Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.MR. A.G. MOEIJES
MR. C.H. HARTSUIKER
AquaServa Group B.V., gevestigd te Schiphol,
ProCas B.V., gevestigd te Dordrecht,
AquaServa B.V., gevestigd te Schiphol en
Safe Water Solutions B.V., gevestigd te Schiphol,
2.[gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
- Meervoud Management B.V. (hierna: Meervoud), een vennootschap waarvan [naam 2] (hierna: [naam 2] ) alle aandelen houdt, met een aandelenbelang van 50%;
- Rosinaad B.V. (hierna: Rosinaad), een vennootschap waarvan [naam 3] (hierna: [naam 3] ) alle aandelen houdt, met een aandelenbelang van 25%;
- [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ), een vennootschap waarvan [naam 4] (hierna: [naam 4] ) alle aandelen houdt, met een aandelenbelang van 25%.
due diligenceonderzoek uit te voeren.
2.Winst en verliesrekening
3.Afgegeven verklaring
- De omzet juist en volledig is.
- De kostprijs van de omzet volledig en tijdig zijn verantwoord.
- De grootboekrekeningen van de omzet zijn doorgelopen op ongebruikelijke boekingen. (…)
- Op de omzetrekening zijn geen ongebruikelijke boekingen waargenomen. Omdat er echter onzekerheden zijn geconstateerd bij de positie omzet onderhanden werk (…) kan niet beoordeeld worden of de post omzet juist is. (…)
- De omzet over het eerste halfjaar van 2008 is € 2.003.570 en over het eerste halfjaar 2009 € 2.303.777. Dit is een stijging van 15%. De stijging van de omzet wordt voornamelijk veroorzaakt door de mutatie onderhanden werk. (…)
- (…) De grootboekrekeningen van de kostprijs van de omzet zijn doorgelopen op ongebruikelijke boekingen (…)
- De nog te betalen kosten m.b.t. de KP omzet is niet juist (…). Er is (…) een selectie gemaakt door bij alle KP omzet grootboekrekeningen te kijken naar de omschrijving die aan de boeking in het grootboek is meegegeven. Door (slechts) te kijken naar de n.t.f. omzet van Procas aan Aquaserva is al gebleken dat er een bedrag ad €6.746,60 te weinig (nog te betalen) kosten zijn opgenomen. De bijbehorende omzet is dus wel door Procas verantwoord. (…)
- Uiteraard zijn de eventuele ontbrekende nog te betalen kosten van derden niet of nauwelijks door ons vast te stellen.
- Uit bovenstaande opmerkingen blijkt dat er onzekerheden zijn geconstateerd bij de positie kostprijs omzet. Er zijn tevens bevindingen geconstateerd bij de nog te betalen kostprijs omzet. Hierdoor kan niet beoordeeld worden of de post kostprijs omzet juist is.
- Meervoud en Rosinaad hebben hun aandelen AquaServa Group in natura volgestort door inbreng van hun aandelen in de dochtervennootschappen, waarbij AquaServa Group aan Rosinaad een bedrag van € 650.000 heeft betaald. In verband met deze inbreng in natura heeft [gedaagde sub 1] op 13 januari 2010 een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 2:204a BW (oud) afgegeven (hierna: de inbrengverklaring);
- Posu heeft haar aandelen volgestort door storting in contanten ten bedrage van
- € 200.000;
- Op 27 januari 2010 heeft AquaServa Group de aandelen van [bedrijf 1] en TCWF in de dochtervennootschappen overgenomen voor een bedrag van € 2,2 miljoen.
2.Kloppen de producties van [naam 1] ?
3.[naam 1] heeft het bedrijf zelf uitgehold
alle bijlagen (in Word dan wel als pdf-bestand) bij de door [gedaagden gezamenlijk] reeds overgelegde e-mailcorrespondentie en van alle correspondentie van of gericht aan [gedaagden gezamenlijk] aangaande AquaServa Group en de Vennootschappen, waaronder begrepen de correspondentie met de heer [gedaagde sub 2] , alsmede van de kopieën van de dividendbesluiten van de Vennootschappen uit de periode vóór de overname door AquaServa Group;
alle bijlagen (in Word dan wel als pdf-bestand) bij de door [gedaagden gezamenlijk] reeds overgelegde e-mailcorrespondentie en van alle correspondentie van of gericht aan [gedaagden gezamenlijk] aangaande AquaServa Group en de Vennootschappen, waaronder begrepen de correspondentie met de heer [gedaagde sub 2] , alsmede van de kopieën van de dividendbesluiten van de Vennootschappen uit de periode vóór de overname door AquaServa Group.
