Conclusie
(hierna: werkneemster)
advocaat: K. Aantjes
(hierna: Divi)
advocaat: I.L.N. Timp
1.Feiten
Lost and Found”).
Based on your statements of July 4, 2019 regarding an iPad in the Resort's lost and found inventory, you removed property from the Resort that did not belong to you. By these actions you have violated the Company's Lost and Found Procedure as well as Standard of Conduct #3 as stated in the Employee Handbook:
2.Procesverloop
3.Bespreking van het cassatiemiddel
geensprake is van een dringende reden. Indien de werknemer dergelijke omstandigheden heeft aangevoerd, ook al is dat summier, moet de rechter laten blijken dat hij de door de werknemer aangevoerde omstandigheden in de vereiste afweging heeft betrokken. [10]
eerstemotiveringsklacht (p. 2) stelt werkneemster dat het Hof door haar als essentieel aan te merken stellingen onbesproken heeft gelaten. Het gaat om de volgende stellingen:
tweedemotiveringsklacht (p. 3, eerste en tweede alinea) klaagt werkneemster dat het onbegrijpelijk is dat het hof, gelet op de in de bovenstaande stellingen genoemde omstandigheden, het meenemen van de iPad vanaf het resort heeft aangemerkt als een ernstige overtreding die bedreigd is met ontslag, in de zin van de onder 1.2 geciteerde passage van het handboek, en dat daarbij niet ter zake zou doen dat werkneemster niet de intentie heeft gehad om zich de iPad toe te eigenen, net zo min als het feit dat door de inspanningen van haar zoon de iPad weer bij de eigenaresse terecht is gekomen.
derdemotiveringsklacht van het eerste onderdeel (p. 3, derde alinea) klaagt werkneemster dat het oordeel van het Hof in rov. 3.6, dat tussen partijen vaststaat dat enig onderzoek aan de iPad en/of in het computersysteem van Divi tot het achterhalen van de eigenaar had geleid, onbegrijpelijk is.
vierdeklacht van het eerste onderdeel (p. 3, vierde alinea) houdt in dat gezien het vlekkeloze arbeidsverleden en de leeftijd van werkneemster, evenals de ernstige gevolgen die het ontslag voor haar heeft, in de gegeven omstandigheden het ontslag op staande voet een te zwaar middel is. Het Hof heeft met zijn beslissing de regel van art. 7A:1615o en p BWA miskend, dan wel is zijn beslissing zonder het geven van nadere redenen onbegrijpelijk, aldus de klacht.
als hier ingevoegd’ geldt. Niet alleen kan een dergelijke algemene verwijzing naar de uitspraak in eerste aanleg niet afdoen aan de motiveringsplicht die op de appelrechter rust. Daarbij komt dat het GEA op grond van een weging van alle feiten en omstandigheden van de zaak nu juist tot een tegengesteld oordeel is gekomen, namelijk dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd is.