ECLI:NL:HR:2012:BX5396
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorwaardelijk opzet op de dood door het gooien van een fiets
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk doden van twee personen door een fiets van een flat naar beneden te gooien. De feiten vonden plaats op 15 februari 2010 in Nieuwegein. De Hoge Raad oordeelde dat uit de bewijsvoering van het Hof niet zonder meer kon worden afgeleid dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van de slachtoffers. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak ten aanzien van het bewezenverklaarde feit en de strafoplegging, maar verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, maar alleen wat betreft de beslissingen over het bewezenverklaarde feit en de strafoplegging. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling. De Hoge Raad benadrukte dat voorwaardelijk opzet aanwezig is wanneer de verdachte zich bewust heeft blootgesteld aan een aanmerkelijke kans dat het gevolg, in dit geval de dood van de slachtoffers, zou intreden. De Hoge Raad concludeerde dat de bewezenverklaring van feit 1 niet naar de eisen der wet met redenen was omkleed, en dat het middel in zoverre terecht was voorgesteld. Voor het overige kon het middel niet tot cassatie leiden, omdat het geen rechtsvragen opriep die van belang waren voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.