Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Central Investigating Court No. 3 (National High Court)(Spanje) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[adres] , [plaats] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
order of committal to prison dated 04/09/2014.
4.Rechtsmacht van de uitvaardigende lidstaat
(e-mail van 11 april 2016), welke vragen zijn doorgeleid naar de bevoegde justitiële autoriteit in Spanje.
De ‘Central Investigating Court no. 3’ te Madrid heeft hierop bij brief van 12 april 2016 het volgende geantwoord:
5.Strafbaarheid
6.Onschuldverweer
Hij heeft verklaard dat zijn land – Syrië – in oorlog is en dat hij moest vluchten. Hij zag kans om als enige passagier aan boord te komen van het schip, dat later is geënterd. Hij wist echter niets af van de lading verdovende middelen die op dit schip is aangetroffen.
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder b, OLW
- de Spaanse kust is de kust die het meest dichtbij de pleegplaats gelegen is;
- het onderzoek is in Spanje aangevangen;
- de Spaanse autoriteiten hebben door middel van het uitvaardigen van het EAB aangegeven [de opgeëiste persoon] te willen vervolgen;
- medeverdachten van de opgeëiste persoon worden ook in Spanje vervolgd.
Evenmin raakt de stelling dat de actie van de Spaanse marine een wettelijke basis ontbeert, de weigeringsgrond van artikel 13 OLW. Deze stelling betreft een verweer dat voor de Spaanse rechter zal moeten worden gevoerd en kan in dit kader niet leiden tot weigering van de overlevering.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Central Investigating Court No. 3 (National High Court)ten behoeve van het in Spanje tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.