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.De beoordeling in de hoofdzaak in conventie
Kern van het geschil
samengesteld. Hetzelfde geldt voor de halfjaarcijfers. Ten aanzien van de halfjaarcijfers heeft [gedaagde sub 1] voorts een
beoordelingsverklaringafgegeven. Bij de oprichting van AquaServa Group heeft [gedaagde sub 1] een
inbrengverklaringafgegeven. De richtlijnen voor samenstellings- en beoordelingsopdrachten zijn neergelegd in de Handleiding Regelgeving Accountancy (HRA). De HRA die gold met ingang van maart 2009 kan worden geraadpleegd op https://www.nba.nl/HRAweb/HRA1/200903/index.htm.
een beperkte mate van zekerheid dat de beoordeelde informatie geen onjuistheden van materieel belang bevat(artikel 9). De accountant dient het financiële overzicht kritisch te lezen teneinde te beoordelen of dit is opgesteld op basis van de aangegeven grondslagen van waardering en resultaatbepaling (artikel 21). Indien de accountant redenen heeft om aan te nemen dat de informatie waarop de beoordeling zich richt wellicht onjuistheden van materieel belang zou kunnen bevatten, dient hij in zodanige mate aanvullende of meer uitgebreide werkzaamheden te verrichten dat hij in staat is tot de uitspraak te komen van een negatief geformuleerde beperkte mate van zekerheid of tot de constatering dat een aangepaste formulering van het oordeel in de beoordelingsverklaring noodzakelijk is (artikel 22). Artikel 27 luidt als volgt:
naast de negatief geformuleerde beperkte mate van zekerheid tevens de bedenking tot uitdrukking te brengen; of
indien het effect van een bedenking tegen het financiële overzicht van zodanig wezenlijke betekenis is dat de accountant tot het oordeel is gekomen dat een beoordelingsverklaring met beperking niet toereikend is om het misleidende of onvolledige karakter van het financiële overzicht tot uitdrukking te brengen, een afkeurende beoordelingsverklaring te geven dat het financiële overzicht niet in overeenstemming is met de van toepassing zijnde grondslagen voor de financiële verslaggeving; of
tot uitdrukking te brengen dat er sprake is van een beperking met betrekking tot het negatief geformuleerde oordeel als gevolg van de impact van mogelijke aanpassingen die anders hadden kunnen worden ontdekt als er geen sprake was geweest van een beperking van de scope van de werkzaamheden; of
indien het effect van de beperking van wezenlijke betekenis is tot uitdrukking te brengen dat geen enkele zekerheid wordt verstrekt.”
redelijke mate van zekerheidte bieden. De strekking van de inbrengverklaring is het bieden van een waarborg dat de waarde van de inbreng in natura niet wordt 'opgeblazen', dat wil zeggen een waarborg voor de juistheid van de door de oprichters aan die inbreng toegekende waarde, dit met het oog op de bescherming van zowel aandeelhouders als derden (ECLI:NL:HR:2002:AE8457).
due diligenceonderzoek te doen), behoeft hier verder geen bespreking omdat dit (ook indien juist) de onrechtmatigheid van het handelen (of de wanprestatie) van [gedaagden gezamenlijk] niet teniet doet. Dit verweer kan hooguit een rol spelen bij het vaststellen van de omvang van de door [gedaagden gezamenlijk] te vergoeden schade (op de voet van artikel 6:101 BW, eigen schuld) of eventueel verhaal door [gedaagden gezamenlijk] op Rembrandt (of de voormalig aandeelhouders) in de vrijwaringsprocedure.
tevenshebben nagelaten de opdracht terug te geven.