Voetnoten
1.Voor de leesbaarheid van de conclusie met weglating van de gebruikte voetnoten.
2.Preciezer gezegd: Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich richtte tot “personen van niet-Westerse komaf (Arabieren) die de islam belijden”. Het hof verruimt naar mijn idee daarmee de groep mensen tot wie de verdachte zich zou hebben gericht, nu niet alle personen van niet-Westerse komaf Arabieren zijn.
5.Ten Voorde in Tekst en Commentaar Strafrecht, aant. 1 bij art. 137c Sr. Zie ook HR 30 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3143, NJ 2002/129. 6.Zie A.L.J. Janssens en A.J. Nieuwenhuis,
7.Fokkens in Noyon, Langemeijer, Remmelink, aant. 11 bij art. 137c Sr.
9.Zie M. van Noorloos,
10.E. Janssen, Faith in Public Debate, Cambridge (Intersentia) 2015, p. 518.
12.Deze proportionaliteitstoets, die in de literatuur als de derde stap of toetsingsfase wordt aangeduid en die een uitlating die in stap twee onder de bescherming van art. 10 lid 1 EVRM viel alsnog binnen het bereik van de in lid 2 gegeven uitzonderingen brengt, speelt in de jurisprudentie van de Hoge Raad slechts een rol bij de vraag of art. 10 EVRM van toepassing is; de Hoge Raad schuift – volgens sommigen - de facto de stappen 2 en 3 van zijn toetsingsmodel ineen, zie HR 15 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF4778, NJ 2003/261 m.nt. Mevis; HR 29 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6731, NJ 2012/37. 13.E. Janssen, Faith in Public Debate, Cambridge (Intersentia) 2015, p. 517-518.
14.Zie ook A.J. Nieuwenhuis, ‘Van catalogusformules en strong reasons: de ontwikkeling van de artikel 10 jurisprudentie van het ERHM van 2010 tot en met 2016 (deel I),
15.Zie A.L.J. Janssens en A.J. Nieuwenhuis,
16.J.W. Fokkens in Noyon, Langemeijer, Remmelink, aant. 10 bij art. 137c Sr.
17.Zie A.L.J. Janssens en A.J. Nieuwenhuis,
18.Zie Van Noorloos
19.Waarover hierna in par. 4.12 en verder meer.
20.Zie A.L.J. Janssens en A.J. Nieuwenhuis,
21.Zie A.L.J. Janssens en A.J. Nieuwenhuis,
26.Zie A.L.J. Janssens en A.J. Nieuwenhuis,
27.Zie voetnoot 22.
28.E. Janssen, Faith in Public Debate, Cambridge (Intersentia) 2015, p. 517-518.
30.Zie ook A.L.J. Janssens en A.J. Nieuwenhuis, Uitingsdelicten (studiepockets strafrecht nr. 36), Deventer: Kluwer 2011, p. 211.
31.Vgl. HR 29 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:510, NJ 2016/248 (m.b.t. ras in de zin van art. 137c Sr) waarin de Hoge Raad de veroordeling op grond van art. 137c Sr door tijdens een demonstratie van de Nederlandse Volksunie te roepen “Ali B en Mustapha ga toch terug naar Ankara” in stand hield.