8.2De wetgever heeft in artikel 7:25, anders dan in artikel 7:11, van de Awb geen volledige heroverweging voorgeschreven, maar de omvang van de toetsing in administratief beroep in het midden gelaten. De rechtbank stelt vast dat de algemene raad de weigering van de raad in administratief beroep aan een volledige heroverweging heeft onderworpen aan de hand van de feiten en omstandigheden zoals deze in administratief beroep bekend waren, dus ex nunc. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de algemene raad hiermee niet een onjuiste toets aangelegd. Anders dan eiseres kennelijk meent, vergt de ex nunc toets niet dat de algemene raad zelf overgaat tot feitenvaststelling, maar alleen dat nieuwe feiten en omstandigheden bij de besluitvorming worden betrokken. Of de algemene raad aan zijn besluit voldoende feiten ten grondslag heeft gelegd en daarmee of het bestreden besluit voldoende zorgvuldig is voorbereid, zal de rechtbank hierna beoordelen. Deze beroepsgrond slaagt dan ook niet.
Inhoudelijke beoordeling van de weigering van de stageverklaring
9. Niet in geschil is dat eiseres aan de opleidingseisen van haar stage heeft voldaan.
10. Aan de weigering van de stageverklaring is ten grondslag gelegd dat eiseres niet over voldoende praktijkervaring beschikt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Stageverordening. Meer in het bijzonder heeft eiseres volgens de algemene raad niet aangetoond dat zij er een adequate kantoororganisatie op nahoudt zoals vereist in artikel 6, derde lid, onder b, van de Stageverordening en mist zij de juiste advocatuurlijke attitude. De algemene raad heeft zijn standpunt gebaseerd op de stageverklaringen, e‑mailcorrespondentie tussen eiseres en anderen en brieven aan en van eiseres. De algemene raad heeft ter adstructie verder verwezen naar het verweerschrift, tevens zelfstandig klaagschrift, van [advocaat 1] , kantoorgenoot van de patroon [advocaat 2] .
11. De rechtbank heeft kennisgenomen van het stuk van [advocaat 1] . De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van met name de beginfase van de stage de informatie op meerdere punten niet overeenkomt met andere informatie, bijvoorbeeld de stageverslagen. De rechtbank zal dit stuk, voor zover betwist, alleen als bewijs gebruiken voor zover dat door ander bewijsmateriaal wordt ondersteund.
12. De Afdeling heeft meermaals geoordeeld over een weigering om een stageverklaring te verstrekken, zie bijvoorbeeld de uitspraken van 18 december 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:2430), 1 februari 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BV2412) en 14 oktober 2009 (ECLI:NL:RVS:2009:BK0122). Volgens de Afdeling strekt de eis van voldoende praktijkervaring als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Stageverordening ertoe dat voldoende kennis van en inzicht en vaardigheid in de beroepswerkzaamheden is verkregen. Dit is in het belang van zowel de cliënten van advocaten, als van een goede rechtspleging in haar algemeenheid. De eis omvat volgens de Afdeling dus niet alleen kwantitatieve, maar ook kwalitatieve elementen. Verder dient de bestuursrechter het oordeel van de algemene raad over de vraag of de raad de stageverklaring kon weigeren terughoudend te toetsen, gelet op de beoordelingsruimte die de algemene raad hierbij toekomt. 13. Tijdens de stageperiode is eiseres begeleid door meerdere advocaten, waarvan [advocaat 3] , [advocaat 2] en [advocaat 4] officieel als elkaar opvolgende patroons hebben gefungeerd. In die hoedanigheid hebben zij op respectievelijk 9 december 2013, 8 januari 2015 en 14 juli 2015 stageverslagen opgesteld, die aan eiseres zijn voorgehouden en door haar zijn medeondertekend. Het stageverslag van [advocaat 3] is in algemene zin positief. Dit is ook niet in geschil. In het stageverslag van [advocaat 2] staat onder andere het volgende vermeld:
“Hoe is de opbouw en inrichting van de dossiers?
Wisselend: vaak alles goed/redelijk geordend middels submappen, soms slordig door elkaar heen. […]
Hoe is de beoordeling op dit moment?
Moeilijk in te schatten. Het komend stagejaar is zeer belangrijk. […]
Wat is uw algemene indruk?
Wisselend. Juridische (proces)stukken meestal ruim voldoende. …. ( onleesbaar voor de rechtbank) correspondentie aan cliënten kan beter.”
In het stageverslag van [advocaat 4] staat onder meer vermeld:
“Hoe is de opbouw en inrichting van de dossiers?
Nog geen structuur, nogal rommelig, alles ligt door elkaar; belangrijke brieven (inhoudelijk van aard) niet in dossier; bij nieuwe zaken begonnen met ordelijke inrichting. Kan nog geen oordeel worden gegeven of het lukt. Er ligt nog niet veel in nieuwe dossiers. […]
Hoe is de beoordeling op dit moment?
Dossiers en administratie niet ordelijk. […]
Wat is uw algemene indruk?
Met praktijk gaat het goed, juridische stukken ruim voldoende, correspondentie inhoudelijk ook voldoende. Stagiaire moet nog goede balans vinden tussen verdeling tijd juridische inhoudelijke werkzaamheden en overige (andere dossiers, administratie). […]”
14. Eiseres heeft zich tijdens de zitting op het standpunt gesteld dat zij de stageverslagen slechts voor gezien heeft getekend en niet voor akkoord. Eiseres is het met de inhoud van de verslagen van [advocaat 2] en [advocaat 4] voor zover deze hierboven zijn weergegeven niet eens. Zij stelt zich daarbij op het standpunt dat zij niet eerder in de gelegenheid is gesteld om inhoudelijk op de kritiek van haar patroons te reageren.