ECLI:NL:HR:2004:AO9097
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van verstekbehandeling door onbekend adres van verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 juni 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1979 en destijds gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Haaglanden', had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. De zaak betreft de vraag of de verstekbehandeling nietig is, nu er na de betekening van de dagvaarding aan de griffier, maar vóór de terechtzitting, een nieuw adres van de verdachte bekend is geworden. De Hoge Raad oordeelt dat de dagvaarding rechtsgeldig is betekend, maar dat het Hof ten onrechte niet heeft gewacht met de behandeling van de zaak totdat de verdachte op het nieuwe adres was geïnformeerd. Dit leidt tot de conclusie dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep nietig is, omdat de verdachte niet in zijn tegenwoordigheid is berecht. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling op het bestaande hoger beroep.