ECLI:NL:PHR:2015:1686
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Onteigening van gronden ten behoeve van de aanleg van de provinciale weg N217 en de vaststelling van schadeloosstelling
In deze procedure heeft de Provincie Zuid-Holland beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Gerechtshof Den Haag van 24 juni 2014, betreffende de onteigening van gronden voor de aanleg van de provinciale weg N217. De zaak is een vervolg op een eerdere cassatieprocedure waarin de Hoge Raad op 28 september 2012 een arrest heeft gewezen. De Provincie betwist de vaststelling van de schadeloosstelling door het Hof, dat de waarde van het onteigende heeft vastgesteld op € 27,50 per m2. Het Hof oordeelde dat het bestemmingsplan N217 geëlimineerd moest worden bij de bepaling van de schadeloosstelling, en dat de gedingstukken voldoende aanknopingspunten boden om een waardering te maken zonder nader deskundigenonderzoek. De Provincie heeft in cassatie twee klachten ingediend: een procedurele klacht over het niet oproepen van deskundigen en een materiële klacht over de waardering van het onteigende. De Provincie stelt dat het Hof ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de effecten van de economische crisis die in 2008 begon. De Hoge Raad heeft de klachten van de Provincie verworpen, waarbij werd opgemerkt dat het Hof voldoende gemotiveerd was in zijn oordeel en dat de deskundigen niet opnieuw hoefden te worden opgeroepen. De uiteindelijke schadeloosstelling voor Amstelland bedraagt € 877.874,83, na aftrek van een eerder ontvangen voorschot van € 161.393,-.