Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
- de verdachte met ingang van 11 oktober 2017 in de basisregistratie personen (hierna: BRP) is geregistreerd als “Vertrokken Onbekend Waarheen”;
- het adres [a-straat 1] te [plaats] de laatst opgegeven woon- of verblijfplaats van de verdachte betreft, met als datum van registratie 13 november 2017;
- de verdachte met ingang van 11 oktober 2017 in de BRP is geregistreerd als “Vertrokken Onbekend Waarheen”;
- op 5 april 2018 “ZVWOVHTL” (
- de verdachte met ingang van 11 oktober 2017 in de BRP is geregistreerd als “Vertrokken Onbekend Waarheen”;
- op 5 april 2018 “ZVWOVHTL” is geregistreerd als de laatst opgegeven woon- of verblijfplaats van de verdachte;
gedagvaardop het adres [c-straat 1] te [plaats] een kennelijke misslag betreft. Dit vindt bevestiging in de aan de aanzegging in cassatie gehechte Informatiestaat SKDB-persoon van 12 maart 2021 die inhoudt dat de verdachte vanaf 2 mei 2018 in de BRP stond ingeschreven op het adres [c-straat 1] te [plaats] . Daaruit volgt dat de verdachte eerst na de betekening van de dagvaarding in hoger beroep op dat adres is ingeschreven en dat hij daar ten tijde van de behandeling van de zaak in hoger beroep nog altijd ingeschreven stond. Uit de stukken van het geding blijkt niet dat een afschrift van de dagvaarding is toegezonden aan het adres [c-straat 1] te [plaats] , zodat het ervoor moet worden gehouden dat dit niet is gebeurd.