2.2.3De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal van aangifte, opgemaakt d.d. 6 juli 2014 door [verbalisant 1], brigadier van politie, dossierpagina’s 9 en 10, voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [betrokkene 3], zakelijk weergegeven:
Wij hebben voordat wij op de [a-straat 1] te [plaats] woonden, eerst nog in [plaats] gewoond op de [b-straat 1]. Ongeveer een jaar geleden heeft mijn man mij ook mishandeld. Hij had ook weer ruzie gemaakt en had mij op mijn rug op de bank gegooid en hield met een hand mijn keel dicht.
(...)
Hij maakt elke dag ruzie met mij en de kinderen en slaat bijna dagelijks de kinderen en mij.
(...)
Vandaag, 6 juli 2014, omstreeks 15.40 uur, onze kinderen en ik in de woonkamer van onze woning aan de [a-straat 1] te [plaats] (...) ik zag dat mijn man kwaad werd (...) liep ik weer de woning binnen via de gang waar mijn man was. Ik zag en voelde dat hij mij met zijn hand ter hoogte van mijn schouder bij mijn shirt pakte en mij de gang in trok.
Ik zag en voelde dat hij mij hard tegen de muur in de gang duwde. Dit deed pijn. In de gang pakte mijn man mij met een van zijn handen bij de keel en kneep mijn keel dicht en met de andere hand hield hij mijn mond dicht zodat ik niet om hulp kan roepen.
(...)
Terwijl mijn man zijn handen bij mijn keel en voor mijn mond had, viel ik achterover op mijn rug op de grond. Ik zag en voelde dat mijn man met een hand mijn keel dicht kneep en met een van zijn blote voeten mij steeds op mijn buik schopte wat pijn deed. Ik zag en voelde dat mijn man mij met zijn vlakke hand meerdere keren tegen mijn gezicht sloeg wat pijn deed.
Mijn oudste zoon heeft 2 foto’s gemaakt vanuit de woonkamer naar de gang waarop te zien is dat mijn man mij slaat en schopt.
(...)
Ik wil nog vertellen dat hij mijn oudste zoon [betrokkene 1] vanmorgen met zijn vuist op zijn hoofd heeft geslagen zonder dat er iets aan de hand was.
2. Een proces-verbaal van aanhouding, opgemaakt d.d. 6 juli 2014 door [verbalisant 2] en [verbalisant 3], verbalisanten van politie, dossierpagina’s 17-19, voor zover inhoudende als relaas van bevindingen van de betreffende verbalisanten; zakelijk weergegeven:
Op zondag 6 juli 2014, omstreeks 15.35. uur, kregen wij verbalisanten, [verbalisant 2] en [verbalisant 3], de opdracht om te rijden naar de [a-straat 1] te [plaats].
Wij verbalisanten, zagen vervolgens dat er een vrouw vanuit de gang, al schreeuwend naar buiten kwam gerend. Wij verbalisanten, hoorden dat de vrouw riep ‘Help me! help me!’. (...)
Ik verbalisant, [verbalisant 3] zag dat de vrouw hevig overstuur was. (...)
Ik verbalisant [verbalisant 3], hoorde dat beide kinderen in de Nederlandse taal tegen mij begonnen te praten. Ik verbalisant [verbalisant 3], hoorde dat de kinderen het volgende tegen mij zeiden ‘Papa heeft mama de keel dicht geknepen en een hand op de mond gehouden. Papa slaat mama heel vaak. Papa slaat ons ook en duwt ons ook wel eens van de trap.’.
3. Een proces-verbaal van verhoor getuige, opgemaakt d.d. 9 juli 2014 door [verbalisant 4] en [verbalisant 5], beide hoofdagent van politie, dossierpagina’s 45 en 46, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 4], zakelijk weergegeven:
Ik ben bevriend met [betrokkene 3]. Ik weet dat binnen het gezin veel ruzie is. (...)
