Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
Inleiding
NJ2016/202 is verduidelijkt dat niet is vereist dat de feiten of omstandigheden waarop bij het hernieuwd beklag een beroep wordt gedaan in die zin nieuw zijn dat zij zich eerst na de behandeling van het eerdere klaagschrift hebben voorgedaan of bekend zijn geworden. In deze zaak (het ging om beslag op vorderingen) deed de klaagster in een hernieuwd beklag een beroep op de ‘huidige financiële situatie’ van de BV en de gevolgen van de voortzetting van het beslag voor de bedrijfsvoering. Volgens de rechtbank waren dit geen nieuwe feiten of omstandigheden, nu de penibele financiële situatie direct was ingetreden na de beslaglegging op de vordering. De HR oordeelde echter dat een hernieuwd beklag in het algemeen ontvankelijk is indien een beroep wordt gedaan op
anderefeiten of omstandigheden dan die waarop het eerdere klaagschrift was gebaseerd en die van zodanige aard zijn dat zij nopen tot een nieuwe beoordeling van het verzoek tot opheffing van het beslag. Dit laatste duidt erop dat hetgeen is aangevoerd in ieder geval relevant en van voldoende zwaarwegend belang moet zijn om een nieuwe beoordeling te rechtvaardigen.
prodedural requirementswaarin moet zijn voldaan overwoog het EHRM in Apostolovi (par. 100): [8]
equality of armsvereist: “allowing discussion of aspects that are important for the outcome of the case.”