Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 26 maart 2013, opgenomen op pagina 30 en verder van een dossier met registratienummer PL02CD 2013031596, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
als verklaring van [slachtoffer] (aangever):
Op zondagnacht 24 maart 2013 bevond ik mij in Groot Café 'De Swetser' te Drachten op de dansvloer van de bovenverdieping.
Toen ik voor de DJ stond zag ik dat één van de jongens mij aankeek. De jongens stonden op dat moment aan mijn rechterzijde. Toen ik verder wilde lopen voelde ik dat ik van de rechterkant bij mijn keel werd gegrepen door één van de jongens, een jongen met donker haar. Voor ik er erg in had werd ik geslagen. Een jongen die op mij in heeft geslagen heet [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) uit Steenwijk. Dit is de jongen die ik heb beschreven met het donkere haar.
2. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 14 mei 2013, opgenomen op pagina 55 en verder van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
als verklaring van verdachte:
Ik heb de jongen (het hof begrijpt: aangever) met mijn vuist, met kracht, geslagen. Ik ben de enige die die jongen heeft geslagen.
3. Een schriftelijk stuk, te weten een geneeskundige verklaring betreffende aangever d.d. 29 maart 2013, opgenomen op pagina 66 van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Uitwendig waargenomen letsel:
- Bloeduitstorting in oogwit van rechteroog
- Bloeduitstorting in huid onder rechteroog
- Kleine huidwond wang rechts
- Forse zwelling oog + wang rechts
Is er sprake van uitwendig bloedverlies?: Ja
Is er vermoeden van niet uitwendig waarneembaar letsel? Ja.
Patiënt heeft breuk in oogkas en bot van bovenkaak (is hiervoor inmiddels geopereerd op 28 maart 2013).
Geschatte duur van de genezing: 2 maanden.
4. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof van 12 februari 2015, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Ik heb aangever een klap gegeven en in de houdgreep gehouden. U houdt mij voor dat [slachtoffer] zijn jukbeen en bovenkaak heeft gebroken en vraagt mij hoe hard mijn klap was. Ik ken mijn eigen krachten niet. Ik heb geslagen met een zwaai.
5. De getuigenverklaring van aangever, afgelegd ter terechtzitting van het hof van 13 mei 2016, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Ik heb door de klap geheugenverlies geleden. Ik had een bloedprop in mijn hoofd als gevolg van de klap en daardoor weet ik mij nu niks meer te herinneren. Pas na een jaar of 5 kan ik helemaal normaal functioneren. Soms loop ik naar buiten toe en weet ik niet meer wat ik daar ging doen."