Conclusie
Vervolgens
e-mailbericht waarin, voor zover hier van belang, het volgende is vermeld:
2.Bespreking van het cassatieberoep
subonderdeel 1.1tegen rov. 3.17, waarin het hof als volgt heeft geoordeeld:
Resultaten Herhalingsproef
de tweede klacht [18] is het oordeel van het hof dat dit de kern van de conclusies van de deskundigen niet raakt, eveneens onbegrijpelijk. Vast staat, aldus de klacht, dat in de gewasmonsters van elf dagen na spuitdatum van de pioenrozen van [verweerster] geen sporen van glyfosaat zijn aangetroffen en dat uit de herhalingsproef blijkt dat in de monsters van elf dagen na spuitdatum wél sporen van glyfosaat kunnen worden aangetroffen, wat tot de conclusie leidt dat de pioenrozen van [verweerster] niet met glyfosaat zijn bespoten. De noodzakelijke consequentie is dat de conclusies van de deskundigen over het door hen waargenomen schadebeeld, dat in hun ogen duidt op de inwerking van glyfosaat, onjuist zijn.
de vierde klacht [22] mocht het hof de stelling van [eiseressen] dat de schade aan de pioenrozen die zijn onderworpen aan de proef, in tegenstelling tot de schade aan de pioenrozen van [verweerster] , niet meerjarig is, niet onbesproken laten [23] . [eiseres 1] heeft dat, aldus de klacht, geïllustreerd aan de hand van tientallen foto's [24] en geconcludeerd dat een bespuiting met glyfosaat, anders dan de deskundigen veronderstellen (p. 12), niet leidt tot meerjarige schade. Als een bespuiting met glyfosaat niet leidt tot meerjarige schade, kan de conclusie van de deskundigen dat het schadebeeld van [verweerster] pioenrozen in 2014 kan worden verklaard door een bespuiting met glyfosaat in 2010 (p. 20), immers niet juist zijn, aldus de klacht.
Opgeslagen glyfosaat kan bij hernieuwde groei (nieuw seizoen) weer vrijkomen en actief worden en bij voldoende aanwezigheid opnieuw schade veroorzaken.Glyfosaat verdwijnt slechts zeer langzaam uit de plant via afstervende delen en via uitscheiding door de wortels en guttatievocht (“zweten” van planten). De omzetting in het afbraakproduct, AMPA, is in de plant meestal gering.
Voor glyfosaat is aangetoond dat ernstige schade in volgende jaren mogelijk is. Dergelijke gevallen hebben zich sindsdien niet zelden voorgedaan, maar zijn niet met veldproeven onderbouwd.” (cursivering A-G)
betwisting door [verweerster] , onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die maken dat [verweerster] geen recht heeft op schadevergoeding of slechts recht heeft op een gematigd schadebedrag. Het hof ziet ook anderszins geen aanleiding de schadevordering af te wijzen of te matigen. Het hof overweegt daartoe als volgt.
€ 45.378,- (bij wijze van uitzondering, omdat spuitschade in de regel onverzekerbaar is) [45] ;
subonderdeel 3.2is, als het hof is uitgegaan van de juiste rechtsopvatting, zijn oordeel onbegrijpelijk. De omstandigheden (iv) tot en met (viii) in onderling verband en samenhang bezien met de door het hof genoemde omstandigheden (i) tot en met (iii), kunnen het oordeel rechtvaardigen dat toekenning van volledige schadevergoeding in dit geval tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden. Het hof heeft deze omstandigheden echter niet kenbaar in zijn beoordeling betrokken. Dat maakt zijn oordeel zonder nadere motivering, die ontbreekt, onbegrijpelijk [47] .
- kort gezegd - voor [eiseressen] niet voorzienbaar was dat bij [verweerster] schade zou ontstaan ondanks dat hij de spuitmachine grondig heeft gereinigd en er een noodzaak was met een spuitmachine te werken vanwege de grote vraag naar onkruidbestrijdingen in die periode.