie zijn vergund, is de evenementenvergunning verleend volgens deze richtlijnen. Dat Pride 2017 als evenement in het geheel wel meer dan drie dagen duurde, maakt niet dat het niet binnen deze richtlijnen valt, omdat sprake was van verschillende locaties.
crowdmanagementwenselijk is om dergelijke eindtijden voor het merendeel van de straat- en pleinfeesten te vergunnen. Wanneer alle straat- en pleinfeesten gelijktijdig om 22.00 uur zouden stoppen, is er volgens de burgemeester geen natuurlijke uitloop van bezoekers tussen 22.00 uur en 24.00 uur. Bij het stoppen van de versterkte muziek om 24.00 uur zal een deel van de bezoekers al vertrekken en het andere deel van de bezoekers na het sluiten van de bar om 1.00 uur, aldus de burgemeester. Met dit alles wordt voorkomen dat bezoekers massaal huiswaarts keren, iets wat de stad niet kan verwerken. Gezien deze motivering heeft de burgemeester naar het oordeel van de rechtbank het belang van
crowdmanagementin redelijkheid kunnen laten prevaleren boven het door het Wijkcentrum gestelde belang van omwonenden om gedurende de avond en nacht gevrijwaard te blijven van geluidshinder. Dit temeer omdat er tijdens Pride 2017 op geen enkele locatie meer dan twee straat- of pleinfeesten waren vergund, waardoor de door het Wijkcentrum gestelde geluidshinder in elk geval qua duur beperkt bleef. Bovendien volgt de rechtbank, gelet op de door de burgemeester gegeven motivering, het Wijkcentrum niet in haar stelling dat de door de burgemeester vergunde eindtijden, inclusief een uitloopuur, voor straat- en pleinfeesten enkel lijken te berusten op de commerciële belangen van de vergunninghouder, Stichting Amsterdam Gay Pride.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2018.