Conclusie
1.Inleiding en samenvatting
2.Feiten en procesverloop
De raadsman:
1. Procesverloop
2.Beoordeling
3.Bespreking van het cassatiemiddel
eerste klachtvoert aan dat niet blijkt dat de rechtbank heeft onderzocht of betrokkene − nu zij juridische bijstand door de aan haar toegevoegde advocaat ondubbelzinnig heeft geweigerd − toevoeging van een andere advocaat wenste. Voor zover dat wel is gebeurd, heeft de rechtbank niet in haar beschikking vermeld wat het resultaat van dat onderzoek is geweest, aldus de klacht.
tweede klachtgaat uit van de lezing dat de rechtbank van oordeel zou zijn dat toevoeging van een nieuwe advocaat binnen de (resterende) beslistermijn niet mogelijk was. In dat geval blijkt uit hetgeen de rechtbank heeft overwogen niet dat zij van dit oordeel mededeling heeft gedaan aan betrokkene, noch dat zij betrokkene erop heeft gewezen dat haar weigering om zich te laten bijstaan door de toegevoegde raadsman, ertoe kon leiden dat zij bij de behandeling van het verzoek niet door een advocaat zou worden bijgestaan, aldus de klacht.
derde klachtgaat uit van het geval dat de rechtbank betrokkene aldus heeft verstaan dat zij elke bijstand van een advocaat weigert. In dat geval blijkt uit hetgeen de rechtbank heeft overwogen niet dat is voldaan aan de voorwaarden om te kunnen aannemen dat betrokkene afstand heeft gedaan van het recht op rechtsbijstand, aldus de klacht.
de eerste en de derde klachttegelijk. Beide klachten slagen.
tweede klachtfaalt bij gebrek aan feitelijke grondslag. Noch het proces-verbaal, noch de bestreden beschikking biedt mijns inziens aanknopingspunten voor de lezing dat de rechtbank van oordeel was dat toevoeging van een andere advocaat binnen de resterende beslistermijn niet mogelijk was. [11]