Het oordeel van het hof
De in de tenlastelegging opgenomen citaten zijn onderdeel van verschillende op de website [...].nl geplaatste artikelen. Zo is het citaat "zo'n berberaap of kakkerlak moet u gewoon binnenlaten" afkomstig uit een artikel getiteld "Eerdere discriminatie breekt de politie op". De verdachte heeft hierover verklaard dat het artikel de strekking heeft discriminatie van politieagenten van allochtone afkomst te veroordelen. Het hof kan die gedachtegang niet volgen nu het artikel juist ziet op discriminatie van de blanke, hoogopgeleide autochtoon, waardoor de politie, naar de mening van de verdachte, steeds "zwarter" wordt. Het hof wijst in dit verband op de volgende citaten uit hetzelfde artikel:
"Blanke Nederlanders die geweigerd zijn op grond van hun blanke ras vanwege het voorkeursbeleid voor allochtonen";
"Evenals veel andere Nederlanders die (...) vrezen dat buitenlanders met een racistisch oog hun taak als politieman uitvoeren";
"Prettig vinden mensen het niet dat er zo'n moslim die in de fascistische koran gelooft in hun persoonlijke eigendommen komt neuzen, maar ze zijn niet bij machte dat te veranderen";
"De enige reden dat veel mensen nog luisteren naar een rifkikker die hier niet thuishoort is nog altijd hun meerderheid en hun geweldsmonopolie";
"Behalve het verlies van gezag heeft het zwart maken van de politie nog andere nadelen opgeleverd"; en
"Misdefinitie vindt een salarisverhoging onterecht als het gaat om laagopgeleide allochtonen die aan hun baan zijn geholpen door autochtonen te discrimineren".
Het citaat "blijf in uw woestijn en ga nog eens fijn van bil met een van uw kamelen" is afkomstig uit het op de website geplaatste artikel "Lange tenen en kleine pik hard aanpakken". Voor de beoordeling van de context relevante andere citaten uit dit artikel zijn onder andere:
"Ten eerste lijkt het moslimvolk nog in de middeleeuwen te leven en zijn ze te achterlijk om met de middelen die een rechtstaat biedt een gevoel van onvrede aan te vechten"; en
"Eigenlijk is het een heel eng gevoel om te weten dat er bijna 1 miljoen vijanden in Nederland zijn die aan het wachten zijn op een totale burgeroorlog zodat ze de boel kunnen overnemen en iedereen kunnen onderwerpen aan de islam".
Het citaat "we hebben ze als waarde gasten behandeld. Althans voordat ze onze blondines gingen verkrachten" is afkomstig uit het artikel getiteld "Wie allochtonen zaait zal haat oogsten". Ook dit artikel heeft, blijkens de tekst, de strekking discriminatie van de autochtone Nederlander aan de orde te stellen. Citaten uit dat artikel zijn verder:
"Discriminatie van ons volk gaat onverminderd door";
"Het betreft haatzaaien op basis van leugens over een groep waarbij Marokkanen (...) hun gang mogen gaan en Nederlanders niet";
"Op marokko.nl haten ze geen homo's omdat ze elke nacht in hun reet gebonkt worden";
"Ze haten omdat ze de wereld willen domineren";
"Stekker eruit en opzouten naar Marokko".
De tenlastegelegde citaten "met een invasie van meer van 1 miljoen berberapen kunnen we spreken over een dreigende Derde Wereldoorlog" en "ratten die ons het liefst allemaal zouden willen afslachten omdat we ongelovige onreine varkens zijn" zijn afkomstig uit het artikel getiteld "Cohen subsidieert haathuis", dat tevens de navolgende citaten bevat:
"Het slachthuis van de islam wordt bovendien nog eens 2 miljoen subsidie per jaar beloofd als de moslims het voor het zeggen krijgen";
"Cohen maakt de grote fout door de kamelenstuivers voor hun kar te laten spannen en ons land te verraden";
"Zoals bekend zijn moslims de grootste anti-semieten ter wereld"; en
"Anti-semieten killen immers...".
Het hof is van oordeel dat de tenlastegelegde uitlatingen op zichzelf beschouwd al beledigend zijn voor moslims en mensen van Turkse afkomst nu zij daarin worden vergeleken met berberapen respectievelijk kakkerlakken, ratten en verkrachters. Maar ook in de context van de artikelen waarin de desbetreffende uitlatingen zijn opgenomen, zijn die uitlatingen onmiskenbaar beledigend voor groepen personen wegens hun ras en/of godsdienst. Hoewel in die artikelen hier en daar wordt gesproken van radicalen, terroristen, racisten en extremisten, zijn het overduidelijk steeds moslims (en Turken) die als collectief worden aangesproken, getuige bijvoorbeeld de aanduiding van het aantal moslims in Nederland (een miljoen). Door elk van de tenlastegelegde citaten wordt, naar de verdachte moet hebben geweten, de waardigheid van de desbetreffende groep personen miskend. De stelling dat het zou gaan om door anderen in de media gedane uitlatingen valt op geen enkele wijze uit die citaten of de context daarvan af te leiden, zodat het hof daaraan voorbij gaat.
Een op zichzelf grievende uitlating kan haar beledigende karakter verliezen doordat zij dienstig kan zijn aan het maatschappelijk debat of tot de artistieke of humoristische excepties moet worden gerekend. Dit laatste is naar het oordeel van het hof in het geheel niet het geval, waarbij niet terzake doet dat de verdachte de uitlatingen persoonlijk als geestig beschouwt. Het hof is voorts van oordeel dat de uitlatingen evenmin dienstig kunnen zijn aan het maatschappelijk debat en dat, zo al van een andere opvatting moet worden uitgegaan, de uitlatingen onnodig grievend zijn.
Bij deze stand van zaken kan de verdachte aan zijn recht op vrijheid van meningsuiting (artikel 10, eerste lid, EVRM) geen straffeloosheid ontlenen. Zijn vervolging en veroordeling ter zake van het onderhavige feit kunnen als noodzakelijk in een democratische samenleving worden geacht ter bescherming van de eer en goed naam van anderen en zijn in dat licht niet disproportioneel.
De verweren van de verdachte worden mitsdien verworpen."