Ik weet dat ze problemen heeft met haar man [verdachte] [het hof begrijpt: verdachte]. Ik heb ooit een ruzie meegemaakt. Dat was ongeveer 1 maand geleden. Ergens in juni: Ik was toen bij hen thuis op de [a-straat 1] in [plaats]. De precieze datum weet ik niet. (...) Ik heb gezien dat [betrokkene 3] verwond was. Ik zag zwellingen en verwondingen in haar gezicht. Boven het oog. [betrokkene 3] vertelde toen dat [verdachte] haar had geslagen. [betrokkene 3] vertelt mij dat ze altijd problemen heeft met haar man. Dit duurt al minimaal 1 jaar. Ze komt dan bij mij huilend aan. Ze vertelt dan dat ze is geslagen en dat haar kinderen zijn geslagen. Ik zie haar 1 keer à 2 keer minimaal in de week. Elke keer vertelt ze dan dat zij en haar kinderen mishandeld zijn. Het gaat nooit ergens anders over.
(...)
[betrokkene 3] heeft mij verteld dat haar kinderen worden mishandeld door haar man.
4. Een proces-verbaal van studioverhoor getuige, opgemaakt d.d. 18 juli 2014 door [verbalisant 6] en [verbalisant 7], beide brigadier van politie, dossierpagina’s 66-113, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1], zakelijk weergegeven:
(...) En ehm ik heb gehoord [betrokkene 1] dat ehm op zondag 6 juli, volgens mij, dat d‘r toen bij jullie politie thuis is geweest, klopt dat?
G: Ja
(...)
G: Daarna komt mijn vader
(...)
G: En trekt mijn moeder
(...)
G: Hij was in die gang, kleine gang daar zit een kleine gang. En daar heeft, daar heeft hij mijn moeder geslagen. En in buik gestompt. Eh daarna, daarna heeft hij zo mond gehouden (12.41.22 getuige legt zijn rechterhand op zijn keel en zijn linkerhand over zijn mond)
G: Daarna is mij moe, wacht. Daarna is mijn moeder gevallen en hij slaat haar.
(...)
G: Mijn moeder heeft bij de deur (12:41:52 getuige wijst met zijn beide armen naar rechts), bij de deur de telefoon aan ons gegeven.
(...)
G: Eh en ik en mijn broertje. Hebben één één gedrukt [het hof begrijpt: 112], maar eerst hebben we bew, bewij. Eerst dachten we moeten bewijzen hebben. Dat hij mijn moeder heeft geslagen. Dus toen waar hij mijn moeder aan ‘t slaan, dan, toen hebben we een foto gemaakt eigenlijk.
G: Toen hebben we naar de politie gebeld. Toen za, zeiden we tegen de politie mijn moeder slaat mij, nee mijn vader slaat mijn moeder.
(...)
G: Hij slaat ons altijd.
(...)
G: Hij slaat ons. In zijn hoofd hij, (12.55:47 getuige gaat met zijn rechterhand naar de zijkant van zijn hoofd) hij slaat onze hoofd. Hij gooit, hij gooit ons van de trap, trap.
(...)
V: Hoe vaak slaat jouw moe, jouw vader jouw moeder, ongeveer?
G: Altijd bijna.
V: Altijd bijna. Oke. En hoe vaak slaat jouw vader jou?
G: Zelfde, altijd.
V: Altijd. En hoe vaak slaat jouw vader jouw broertje?
G: Zelfde.
(...)
V: En. Als jouw vader jou slaat hé, waar slaat hij jou dan?
G: Vaak in de kelder.
V. Ja. In de kelder ja.
(...)
G: Hij sla mij, hij gooit mij altijd als die kelder moet, hij, hij stra, hij gooit mij van de trap.
(...)
G: Daarna ga ik naar ‘t binnen, binnen van, binnen van eh kelder. Daarna doet hij de deur dicht. Dan slaat hij mij met vuisten, met zijn benen in mijn buik. Bijna van alles. Mijn hoofd, m’n rug.
