“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (als bijlage op pagina’s 202 tot en met 205 van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2019003300-1), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [benadeelde 1] :
Ik doe aangifte van diefstal en mogelijke brandstichting aan de [a-straat 1] te [plaats] . (…)
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor aangever (als bijlage op pagina’s 206 en 207 van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2019003300-41), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [benadeelde 1] :
Ik heb ontdekt dat ik nog meer spullen mis naar aanleiding van de inbraak in mijn schuur. (…)
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van sporenonderzoek (als bijlage op pagina’s 211 tot en met 233 van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2019003441-2), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant:
Aanleiding
Op woensdag 2 januari 2019 heeft er brand gewoed in een recreatiewoning en een naastgelegen schuur, de woning en de schuur bevonden zich op een (bos)perceel, aan de [a-straat 1] te [plaats] .
Oorzaak van de brand
(…)
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (als bijlage op pagina’s 275 tot en met 277 van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2019003300-13), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 2 januari 2019 omstreeks 15.55 uur hoorde ik dat het OC een melding uitgaf en bood aan ook ter plaatse te gaan. Ik hoorde dat het OC zei dat het om een brand in een schuur bij een woning ging, op de [a-straat 1] te [plaats] . Omstreeks 16.10 uur waren wij ter plaatse en ik zag dat de brandweer doende was om de brand te blussen. Via de portofoon hoorde ik collega [verbalisant 3] zeggen dat er zowel een inbraak was gepleegd en brand was gesticht.
Om 16.18 uur sprak ik met getuige [getuige] . Ik hoorde de getuige zeggen dat ze een grijze Mercedes geparkeerd zag staan in de buurt van de inrit naar [a-straat 1] , de locatie van de inbraak en brand. Ik hoorde haar zeggen dat ze foto’s had gemaakt van de auto. Zij liet me de foto’s zien. Ik zag dat het een grijze Mercedes ML270 betrof voorzien van kenteken [kenteken 2] . Ik zag dat de achterbumper van de Mercedes grotendeels ontbrak. Ik vroeg het OC om een aandachtsvestiging op deze auto te verspreiden. Enkele minuten later hoorde ik dat collega [verbalisant 2] de genoemde Mercedes geparkeerd zag staan op de oprit van de [b-straat 1] te [plaats] . Dit betreft de woning van de ons bekende [betrokkene 3] . Omstreeks 17.00 uur waren wij ter plaatse bij deze woning. Ik, [verbalisant 1] , zag dat de Mercedes die ik op de foto’s had gezien, op de oprit van deze woning stond. Ik zag dit onder andere aan het kenteken en de schade aan de achterbumper. Na enkele minuten kwam er een man aan de deur. Ik zag dat hij zijn identiteitskaart aan collega [verbalisant 2] gaf. Vervolgens zag ik ook een vrouw in de deuropening staan en zag dat ook zij haar identiteitsbewijs aan collega [verbalisant 2] gaf. Ik vroeg of ik deze identiteitskaarten even mocht zien en zag de namen staan van [betrokkene 4] en [verdachte] .
Ik keek door het zijraampje van de kofferruimte van de Mercedes en zag een grote, grijze snoeischaar liggen. Ik zag dat er ter hoogte van het scharnier iets ingegraveerd stond en ik las dat er stond ‘www. […] .com’ of‘.nl’. Ik herinnerde me dat de aangever van de diefstal en de brandstichting [benadeelde 1] heette en ik hoorde van mijn collega [verbalisant 3] , die naast [benadeelde 1] stond, dat aangever zijn bedrijfsnaam had ingegraveerd op zijn gereedschappen.
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor getuige (als bijlage op pagina’s 246 en 247 van het proces-verbaal, genummerd P10600-2019003300-9), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [getuige] :
Vandaag, woensdag 2 januari 2019 zag ik omstreeks 15:05 uur een grijze Mercedes, kenteken [kenteken 2] , staan op de [a-straat 1] te [plaats] , ter hoogte van de inrit naar het huis van [benadeelde 1] . Omdat ik deze auto niet kende, deze een kapotte achterbumper had en op het fietspad stond, heb ik 3 foto’s van de auto gemaakt.
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (als bijlage op pagina’s 286 en 287 van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2019003300-48), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Op vrijdag 4 januari 2019, omstreeks 16.00 uur heb ik, verbalisant [verbalisant 4] , een onderzoek ingesteld in een voertuig, Mercedes ML 270, voorzien van valse kentekenplaten [kenteken 3] . Het voertuig was, in verband met diefstal door middel van braak en brandstichting, in beslag genomen.
(…)
7. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal Kennisgeving van inbeslagneming (als losse bijlage van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2019003300-45), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
(…)
8. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek (als bijlage op pagina’s 300 tot en met 304.van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2019003300), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven -:
(…)
9. Een proces-verbaal van verhoor getuige bij de raadsheer-commissaris d.d. 9 februari 2021, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 4] :
Het klopt dat ik iets van een relatie heb gehad met [verdachte] . Ik ben zelf ook verdachte geweest in deze zaak. Ik heb een straf gekregen.
U houdt mij voor dat ik op enig moment heb verklaard dat [verdachte] betrokken is geweest bij de brandstichting en de diefstal. U vraagt mij of ik dat naar waarheid heb verklaard. Ja.
U vraagt mij hoe die dag verlopen is. Het was eigenlijk een lang avontuur. We hadden die nacht niet geslapen. We zaten in de auto. We kwamen langs de huisjes in [plaats] . Ik zei laten we kijken of we daar wat kunnen halen. Hij (het hof begrijpt: [verdachte] ) vond het een goed idee. Hij zei ga jij maar op de uitkijk dan probeer ik het huisje open te krijgen. Dat duurde even maar het lukte. Toen hebben we daar spullen weggehaald. We gingen terug naar de auto. Hij zei wacht hier maar even ik ga nog even terug. Ik heb een sigaretje opgestoken en heb gewacht. Het duurde best lang. Hij kwam terug. Ik vroeg wat heb je gedaan. Hij zei dat zie je zo wel. We reden weg. Ik wilde toch graag weten wat hij gedaan had. Ik vroeg daarom nog een keer wat hij gedaan had. Hij zei ik heb de boel in de fik gestoken, want we hadden geen handschoenen aan en we moeten het toch professioneel aanpakken. We waren eigenlijk gewoon op strooptocht, kijken of we iets vandaan konden halen. Na [plaats] zijn we naar [betrokkene 3] (het hof begrijpt in samenhang met bewijsmiddel 4:
[betrokkene 3] ) gegaan.
(…)
Door het hof gebezigde bewijsmiddelen ten aanzien van het in de zaak met
parketnummer 05-881882-18 onder 5 bewezenverklaarde:
1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (als bijlage op pagina’s 74 tot en met 77 van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2018540155-1), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [benadeelde 2] :
Ik doe aangifte van diefstal van een plastic bak/container. Op vrijdag 30 november 2018, werd ik aangesproken door buurman [betrokkene 5] van de [c-straat 1] te [plaats] . Hij woont tegenover het weiland welke mijn eigendom is. Dit weiland heeft 2 toegangswegen welke ik met 3 plastic bakken/containers heb gebarricadeerd.
Buurman [betrokkene 5] heeft tussen 10.45 uur en 11.15 uur een witte VW Grafter bij mijn weiland gezien. Hij heeft gezien dat er 2 mannen uit waren gestapt die 1 van de 3 bakken oppakten en deze in de bus neerlegde. Hij was er nog op af gerend maar ze reden snel weg.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor getuige (als bijlage op pagina’s 78 en 79 van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2018540155-2), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 5] :