Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
3.HET VERZOEK
4.DE BEOORDELING
kort na de vermissingdoor [verzoekster] op haar bureau is aangetroffen en dat [verzoekster] deze 20 maanden verborgen heeft gehouden, maar Divi baseert die stelling naar eigen zeggen op de eigen uitlatingen van [verzoekster]. Noch uit het verslag van het gesprek van 4 juli 2019 van [verzoekster] met haar leidinggevenden noch uit haar stellingen in deze procedure, volgt echter dat [verzoekster] uitdrukkelijk stelt dat zij de iPad kort na de vermissing heeft aangetroffen en dat deze sinds eind 2017 in haar la heeft gelegen. [verzoekster] stelt daarentegen dat zij niet weet wanneer en hoe de iPad in haar lade terecht is gekomen. Nu Divi haar stelling dat [verzoekster] de iPad kort na de vermissing heeft aangetroffen, niet verder concreet heeft onderbouwd, gaat het gerecht aan die stelling voorbij. Daarbij speelt mede een rol dat Divi zelf heeft gesteld dat een vinder van een waardevol voorwerp dit moet melden bij het management en bij de beveiliging. Divi heeft niet concreet gesteld dat kort na de vermissing een dergelijke melding bij het management of de beveiliging is gedaan, hetgeen wel had mogen worden verwacht indien de iPad in het kader van het onderzoek in 2017 of in de nasleep ervan was gevonden. Ook voor het overige heeft Divi geen concrete gedragingen van [verzoekster] gesteld, waaruit volgens Divi blijkt dat [verzoekster] verwijtbaar heeft gehandeld bij het innemen van de iPad. Het gerecht heeft dan ook geen aanleiding om ten aanzien van de hiervoor in 4.4 onder a) tot en met e) weergegeven punten bewijsopdrachten te verstrekken teneinde hierover duidelijkheid te verkrijgen.
dat [verzoekster] de iPad een mooi cadeau vond voor de zoon, sluit de intentie om de
kanzijn. Uit de foto van de iPad (verweerschrift, prod. 6), waarop de iPad (min of meer) op ware grootte is afgebeeld, volgt dat de naam en woonplaats in kleine letters zijn gegraveerd. Waarom [verzoekster] (van een leeftijd waarop de meeste mensen een leesbril nodig hebben) dit niet over het hoofd kan hebben gezien, is het gerecht niet duidelijk. Het is niet waarschijnlijk dat [verzoekster] (i) wel de moeite heeft genomen om de iPad op te laden en dat zij (ii) vervolgens het telefoonnummer heeft gebeld dat zij op het scherm zag om aldus de eigenaar te achterhalen en dat zij dan vervolgens bewust zou hebben genegeerd dat de naam van de eigenaresse op de achterzijde stond gegraveerd.
heeftgebeld met het nummer van [gast] in de VS, de zoon
heeft[gast] als eigenaresse achterhaald en de iPad
isbij [gast] terugbezorgd. Ieder poging om deze drie feiten gezamenlijk in het nadeel van [verzoekster] uit te leggen, doen geforceerd aan. Had [gast] (die uit wantrouwen kennelijk geen telefoonoproepen beantwoordt als ze het nummer niet herkent) één van de oproepen van [verzoekster] gewoon beantwoordt, dan was dit hele geschil nimmer ontstaan. Dit wantrouwen van Divi en [gast] behoort niet te resulteren in een ontslag op staande voet van [verzoekster].