(...)
G: Hij schopt me (getuige staat op en maakt een voorwaartse beweging met zijn rechterbeen)
G: Ja dat doet pijn (13:11.50 getuige buigt wat voor over en heeft beide handen op zijn onderrug) als je dit eh als ‘t elke trap gaat naar boven zo.
(...)
G: Eh eerst slaat mij altijd met zijn vuisten (13:15:22 getuige beweegt zijn handen met gebalde vuisten op en neer voor zich. En wijst daarna op de tekening)
(...)
G: En toen heeft hij ons geslagen. Eerst mijn broertje geslagen daarna, daarna nee mij daarna mij. Daarna sa. Eerst ging hij mijn broertje zo hard slaan (13:32.43 getuige heft zijn rechterhand en tikt met zijn rechterhand eerst op zijn rechterwang en daarna op zijn linkerwang)
(...)
V: ‘t d’r over dat jul, jouw moeder de telefoon geeft.
G: Ja en ik heb eh foto gedaan.
V: En waar heb jij een foto van gemaakt?
G: Eh dat hij haar sloeg.
V: En hoeveel foto’s heb jij gemaakt?
G: Twee.
V: Twee foto’s heb jij gemaakt. Oké. En wie heeft de politie gebeld?
G: Wij alle twee, maar even kijken. Ik heb één één twee gedrukt en mijn broertje heeft eh dat hij moet bellen; op die groene dingetje gedrukt. En ik heb gepraat met de politie.
(...)
G: Ja hij stampte met de been.
V: Met de been stampte die. En eh hoe vaak is dat gebeurd? Hoe vaak is ‘t gebeurd dat jouw vader jouw moeder eh geslagen en gestampt heeft?
G: Heel vaak.
5. Een proces-verbaal van studioverhoor getuige, opgemaakt d.d. 18 juli 2014 door [verbalisant 6] en [verbalisant 7], beide brigadier van politie, dossierpagina’s 133-155, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2], zakelijk weergegeven:
V: Vertel mij eens waarvoor de politie bij jou thuis is geweest?
G: Want mijn vader had mijn moeder geslagen. (...) Met hem voeten, haar buik geslagen.
(...)
G: En toen was mijn moeder gevallen. En toen hij, hij met haar voeten in haar buik geslagen.
V: Met de voeten op haar buik geslagen. Hoe weet je dat? Dat jou vader met de voeten op de buik van jou moeder heeft geslagen?
G: Nou, hebben foto gemaakt.
V: Dus er zijn 2 foto’s gemaakt. Wie heeft die foto’s gemaakt?
G: Ik en mijn broer.
V: Wie heeft de politie gebeld?
G: Ik heb... Ik heb geklikt...
V: Wat heb je geklikt?
G: We hebben 112 gedaan en toen heb ik geklikt.
G: En toen was de politie en heb mijn broer het hem gepraat, met de politie.
(...)
V: Wat heb je nog meer gezien wat jou vader deed?
G: Aan de nek vasthouden zo (houdt zijn linkerhand om zijn keel). Zo vastgehoud worden, zo. (houdt zijn linkerhand schuin omhoog met de hand in een kom). En toen kan mijn moeder niet ademen.
(...)
V: Doet papa ook weleens andere mensen slaan?
G: Ja, ik en mijn broer.
(...)
G: Ja maar altijd gaat hij mijn broer slaan en mij.
V: Oke. Hij doet jou ook slaan?
G: Ja, 1 keer heb hij met eh, zo’n hout in mijn rug geslagen.
(...)
G: Soms doet hij eh, met mijn broer ehm, mijn broer met de riem doorslaan.
V Ook wel eens jou broer met de riem slaan?
G: Ja
V: En wa, wat voelde je dan als papa jou sloeg met de riem?
G: Heel pijn.
(...)
