In deze zaak gaat het om de beoordeling van de bewezenverklaring van lichamelijk letsel in het kader van een veroordeling voor wederspannigheid. De verdachte is op 11 april 2017 te 's-Gravenhage aangehouden door de politie, waarbij hij zich hevig verzette tegen de ambtenaren. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot jeugddetentie voor diefstal en wederspannigheid, waarbij de wederspannigheid gepaard zou zijn gegaan met lichamelijk letsel bij de verbalisant. De Hoge Raad heeft in deze conclusie de vraag behandeld of de bewezenverklaring van lichamelijk letsel, in dit geval een pijnlijke knie en schaafwonden, voldoende was onderbouwd door de bewijsmiddelen. De conclusie is dat de bewezenverklaring niet volledig kan worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen, maar dat de verdachte geen belang heeft bij cassatie omdat de aard en ernst van het feit niet worden aangetast door het weglaten van de woorden die betrekking hebben op de schaafwonden. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot verwerping van het beroep.