Conclusie
1.Inleiding
2.De zaak
3.De relevante delen van de processtukken
9. Bewijsvoering
11. Een geschrift, zijnde een nieuwsartikel van 30 juli 2012, opgemaakt door Ghaith Abdul-Ahad, journalist bij The Guardian. Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (map F Algemene bevindingen, blz. 21-24):
4.Het juridische kader
.”
5.Het tweede middel
wederrechtelijkte dwingen het leger terug te trekken uit Mohassan door een bomaanslag te plegen op een vestiging van het leger in Mohassan. De steller van het middel wijst er in dat verband op dat de raadsman in hoger beroep heeft aangevoerd dat sprake was van een legitieme strijd tegen het verwerpelijke regime van Bashar al-Assad en dat het openbaar ministerie in eerste aanleg heeft gesteld dat het verdachte niet werd verweten dat hij tegen Assad in verzet is gegaan. Het middel roept daarmee de vraag op wat de context van een verzetsstrijd tegen een ondemocratisch, repressief en/of racistisch (en dus: ‘abject’) regime kan betekenen voor de strafbaarheid van in dat verband gepleegde strafbaar gestelde handelingen, in het bijzonder de in art. 83 Sr neergelegde terroristische misdrijven. [6] De deelklacht geeft mij aanleiding tot de volgende algemene opmerkingen.
wat het oogmerk betreft(cursivering door mij, D.P.) het onder druk zetten van de overheid als zodanig als terrorisme wordt betiteld”. [15] De toelichting op de vierde nota van wijziging houdt (dan ook) niet meer in dan dat wordt beoogd om art. 83a Sr af te stemmen op de in het Kaderbesluit 2002/475 gebruikte definitie van deze vorm van het terroristisch oogmerk. [16]
internationaalgewapend conflict. Dat is een gewapend conflict tussen twee Verdragspartijen (staten) of een gewapend conflict “waarin volkeren vechten tegen koloniale overheersing en vreemde bezetting en tegen racistische regimes, in de uitoefening van hun recht op zelfbeschikking.” [20] In de situatie dat het verzet tegen een overheid zich afspeelt binnen een
niet-
internationaalgewapend conflict is het nationale strafrecht onverkort van toepassing. [21] In die gevallen, en ook wanneer het internationale humanitaire recht geen rol speelt, is straffeloosheid mogelijk als het openbaar ministerie om redenen van opportuniteit afziet van vervolging. [22] Tot slot is het voorstelbaar dat onder omstandigheden een strafuitsluitingsgrond van toepassing is. [23] Een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand ligt dan het meest voor de hand. [24]
wederrechtelijkte dwingen het leger terug te trekken uit Mohassan door een bomaanslag te plegen op een vestiging van het leger in Mohassan.
wederrechtelijkte dwingen iets te doen, namelijk het leger terug te trekken uit Mohassan. Dat oordeel over het naaste doel van de organisatie vind ik niet onbegrijpelijk en verder toereikend gemotiveerd, reeds omdat het hof heeft vastgesteld dat zij daartoe een bomaanslag met een enorme explosie heeft gepleegd in de stad Mohassan, dat uit een video blijkt dat het doel van de aanslag was om de aanhangers van Assad die in de fabriek zaten, weg te jagen, en dat dit doel is bereikt. Nu de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep niet meer heeft aangevoerd dan dat Ghuraba’a Mohassan een legitieme strijd voerde, en bijvoorbeeld geen beroep heeft gedaan op een strafuitsluitingsgrond, was het hof niet gehouden tot een nadere motivering. Dat het hof op basis van het voorgaande heeft geconcludeerd dat Ghuraba’a Mohassan het oogmerk had om de in de bewezenverklaring omschreven terroristische misdrijven te plegen, vind ik overigens ook niet onbegrijpelijk.
meerdereterroristische misdrijven.