V: En waar heeft die jou met de riem geslagen? Waar was je toen? Toen jou vader jou met de riem sloeg?
G: Onder, onder.
V: Waaronder?
G: Onder, gewoon onder.
V: Waar onder? In de woonkamer, in de keuken, in de gang, op de slaapkamer, in de kelder? Waar bedoel je?
G: Kelder.
G: Toen was met hard geslagen. En toen was bloedens toe. Ik was naar mijn pielie zo pielie pijn en toen was ik zo kijken en toen was klein bloedje.
V: En wie werd er eerst geslagen toen je in de kelder was?
G: Ik.
En toen was mijn broer beurt. En toen was slaan, slaan, slaan.
(...)
V: (...) En wat deed jou vader met jou broer dan?
G: Ook geslagen met de riem.
(...)
V: Hij deed jou met de riem slaan. Waarmee heeft jou vader jou nog meer geslagen? Met zijn handen, met zijn voeten, met een stok, met iets anders?
G: Voe...Eh, handen en voeten.
V: Hij heeft jou ook wel eens met handen geslagen?
G: Ook
6. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster, opgemaakt d.d. 7 juli 2014 door [verbalisant 4] en [verbalisant 8], beide hoofdagent van politie, dossierpagina’s 168-169, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3], zakelijk weergegeven:
V: Uw kinderen hebben bij collegae van mij aangegeven dat zij ook wel eens zijn mishandeld door uw man, genaamd [verdachte]. Klopt dit?
A: ja dat klopt
V: Zij hebben aangegeven dat zij van de trap zijn geduwd door uw man. Klopt dit?
A: Ja 4 a 5 keer is dit gebeurd. Dit is bij beide kinderen gebeurd.
V: Waar bestaat de mishandelingen uit bij uw kinderen?
A: Altijd slaan tegen het hoofd en in de rug.
V: Waar slaat hij dan?
A: Op het achterhoofd.
V: Hoe slaat hij dan?
A: Met een vuist of met een stok.
(...)
V: Hoe vaak gebeurt dit in de week dat hij de kinderen slaat
A: 2 a 3 keer
(...)
A: (...) Pakt mij altijd bij mijn nek en zorgt ervoor dat ik niet kan schreeuwen. Hij bedekt mijn mond of knijpt mij zo hard in mijn nek dat ik geen geluid kan maken.
7. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster, opgemaakt d.d. 8 juli 2014 door [verbalisant 4] en [verbalisant 5], beide hoofdagent van politie, dossierpagina 172, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3], zakelijk weergegeven:
(...) Hij slaat mijn kinderen altijd op plaatsen welke niet direct zichtbaar zijn voor andere. Ik bedoel hiermee op het hoofd waar haren groeien of op de rug waar kleding overheen gaan.
8. Een proces-verbaal van verhoor getuige, opgemaakt d.d. 8 juli 2014 door [verbalisant 9], brigadier van politie, dossierpagina 53, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 5], zakelijk weergegeven:
Een jaar geleden zijn naast ons, op de [a-straat 1], nieuwe buren komen wonen. Al vanaf het eerste begin was er binnen enkele dagen ruzie in het gezin. Er werd veel geschreeuwd en regelmatig hoorde ik de kinderen in het gezin huilen. Afgelopen jaar is het meermaals voorgekomen dat er problemen waren zoals hierboven omschreven. De man en vrouw schreeuwden meermaals tegen elkaar, maar met name de kinderen huilden veelvuldig. Ik heb ook meermaals gehoord glasgerinkel of gebonk van kapot gegooide spullen.
Een incident, nu twee weken geleden, kan ik mij nog goed herinneren. Een van de buurjongens schoot per ongeluk een bal tegen mijn auto. De auto raakte hierbij licht beschadigd. Ik heb de buurvrouw aangesproken en uiteindelijk hoorde ik even later dat de buurman aan het schelden was tegen zijn zoon. Ik hoorde dat er geslagen werd, ik hoorde namelijk echt het geluid van petsen, alsof met een hand of plat voorwerp op een blote huid werd geslagen. Ik hoorde ook de buurjongen huilen. Ik kan alles heel goed horen omdat het raam boven van de woning openstond en een en ander zich kennelijk in die kamer afspeelde. Het incident duurde ongeveer 15 minuten.
