ECLI:NL:HR:2011:BQ3216
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over poging tot zware mishandeling door het dichtknijpen van de keel
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte is veroordeeld voor poging tot zware mishandeling. De feiten van de zaak dateren van 29 juni 2008, toen de verdachte in de woning van het slachtoffer, [slachtoffer], te Tegelen, ruzie kreeg. Tijdens deze ruzie heeft de verdachte het slachtoffer bij de keel gegrepen en deze meerdere seconden vastgehouden. Het Gerechtshof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft willen toebrengen, wat blijkt uit de omstandigheden van de zaak en de kwetsbaarheid van de hals. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, stellende dat de verdachte slechts één hand gebruikte en dat het niet mogelijk was om op die manier zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Het Hof heeft echter geoordeeld dat het dichtknijpen van de keel, ongeacht met hoeveel handen, een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel met zich meebrengt. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, oordelend dat de bewezenverklaring van de poging tot zware mishandeling voldoende was onderbouwd en dat de argumenten van de verdediging niet opgingen. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 14 juni 2011, waarbij de vice-president en twee raadsheren de beslissing hebben genomen.