Conclusie
1.Feiten en procesverloop
medical experteen geneeskundige verklaring op te stellen. De rechtbank was evenwel van oordeel dat deze bevoegdheid beperkt is, in zoverre dat indien sprake is van een (bovenliggende) psychiatrische stoornis, de geneeskundige verklaring dient te worden opgesteld door een psychiater. Bij geconstateerde psychiatrische problematiek van een verstandelijk gehandicapte patiënt dient een psychiater het onderzoek over te nemen.
2.Bespreking van het cassatiemiddel
medical expertis opgesteld en/of door in rov. 2.8 van de eindbeschikking te oordelen dat betrokkene had moeten worden onderzocht door een psychiater (ten minste: voor het psychiatrische deel van zijn problematiek) en niet uitsluitend door een arts verstandelijk gehandicapten, geeft de beschikking blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De wetgever heeft in art. 1 lid 6 Wet Bopz de arts verstandelijk gehandicapten gelijkgesteld met een psychiater als het gaat om de opname en het verblijf van een verstandelijk gehandicapte. De wetgever heeft daarop geen uitzondering gemaakt, noch enige beperking aangebracht. Daarmee heeft de wetgever het aan het deskundig oordeel van deze ‘
medical expert’overgelaten of deze het voor een goede diagnose of het opstellen van de geneeskundige verklaring nodig acht, een psychiater te raadplegen dan wel de aanvrager naar een psychiater te verwijzen [4] .
unless he has been reliably shown to be of ‘unsound mind’. The very nature of what has to be established before the competent national authority — that is, a true mental disorder — calls for objective medical expertise’ [6] . Het arrest Winterwerp/Nederland preciseert niet aan welke nationaalrechtelijke opleidingseisen en kwalificaties een
medical expertmoet voldoen. In het arrest Varbanov/Bulgarije spreekt het EHRM van ‘
a psychiatrist’, zonder daarmee uit te sluiten dat de wetgever in een lidstaat een andere arts dan een psychiater aanwijst die gespecialiseerd is in stoornissen of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens [7] . De indeling in medisch specialismen kan samenhangen met de wijze waarop de (geestelijke) gezondheidszorg of het onderwijs in de geneeskunde in een verdragsstaat is georganiseerd.
medical expertals bedoeld in art. 5 EVRM.
op zijn eigen deskundigheidsterreineen medisch oordeel vellen over de (gedwongen) opname.” (onderstreping toegevoegd, plv. P-G) [16]
medical expert [18] . Deze beslissing is in de vakliteratuur bestreden [19] . Daartegenover staat de opvatting van Keurentjes: hij is van mening dat Veegwet VWS 2013 en de bepalingen uit het Wetsvoorstel Zorg en Dwang ten aanzien van de in dit soort gevallen in te schakelen expert op gespannen voet staan met het vereiste van een
medical expertals bedoeld in de rechtspraak over art. 5, lid 1 onder e, EVRM. [20] Dijkers verwoordt één en ander als volgt: “de vraag welke specialist moet worden betrokken kan aldus nader worden geformuleerd: is het (a) de zwakzinnigheid
an sichdie betrokkene gevaar doet veroorzaken of juist (b) een eventuele daarmee gepaard gaande psychiatrische stoornis (in enge zin)? In het eerste geval volstaat het oordeel van de arts verstandelijk gehandicapten (maar moet deze dan wel kunnen overzien dat het tweede geval zich niet voordoet), in het tweede geval is de psychiater aan zet.’ [21] .
op zijn eigen deskundigheidsterreineen medisch oordeel te geven. De enkele omstandigheid dat bij een verstandelijk gehandicapte persoon ook sprake is van psychiatrische problematiek maakt de arts verstandelijk gehandicapten niet onbevoegd om het onderzoek te verrichten dat aan de geneeskundige verklaring ten grondslag ligt. De arts verstandelijk gehandicapten die het onderzoek verricht kan zelf al tot de slotsom komen dat de bij de patiënt aanwezige problematiek zijn deskundigheidsgebied te buiten gaat: dan kan de onderzoekende arts verstandelijk gehandicapten een psychiater inschakelen als mede-onderzoeker of het onderzoek geheel aan een psychiater overdragen. De keuze om dit wel of niet te doen kan niet aan de arts alleen worden overgelaten: wanneer de onvrijwillige opname van een verstandelijk gehandicapte uitsluitend of in overwegende mate noodzakelijk wordt geacht op de grondslag van psychiatrische problematiek, kan de rechter tot het oordeel komen dat die diagnose het deskundigheidsterrein van de arts verstandelijk gehandicapten te buiten ging. In dat geval zal (aanvullend) medisch onderzoek door een psychiater nodig zijn.
vice versa. In het Besluit geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten [28] is het specialisme van een arts verstandelijk gehandicapten omschreven als volgt:
medical expert’kan optreden bij het opstellen van een geneeskundige verklaring voor verstandelijk gehandicapten. In rov. 2.8 van de eindbeschikking is dit door de rechtbank onderstreept in de overweging dat betrokkene voor het
psychiatrische deel van de problematiekhad moeten worden onderzocht door een psychiater. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De klacht faalt.
in dit gevaleen geneeskundige verklaring vereist is op basis van onderzoek dat (mede) is verricht door een niet bij de behandeling betrokken psychiater. De overige overwegingen ondersteunen het oordeel. Er is immers sprake van een vorm van dwang als het gaat om zijn anti-psychotische medicatie en het betreft hier geen medicatie die ziet op langdurige zorg als gevolg van de verstandelijke beperking. Dat de psychiater zijn medicatie verder niet heeft voorgeschreven doet niet ter zake, aangezien het hier gaat om het opstellen van de geneeskundige verklaring door een daartoe bevoegde medisch specialist. De overwegingen van de rechtbank zijn niet onbegrijpelijk en kunnen het oordeel van de rechtbank dragen. Onderdeel 2 faalt.