Conclusie
Nummer19/05558
Het cassatieberoep
Het middel
middelbehelst, mede in het licht van de toelichting, de klacht dat het bewijs dat de verdachte opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de aangeefster niet naar de eis van de wet voldoende met redenen is omkleed.
2.
De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 14 maart 018 verklaard – zakelijk weergegeven –:
Ik was boos en heb haar vastgepakt bij haar keel. Die plek is zo gevoelig. Daar kun je wel snel iets krijgen. Het is geëindigd doordat de beveiligers kwamen. De bewakers hebben mij losgetrokken. Het is juist dat ik eerst heb geprobeerd om haar te blijven vasthouden toen de bewakers kwamen. Het is absoluut gevaarlijk om iemand bij de keel te grijpen.
3.
Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 juli 2017 van de politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2017190930-6. Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (blz. 27-28):
als de op 7 juli 2017 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
[betrokkene 2] is als eerste de kamer binnen gegaan. Ik zag dat [betrokkene 2] de gedetineerde van de psychologe probeerde af te trekken. De gedetineerde liet niet los en bleef als een bezetene knijpen in de hals van de psychologe. Met veel moeite kregen we de gedetineerde los van de psychologe. De gedetineerde bleef zich heftig tegen ons verzetten. Uiteindelijk kregen we de verdachte met een hele hoop collega's onder controle.
Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 juli 2017 van de politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2017190930-4. Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (blz. 35):
Ik zag dat de gedetineerde recht voor haar stond. Op dat moment begon ik gelijk te rennen. In de tussentijd drukte ik op mijn pieper om mijn collega’s te waarschuwen. Ik zag dat de gedetineerde met zijn rechterhand de nek van de psycholoog beet pakte. Ik zag dat hij dit deed door hard haar strot dicht te knijpen. Ik zag de spanning op de arm van de gedetineerde zodat (het hof begrijpt: zo hard) kneep hij.”
De aard en hevigheid van het door de verdachte uitgeoefende geweld, zoals hierboven uiteengezet, maakt dat een aanmerkelijke kans was ontstaan dat de aangeefster daardoor zwaar lichamelijk letsel had kunnen oplopen. Bij dit oordeel is betrokken dat de hals en de daarbinnen bevindende luchtweg en slagaders maken dat sprake is van een kwetsbaar onderdeel van het lichaam. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep ook erkend dat hij op de hoogte is van deze kwetsbaarheid.
NJ2019/192. Daarin had de verdachte het slachtoffer bij de keel gegrepen, hem in een houdgreep genomen en hem toen, met een zwaaiende beweging van zijn arm, met een gebalde vuist met kracht in het gezicht geslagen. Het oordeel van het hof dat onder die omstandigheid kan worden bewezen verklaard dat het opzet van de verdachte was gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bleef in cassatie in stand. Voor de onderhavige zaak lijkt het arrest minder relevant, omdat het bij de keel grijpen in deze zaak vooral een opmaat leek naar de vuistslag. Een dergelijke combinatie van gedragingen was ook aan de orde in HR 10 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1751. Mijn ambtgenoot Paridaens besteedde in haar conclusie voorafgaand aan het arrest specifiek aandacht aan de vaststelling van het hof dat de verdachte de keel van het slachtoffer had dichtgeknepen, terwijl zich daar kwetsbare en vitale delen van het lichaam bevinden. Het hof had volgens haar niet onbegrijpelijk als feit van algemene bekendheid aangemerkt dat het dichtknijpen van de keel zuurstofgebrek en een hersenbeschadiging tot gevolg kan hebben. De Hoge Raad verwierp het middel, dat ertoe strekte dat het oordeel van het hof dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel onbegrijpelijk was, met toepassing van art. 81, eerste lid, RO. Nu ook in deze zaak meer gewelddadige handelingen aan de orde waren dan het dichtknijpen van de keel, komt ook aan dit arrest voor de beoordeling van het middel slechts beperkte betekenis toe. [2]