Voetnoten
1.De gemeente Stichtse Vecht is de rechtsopvolger van de gemeente Maarssen.
3.Ontleend aan rechtbank Utrecht 10 oktober 2012, ECLI:NL:RBUTR:2012:BX9622 (beslissing op bezwaarschrift tegen de dagvaarding). 4.Voorheen het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek.
5.AM; waarschuwingsbord J1 (slecht wegdek) van Bijlage 1, Verkeersborden, bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, Stb. 1990, 459.
6.Wet van 31 juli 1930, Stb. 1930, 342
7.De wegen waarvoor het waterschap het onderhoud voor zijn rekening neemt.
8.Wet van 16 december 1993, Stb. 1993, 650.
9.AMvB van 17 september 1991, Stb. 1991, 497 (BABW)
10.HR 23 oktober 1990, NJ 1991, 496 m.nt. Schalken (Voorburgse reigers); HR 9 juli 1992, NJ 1992, 794 (Streekgewest Oostelijk Zuid-Limburg); HR 23 april 1996, NJ 1996, 512 (Waterschap Westfriesland); HR 23 april 1996, NJ 1996, 513 m.nt. 't Hart (Pikmeer I).
11.Elders spreekt De Hullu van een "moeilijk criterium"; Mr J. de Hullu, Materieel Strafrecht, zesde druk, p. 126. Zie voor verdere verwijzingen NLR 10/51 en mr. dr. A.P.W. Duijkersloot, Bestraffing van de overheid: stand van zaken sinds 2010, Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming 2016 nr. 2/3.
12.In dezelfde zin Hendriks, L. E. M., & Lange, A. de. (1998). Strafvervolging van overheden na het Tweede Pikmeerarrest.
13.Zie ook de kritische bespreking van Hennekens in diens noot onder Pikmeer II in Gst. 1998-7073, 3 en van Drupsteen in diens noot onder het arrest in AB1998, 45.
14.Roef, D. (2001). Strafbare Overheden. Een rechtsvergelijkende studie naar de strafrechtelijke aansprakelijkheid van overheden voor milieuverstoring. Antwerpen-Groningen: Intersentia, p. 266.
15.Kamerstukken II 1996 - 1997, 25294, nr. 1-2.
16.Kamerstukken II 1996 - 1997, 25294, nr. 3.
17.Kamerstukken II 2005-2006, 30538.
18.Een recent voorbeeld biedt CRvB 12 september 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3121, waarin de Centrale Raad van Beroep overwoog dat de wetgever de kerntaken van de uitvoering van de Wet werk en bijstand als uitdrukkelijke opdracht aan het college van BMW heeft geformuleerd. Tot die uitvoering behoort onder meer het onderzoek of de inlichtingen die degene die bijstand aanvraagt, wel correct zijn. De uitvoering van zulke kerntaken kan niet aan een privaat bedrijf worden uitbesteed. 20.HR 30 juni 1998, NJ 1998, 819.
21.Bier, L., Verkeer- en veiligheidsnormen voor wegeninfrastructuur, in Aansprakelijkheid van de wegbeheerder (C. C. Dam, Ed.). Den Haag: ANWB, p. 62 e.v.
22.Zie G. Knigge, Doen en laten; enkele opmerkingen over daderschap, DD 1992, p. 133 e.v., De Hullu, Materieel Strafrecht, 6e druk, p. 78 e.v.
23.Zie de annotatie van mr. A.E. van Rooij in Gst. 2013/23; mr. dr. R. Rijnhout, mr. dr. E. Sikkema & mr. W.S. de Zanger, Strafrechtelijke en civielrechtelijke aansprakelijkheid van de overheid als wegbeheerder bij dodelijke ongevallen; de zaak Stichtse Vecht, RMT 2014-1, p. 17 e.v. Zie voorts met verdere verwijzingen Roef, D. (2001). Strafbare overheden: een rechtsvergelijkende studie naar de strafrechtelijke aansprakelijkheid van overheden voor milieuverstoring. Antwerpen: Intersentia. Dezelfde, Strafvervolging van overheden: een stand van zaken, VR 2011/83, dezelfde; De immuniteit van overheden: een stand van zaken in tv EHRM-perspectief, Strafblad juli 2012, p. 185 e.v.; J.M.P. Spithoven, Strafbare overheden als oxymoron? AA 55 (2006) 12, p. 893 e.v.
24.EHRM 30 november 2004, NJ 2005, 210 m.nt. Alkema.
25.Zie voor de betekenis van Engelse aanduidingen als "intention, recklessness en negligence" de noot van Keijzer onder HR 29 september 2009, NJ 2010, 117. Keijzer wijst erop dat 'intention' de Nederlandse varianten van 'bedoeling' en 'zekerheidsbewustzijn' omvat.
26.§ 92.
27.§ 93.
28.EHRM 15 december 2009, nr. 4314/02 (Kalender c. Turquie) § 52. Men kan zich - dit ten overvloede - afvragen of in de onderhavige zaak de fout van de gemeente, die immers een waarschuwingsbord had geplaatst en wegwerkzaamheden had gepland, wel binnen deze kaders past.
29.Vgl. EHRM 13 April 2017, Tagayeva and Others v. Russia, nos. 26562/07 and 8 others, § 620 e.v.