ECLI:NL:PHR:2018:827
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de bewijswaarde van een niet-ondertekend dactyloscopisch rapport in een vuurwapenzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een verdachte die is veroordeeld voor het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen en munitie. De verdachte is op 17 augustus 2015 aangehouden in zijn woning te 's-Gravenhage, waar een automatisch vuurwapen en munitie zijn aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft in hoger beroep gesteld dat het dactyloscopisch rapport, dat niet ondertekend was, niet als bewijs kon worden gebruikt. Het hof heeft echter geoordeeld dat het rapport als 'ander geschrift' kan worden aangemerkt volgens artikel 344 lid 1 onder 5 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad heeft in cassatie de vraag beantwoord of een niet-ondertekend deskundigenrapport kan worden aangemerkt als een 'ander geschrift'. De Hoge Raad oordeelt dat dit inderdaad mogelijk is, mits er voldoende verband bestaat met andere bewijsmiddelen. In deze zaak is vastgesteld dat de vingerafdruk van de verdachte op het aangetroffen vuurwapen is gevonden, en dat de verdachte alleen in de woning woonde. De Hoge Raad concludeert dat de bewezenverklaring van het voorhanden hebben van het wapen voldoende is gemotiveerd en dat het cassatieberoep van de verdachte wordt verworpen.