Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
eerste middelklaagt dat het hof ten onrechte de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) niet als recht beschouwt in de zin van art. 79 Wet RO, althans dat het hof zijn beslissing hieromtrent ontoereikend heeft gemotiveerd.
De LHS is een afwegingsinstrument - opgesteld door het Interprovinciaal Overleg en het Openbaar Ministerie - dat met name als doel heeft om te komen tot onderling afgestemd en effectief handelen van alle instanties die een rol hebben in de handhaving van het omgevingsrecht. Om dat doel te bewerkstelligen bevat de LHS een stappenplan om tot een passende interventie te komen. Onderdeel van dit stappenplan is een interventiematrix. De handhaver bepaalt in welk segment van de interventiematrix hij de bevinding positioneert door het beoordelen van de gevolgen voor milieu, natuur, water, veiligheid, gezondheid en/of maatschappelijke relevantie en het typeren van de normadressaat. Vervolgens wordt rekening gehouden met verzwarende of verlichtende omstandigheden, waarna bepaald wordt of overleg tussen het bestuur en het openbaar ministerie aangewezen is. Ten slotte wordt aan de hand van de interventiematrix de interventie bepaald.
(…)
2. Onderling afgestemd en effectief handelen van alle instanties die een rol hebben in de handhaving van het omgevingsrecht, waaronder het maken van afspraken over de afstemming van landelijke en regionale prioriteiten en het zo effectief mogelijk bestuurs- en/of strafrechtelijk aanpakken ervan; (…)
De onderhavige landelijke handhavingsstrategie is primair uitgewerkt voor onderdeel 2, in de vorm van een instrument voor alle overheden om eenduidig te interveniëren naar aanleiding van tijdens het toezicht gedane bevindingen. [3] (…)
PositioneringHandhavingsinstanties moeten op grond van het Besluit omgevingsrecht (Bor) [4] een nalevingsstrategie hebben, bevattende een toezicht- , sanctie- en gedoogstrategie. De landelijke handhavingsstrategie ondersteunt dit, door één lijn te brengen in hoe instanties reageren op tijdens het toezicht gedane bevindingen. [5] (…)
De landelijke handhavingstrategie is een landelijk geldend afwegingsinstrument dat iedereen volgt om van bevinding naar interventie te komen. Dit onderstreept dat de landelijke handhavingstrategie vooral een instrument is voor uitvoerders. [6] 3.3. Stap 3 – Bepalen of overleg van het bestuur met politie en OM, dan wel van politie en OM met het bestuur, over de toepassing van het bestuurs- en/of strafrecht geïndiceerd isDe handhaver bepaalt of overleg over de toepassing van het bestuurs- en/of strafrecht geïndiceerd is op basis van de beoordeling van de bevinding met de interventiematrix (stap 1) en de afweging van verzwarende aspecten (stap 2). Dit overleg beoogt een weloverwogen inzet van het bestuursrecht, het bestuurs- én strafrecht of alleen het strafrecht. Dit overleg is derhalve tweerichtingsverkeer: bestuursrechtelijke handhavers zoeken indien noodzakelijk het overleg op met politie en OM en omgekeerd.’ [7]
met instemming vanhet OM plaats gevonden, onder meer via de website “Kenniscentrum Infomill” van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.’
tweede middelklaagt dat het hof ten onrechte het door de verdediging gedane beroep op niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie vanwege het nemen van een onjuiste vervolgingsbeslissing op basis van de LHS heeft verworpen, althans dat het hof zijn beslissing hieromtrent in het licht van art. 359 lid 2 Sv ontoereikend heeft gemotiveerd.
derde middelklaagt dat het hof het door de verdediging gedane beroep op niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie vanwege het lekken uit het strafdossier ten onrechte heeft verworpen, althans dat het hof zijn beslissing hieromtrent ontoereikend heeft gemotiveerd.
‘WED1Aonder1’. BING zet met de twee pagina’s die zij eraan heeft gewijd [verdachte] weg als recidivist.
‘WED1Aonder1’mogelijk betrekking had op het verbranden van afval. Zie in dit verband het proces verbaal van bevindingen (PVnr. PL0600-2016017406-3), waarin aan het eind het volgende staat geschreven:
Doordat niet de volledige informatie aan BING is verstrekt, is het eerdere probleem met het bestaande mestbassin gaan kleven aan [verdachte] . Als gezegd, de onnodige en bovenal onzinnige aandacht die dat “voorval” heeft gekregen en vervolgens in verband is gebracht met de aanleg van het mestbassin begin 2016, heeft [verdachte] geoormerkt als recidivist. Dit terwijl van een recidive absoluut geen sprake was.
bij de Hoge Raad der Nederlanden