Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
voor onbepaalde tijd.
Rechtbank Amsterdam
In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 28 februari 2017, wordt de beslissing over de overlevering van de opgeëiste persoon uitgesteld. Dit besluit is een vervolg op de eerdere uitspraak ECLI:NL:RBAMS:2016:4598. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn voor de overlevering nog niet is verstreken, en dat er ernstige zorgen zijn over de detentieomstandigheden in Roemenië, specifiek in de gevangenis in Craiova-Pelendava. De rechtbank verwijst naar het arrest Muršić/Kroatië van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waarin wordt gesteld dat er factoren zijn die een reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling kunnen aantonen. De rechtbank concludeert dat deze factoren in dit geval niet zijn weerlegd, waardoor de overlevering op dit moment niet kan plaatsvinden. Het onderzoek wordt geschorst en de beslissing over de overlevering blijft voor onbepaalde tijd uitgesteld. De rechtbank benadrukt het belang van de bescherming van de rechten van de opgeëiste persoon en de noodzaak om te waarborgen dat deze persoon niet in een situatie terechtkomt waarin zijn mensenrechten in het geding zijn.