Voetnoten
1.Voor zover thans van belang. Zie het eindarrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 24 december 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:11205, rov. 3 (hierna ook: het bestreden eindarrest). 2.Uit de als productie 9 bij de memorie van grieven/tevens akte vermeerdering van eis overgelegde naheffingsaanslag blijkt dat de dagtekening van deze aanslag 21 juni 2016 is. De in rov. 3.4 van het bestreden eindarrest opgenomen datum van 22 juni 2016 bevat m.i. een verschrijving.
3.Voor zover thans van belang. Zie voor het procesverloop in eerste aanleg het tussenvonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 2 november 2016 en het eindvonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 15 maart 2017 (zaaknummer/rolnummer: C/08/191283 / HA ZA 16-404), beide rov. 1. Zie voor het procesverloop in hoger beroep het tussenarrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 4 juni 2019 (zaaknummer: 200.230.828/01) en het bestreden eindarrest, beide rov. 2.
4.Zie het bestreden eindarrest, rov. 4.1.
5.Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, 2 november 2016.
6.Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, 15 maart 2017.
7.Zie het petitum van de memorie van grieven van 30 april 2018, roldatum 1 mei 2018.
9.De procesinleiding is op 18 maart 2020 ingediend in het portaal van de Hoge Raad.
10.De procesdossiers in deze zaak stemmen niet geheel overeen. In het A-dossier bevat productie 2 bij de verzetdagvaarding één pagina en in het B-dossier drie pagina’s. In het A-dossier mist pagina zeven van de conclusie van antwoord. In het B-dossier zit bij de appeldagvaarding wel het vonnis van de rechtbank Overijssel van 15 maart 2017, in het A-dossier niet. Het B-dossier bevat wel het herstelexploot zijdens [eiser] van 16 november 2017, het A-dossier niet. In het A-dossier bevat productie 12 bij de memorie van grieven/tevens akte houdende vermeerdering eis twee pagina’s en in het B-dossier één pagina. Het A-dossier bevat niet de door de Ontvanger ingediende productie t.b.v. de comparitie van 29 oktober 2019, het B-dossier wel. Het B-dossier bevat nog de cassatiestukken, het A-dossier niet.
11.Zie het bestreden eindarrest, rov. 5.1. Zie ook: de procesinleiding, p. 2; de s.t. van de Ontvanger onder 1.1 en 4.1; mijn conclusie (ECLI:NL:PHR:2020:623) vóór HR 9 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1590, 12.Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, 17 mei 2017, zaaknummer/rolnummer C/16/418111 / HA ZA 16-462 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl), hierna: het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 17 mei 2017.
13.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, 30 april 2019, met zaaknummer 200.230.857 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl), hierna: het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 april 2019.
15.Zie de s.t. van de Ontvanger onder 1.1 en 4.1.
16.Zie de repliek van [eiser] , onder 1 t/m 7.
17.
18.
20.B.T.M. van der Wiel m.m.v. M.M. Stolp, in: Van der Wiel (red.),
22.Zie o.a. de conclusie van A-G Asser vóór HR 19 november 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1151 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl), 23.Zie daarover bijvoorbeeld ook B.T.M. van der Wiel en N.T. Dempsey, in: Van der Wiel (red.),
24.Zie daarover ook mijn conclusie van 21 februari 2020, ECLI:NL:PHR:2020:228, onder 2.22 en de daar genoemde literatuur: 25.Aldus A-G Mok in zijn conclusie vóór HR 7 juni 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2096 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl), 26.R.L. Bakels,
28.J.H. van Dam-Lely,
29.
30.J.H. van Dam-Lely,
33.Zie het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 17 mei 2017, rov. 4.1 en 2.1.
34.Zie het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 april 2019, rov. 4.1.
35.Zie het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle van 15 maart 2017, rov. 4.1.
36.Zie het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle van 15 maart 2017, rov. 3.1.
37.Zie grief 1 in de memorie van grieven/tevens akte houdende vermeerdering van eis van [eiser] in de eerste zaak, onder 3.1 e.v., en het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 april 2019, rov. 5.4.
39.Zie de memorie van antwoord van de Ontvanger in de parallelzaak, onder 3.8 en 3.9.
40.Zie de memorie van antwoord van de Ontvanger, onder 3.3.
41.Zie de memorie van antwoord van de Ontvanger, onder 3.5 en 3.6.
42.Zie de repliek van [eiser] , onder 3 en 4.
43.Zie de repliek van [eiser] , onder 7.
44.Zie de repliek van [eiser] , onder 4.
45.Zie de repliek van [eiser] , onder 5. Ik lees in randnr. 6 van de repliek van [eiser] geen nieuw/onderbouwd verweer.
46.Volgens
47.Zie