ECLI:NL:HR:2007:BA2161
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen niet-ontvankelijkverklaring van beklag inzake teruggave van honden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 september 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank te Utrecht van 5 januari 2006. De klaagster had een beklag ingediend met het verzoek om teruggave van honden die in een eerdere beschikking waren behandeld. De Rechtbank had de klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herbeoordeling rechtvaardigden. De klaagster stelde dat de afstandsverklaring van de honden niet rechtsgeldig was en dat zij onder druk was gezet. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank geen blijk had gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en dat de beschikking toereikend was gemotiveerd. De Hoge Raad bevestigde dat het cassatieberoep was ingesteld tegen een beschikking die nog niet onherroepelijk was, en dat de klaagster niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar beklag. De conclusie van de Advocaat-Generaal Vellinga, die primair tot niet-ontvankelijkverklaring en subsidiair tot verwerping van het beroep had geconcludeerd, werd gevolgd. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de beslissing van de Rechtbank.