ECLI:NL:HR:2012:BX5882
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Schending van het recht op hoor en wederhoor in cassatieprocedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de verzoekster. De rechtbank had op 16 januari 2012 de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd met verlening van de schone lei. De schuldeiser, verweerster, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en vastgesteld dat verzoekster toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Hierdoor is de schone lei aan verzoekster geweigerd.
Verzoekster heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij zij aanvoert dat het hof het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden. Dit beginsel, gewaarborgd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 19 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), houdt in dat partijen kennis moeten kunnen nemen van alle gegevens en bescheiden die in het geding zijn gebracht. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het hof kennis heeft genomen van een proces-verbaal van de mondelinge behandeling bij de rechtbank, zonder dat dit proces-verbaal als gedingstuk was overgelegd aan partijen. Hierdoor hebben partijen niet de kans gehad om op de inhoud van dit proces-verbaal te reageren.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof niet recht had mogen doen op het proces-verbaal, omdat partijen daarover niet beschikten. Dit vormt een schending van het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing.