ECLI:NL:RBAMS:2024:7580

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
748827 – FA RK 24/2237
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis

Op 25 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenbeschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet ter zitting is verschenen, ondanks dat zij op de hoogte was van de mondelinge behandeling. De officier van justitie was ook niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis en andere psychische aandoeningen, wat leidt tot ernstig nadeel voor haar gezondheid en veiligheid. Aangezien er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn, heeft de rechtbank besloten om een zorgmachtiging voor de duur van twee maanden te verlenen, met de mogelijkheid om het verzoek voor een langere periode aan te houden. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder medicatietoediening en beperking van de bewegingsvrijheid. De beslissing is genomen met inachtneming van de veiligheid van de betrokkene en de noodzaak om haar geestelijke gezondheid te stabiliseren. De rechtbank heeft de behandeling van het resterende verzoek uitgesteld tot een later tijdstip, waarbij de betrokkene alsnog de kans krijgt om te worden gehoord.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/748827 – FA RK 24/2237
kenmerk: ZM/IND/130443
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 25 april 2024van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
,
geboren op [geboortedatum] 1978 in [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
zorgaanbieder: Arkin,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.J. Nierop te Amsterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
4 april 2024.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 april 2024 in het gebouw van de rechtbank Amsterdam.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de raadsman;
- mw. A. Schaap, psychiater;
- dhr. [naam] , verpleegkundige.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet bij de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Betrokkene is niet ter zitting verschenen. Zij is naar behoren op geroepen door de rechtbank en heeft – blijkens de track and trace – op 10 april 2024 voor ontvangst van de oproep getekend. Tevens heeft betrokkene de raadsman per e-mail benaderd over de mondelinge behandeling waarbij ze een andere datum heeft genoemd. De raadsman heeft haar toen geantwoord en de juiste zittingsdatum vermeld. Voorts heeft ook de ambulant verpleegkundige bij zijn laatste bezoek betrokkene op de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling gewezen. Betrokkene heeft toen geantwoord dat zij op de dag zelf wel zou kijken of ze wel of niet naar de zitting zou komen. Tot slot heeft de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling betrokkene proberen in te bellen. Betrokkene gaf echter geen gehoor. De rechtbank houdt het ervoor dat betrokkene, hoewel zij op de hoogte is van de mondelinge behandeling, niet bereid is zich te doen horen. Om die reden gaat de rechtbank voorbij aan verzoek van de raadsman tot aanhouding van de mondelinge behandeling.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- andere psychotische- en persoonlijkheidsstoornissen.
2.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Uit de stukken blijkt duidelijk dat betrokkene zich niet kan vinden in de diagnoses die zijn gesteld. De beleving van betrokkene staat lijnrecht tegenover de beleving van de zorgverlener. Betrokkene is zoals reeds in rechtsoverweging 2.1. is vermeld niet ter zitting verschenen. Ook heeft de raadsman geen inhoudelijk overleg met betrokkene kunnen plegen en is derhalve niet in staat om namens betrokkene het woord te voeren. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat het verlenen van een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, zoals door de officier van justitie is verzocht, op dit moment te verstrekkend is. De rechtbank is het met de raadsman eens dat betrokkene – hoewel dat in het onderhavige geval ook is gebeurd – in de gelegenheid moet worden gesteld op het verzoek te reageren. De rechtbank zal een zorgmachtiging verlenen voor de duur van twee maanden en houdt het verzoek voor het overige aan. De voortzetting van de behandeling zal plaats vinden op het woonadres van betrokkene, althans op de plaats waar zij op dat moment verblijft, teneinde betrokkene in de gelegenheid te stellen alsnog te worden gehoord op het verzoek.
2.6.
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, alsmede gelet op hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gekomen acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk gedurende twee maanden:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten, telkens voor de duur van maximaal één week per keer;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het nakomen van afspraken met het ambulant behandelteam;
  • opnemen in een accommodatie.
2.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
Hetgeen namens betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van twee maanden, onder aanhouding van het meer verzochte.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene]
,geboren op [geboortedatum] 1978 in [geboorteplaats] , inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.6 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 25 juni 2024;
houdt aan het meer verzochte;
bepaalt dat behandeling van het resterende gedeelte van het verzoek wordt voortgezet op
20 juni 2024 om 9:30 uurop het woonadres van betrokkene, althans op de locatie waar zij op dat moment verblijft;
bepaalt dat bij de voortzetting van de behandeling namens de zorgverlener een ter zake kundig arts aanwezig zal zijn teneinde een update te geven over de actuele gezondheidstoestand van betrokkene.
Deze beschikking is op 25 april 2024 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. P.B. Martens, bijgestaan door D.S. Strooper als griffier en op 13 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.