9. Een proces-verbaal van verhoor getuige, opgemaakt d.d. 8 juli 2014 door [verbalisant 10], brigadier van politie, dossierpagina 55, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 6], zakelijk weergegeven:
U vraagt mij of ik iets weet van de thuissituatie van de familie op [a-straat 1] in [plaats].
Ik weet daarvan dat de familie daar veel ruzie heeft.
Mijn kinderen spelen wel eens met de kinderen van dat gezin. De zoontjes uit het gezin, die ik ken als [betrokkene 2] en [betrokkene 1] (fonetisch), zeggen vaak tegen mijn kinderen dat papa en mama vaak ruzie hebben. Ook zeggen zij dan dat papa, mama slaat en ook hen slaat.
10. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster bij de raadsheer-commissaris, d.d. 17 januari 2020, pagina’s 2 tot en met 6, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3], zakelijk weergegeven:
Op de momenten dat u met de politie hebt gesproken, heeft u toen de waarheid verteld?
Ja.
Wanneer begon de mishandeling? Wanneer bent u voor het eerst geslagen door uw man?
Nadat hij in Nederland was, ongeveer na twee maanden.
Wat gebeurde er toen tijdens die ruzie?
Hij schold en hield zijn handen niet thuis.
Wat gebeurde er precies?
Hij heeft mij geslagen.
Weet u nog hoe hij u heeft geslagen?
Met zijn hand. Hij heeft met zijn vuist vol op mijn ogen geslagen. Mijn oog was opgezwollen. Toen ik op de grond viel heeft hij mij getrapt.
Dan gebeurt er iets op 6 juli 2014. Weet u nog wat er toen gebeurde? Op die zondag?
Ja, dat kan ik me goed herinneren.
Hoe sloeg hij u op dat moment?
Met zijn handen en toen ik was gevallen trapte hij met zijn voeten.
Kunt het nog nauwkeuriger beschrijven?
Hij begon met zijn vuist tegen mijn rug te staan. Toen vroeg ik aan mijn kinderen om de politie te bellen. Bij eerdere incidenten toen de kinderen bang waren durfden de kinderen niet de politie te bellen. Nu zei ik anders ga ik dood dus bel de politie.
Sloeg hij u meerdere keren?
Ja, meerdere keren. Op dat moment kon ik niet weglopen. Ik stond in een hoekje. Hij hield mij vast.
Waar hield hij u vast? Waar op uw lichaam?
Bij mijn hals.
Hoe ging het? Ging het achter elkaar door?
Totdat de politie kwam heeft hij mij geslagen. Ik lag nog op de grond toen de politie kwam.
Heeft hij u nog geslagen toen u op de grond lag?
Ja.
U heeft net verteld dat u tegen u kinderen zei: bel de politie.
Ik was bang dat de kinderen de politie niet durfden te bellen. Ik gooide mijn telefoon om te bellen.
Klopt het dat de kinderen ook de telefoon hebben gebruikt om foto’s te maken?
Ja dat klopt. Dat heb ik niet tegen ze gezegd, dat was hun eigen idee.
Ik ga u foto’s laten zien op pagina 15 en 16 van het dossier.
Herkent u zichzelf op pagina 15 en 16 van het dossier?
Ja.
Kunt u beschrijven wat er daar gebeurt?
Zoals u ziet, hij gebruikt geweld. Ik kon niet weglopen zoals je ziet. Ik stond in de gang.
Wat deed hij precies bij het slaan van de kinderen?
Hij gebruikte zijn handen. Soms gebruikte hij ook dingen die hij in zijn handen had.”