2.3.Deze bewezenverklaring berust op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal met nummer PL1100-2018246160-8van 23 december 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1]. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisant:
Op 23 december 2018 omstreeks 18:40 uur bevond ik, verbalisant, mij in uniform gekleed en met surveillance belast, rijdend in een opvallend dienstvoertuig, op de openbare weg in de gemeente Haarlemmermeer. Ik was bijrijder en deed samen met mijn collega [verbalisant 2] dienst.
Wij hoorden via de portofoon dat collega [verbalisant 3] een tweetal verdachte personen op een scooter had waargenomen. Ik hoorde via de portofoon: “Ik kan jullie zien. Jullie moeten die scooter hebben die nu voor jullie op het fietspad rijdt”. Ik zag schuin links van mij, op het fietspad een koplamp van een brommer ons tegemoet komen. Ik zag dat collega [verbalisant 2] het stopbord aan de voorzijde van ons dienstvoertuig activeerde. Ik hoorde de pieptoon die aangaf dat het stopbord in werking was getreden. Ik zag dat [verbalisant 2] ons voertuig het fietspad op stuurde en zo de rijweg van de scooter blokkeerde. Ik merkte dat ons voertuig tot stilstand kwam. Ik zag dat de scooter naar rechts stuurde en geen vaart leek te minderen. Hierop stapte ik uit de auto en riep op luide niet mis te verstane wijze: “Politie! Staan blijven!” Ik zag dat de scooter op mij af kwam rijden. Ik hoorde dat het toerental van de scooter toenam. Ik stapte opzij om uit de rijweg van de scooter te stappen. Ik zag dat de bestuurder een stuurbeweging maakte waardoor de scooter opnieuw recht op mij af kwam rijden. Ik riep opnieuw dat hij moest stoppen. Ik kon mijn lichaam nog net op tijd wegdraaien om een aanrijding te voorkomen. Had ik dat niet gedaan, bestaat er bij mij geen twijfel dat de scooter mij had geraakt. De scooter reed zo dicht langs mij heen, dat ik voelde dat mijn rechterschouder in het voorbijgaan in aanraking kwam met een van de berijders van de scooter.
2. Een proces-verbaal met nummer PL1100-2018246160-3van 23 december 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3]. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 23 december 2018 te Halfweg zag ik dat de opvallende eenheid het fietspad opreed. Ik zag op de transparant, op het dak van het dienstvoertuig, de tekst “Stop, Politie”. Ik zag dat het dienstvoertuig snelheid minderde. Ik zag dat de snorfiets vlak voor het dienstvoertuig links door het gras reed, de openbare weg op. Ik zag dat de snelheid van de snorfiets toe nam. Ik zag dat het dienstvoertuig achter de snorfiets aan draaide. Ik zag vervolgens dat collega [verbalisant 1] uit het dienstvoertuig was gestapt en midden op de openbare weg stond. Ik zag dat collega [verbalisant 1] hand bewegingen in de lucht maakte en dat de snorfiets op collega [verbalisant 1] inreed. Ik zag dat de snorfiets niet afremde, ik zag geen remlicht. Ik zag dat collega [verbalisant 1] opzij probeerde te stappen. De snorfiets stuurde dezelfde kant op. Ik zag dat collega [verbalisant 1] deels kon wegdraaien om te voorkomen dat hij werd aangereden.
3. Een proces-verbaal met nummer PL1100-2018246160-6van 23 december 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2]. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 23 december 2018 was ik, verbalisant [verbalisant 2], in uniform gekleed. Ik reed noodhulpsurveillance met verbalisant [verbalisant 1]. Ik was de bestuurder van het noodhulpvoertuig. Ik zag de snorfiets en verbalisant [verbalisant 3] ons tegemoet rijden. Ik hoorde verbalisant [verbalisant 3] zeggen: “ja, hij rijdt jullie nu tegemoet”. Hierop heb ik de stop-transparant van het dienstvoertuig aangezet. Ik zag en hoorde dat deze in werking was. ik zag een rood licht knipperen en hoorde een pieptoon. Dit betekent dat het transparant in werking gesteld is en dat er “stop politie” zichtbaar is. Ik ben vervolgens het links gelegen fietspad op gereden om zo de bestuurder van de snorfiets te doen stoppen. Ik zag dat de bestuurder en de bijrijder mijn richting op keken. De bestuurder maakte een stuurbeweging van mij af. Hij reed de grasberm in en stuurde zo de rijbaan op. Ik zag dat de scooter mij aan de rechterzijde passeerde. Ik zag dat verbalisant [verbalisant 1] als bijrijder het dienstvoertuig uitstapte en fysiek trachtte de bestuurder te doen stoppen. Ik hoorde verbalisant [verbalisant 1] roepen: “Stoppen, politie. Stoppen!”. Ik zag dat de bestuurder instuurde en inreed op verbalisant [verbalisant 1].
4. Een proces-verbaal met nummer PL1100-2018246160-18van 24 december 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2]. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven als mededeling van verbalisant:
De snelheid waarmee de bestuurder van de snorfiets een stuurbeweging maakte richting verbalisant [verbalisant 1] schat ik op ongeveer 20 kilometer per uur. De afstand tussen mijn dienstvoertuig en de snorfiets betrof ongeveer tien meter.
5. Een proces-verbaal met nummer PL1100-2018246160-19van 24 december 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3]. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Ik schat de snelheid van de snorfiets tussen de 20 en 30 kilometer per uur ten tijde van het passeren van [verbalisant 1]. Ik reed op dit moment in mijn dienstvoertuig parallel aan de snorfiets. Ik reed in de 2e versnelling en moest gas bijgeven om dezelfde snelheid te rijden als de snorfiets.
6. Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1100-2018246160-1van 23 december 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4]. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 23 december 2018 tegenover verbalisant afgelegde aangifte van [verbalisant 1]:
Op 23 december 2018 meldden mijn collega en ik dat wij vanuit Amsterdam de Osdorperweg op zouden rijden en de personen op de scooter tegemoet gingen. Mijn collega [verbalisant 2] activeerde het stopteken dat zichtbaar is aan de voorzijde van ons voertuig. Mijn collega stuurde de auto het fietspad op en blokkeerde daarmee de weg voor de scooter. Ik zag dat de scooter naar links begon te sturen en richting de berm reed. Ik ben toen uitgestapt en heb geroepen: “Stop! Politie! Staan blijven!” Ik denk dat de afstand tussen mij en de scooter toen ongeveer tien meter was. Ik hoorde dat de motor van de scooter meer toeren ging maken en zag dat de scooter optrok en mijn kant op kwam. Ik stapte naar rechts om uit de rijweg van de scooter te stappen, maar ik zag dat de bestuurder de scooter mijn kant op stuurde en nog steeds op mij af kwam. Ik denk dat ze tussen de 15 en 20 kilometer per uur reden. De scooter kwam zo dichtbij dat ik niet meer normaal opzij kon stappen. Voordat de scooter met mij in aanrijding zou komen kon ik mijn lichaam nog net wegdraaien waardoor de scooter mij rakelings passeerde. Mijn schouder kwam nog in aanraking met een van de berijders van de scooter.
7. Een proces-verbaal met nummer PL1100-2018246160-12van 24 december 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6]. Dit proces-verbaal houdt in voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 24 december 2018 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van verdachte [verdachte]:
Ik was de bestuurder van de scooter.”