1 Rechtbank Arnhem 18 februari 2010, nr. AWB 08/935 (niet gepubliceerd).
2 Hof Arnhem 2 november 2010, nr. 10/00093, LJN BO4493, NTFR 2011/168, met noot Brink.
3 De Hofuitspraak is op 3 november naar partijen verzonden; op 14 december 2010 is het (pro-forma) cassatieberoepschrift ingekomen bij de Hoge Raad.
4 Bij brief van 22 december 2010, nr. 5035474, heeft de griffie van de Hoge Raad de belanghebbende bericht dat haar motivering en volmacht ontbraken en zijn haar zes weken gegeven om die gebreken te herstellen. Het stuk waarin de motivering en de volmacht zijn opgenomen, is gedagtekend 8 februari 2011 en is op 9 februari 2011 bij de Hoge Raad ingekomen, dat wil zeggen buiten de door de griffie van de Hoge Raad aan de belanghebbende gestelde termijn.
5 Bij brief met kenmerk DGB 2011-817, gedagtekend 4 april 2011.
6 Deze termijn is conform de brochure 'In beroep bij de Hoge Raad in belastingzaken', uitgave Ministerie van Justitie, januari 2005, blz. 5.
7 HR 28 januari 2005, nr. 40 045, LJN AS4112, BNB 2005/133; V-N 2005/8.8; NTFR 2005/120, met noot Zandee-Dingemanse.
8 Zie R.E.C.M. Niessen en C.M. Bergman, Cassatie in belastingzaken, Fed fiscale brochures, Deventer: Kluwer 2006, blz. 25.
9 HR 31 augustus 1998, nr. 33 108, na conclusie Van Soest, LJN AA2360, BNB 1999/16, met noot Niessen; V-N 1998/42.4; FED 1998/626, met aantekening H.B. Hieltjes.
10 HR 28 september 2001, nr. 36 090, na conclusie Van Kalmthout, LJN ZC8111, BNB 2002/53, met noot Van der Geld; V-N 2001/54.11; NTFR 2001/1379, met noot redactie.
11 HR 21 mei 2010, nr. 08/05036, na conclusie Van Ballegooijen, LJN BL4320, BNB 2010/258, met noot Van Eijsden. De annotator wijst erop dat in BNB 2005/133 geen blijk van ambtshalve onderzoek wordt gegeven.
12 Conclusie van 14 juli 2010, nr. 08/05323, LJN BN7987; V-N 2010/40.26; NTFR 2010/2168, met noot Egelie.
13 HR 27 januari 1988, nr. 23 919, na conclusie Verburg, BNB 1988/217, met noot Slot, Fed 1988/401, met aantekening Juch, V-N 1988/1078.
14 HR 9 mei 2008. nr. 43 849, LJN BD1108, BNB 2008/191, met noot Albert; FED 2008/58, met aantekening Te Niet; V-N 2008/23.14, met noot Redactie, NTFR 2008/902, met noot Egelie.
15 HR 9 mei 2008. nr. 43 849, LJN BD1108, BNB 2008/191, met noot Albert; FED 2008/58, met aantekening Te Niet; V-N 2008/23.14, met noot Redactie, NTFR 2008/902, met noot Egelie.
16 HR 11 maart 1997, nr. 32 240, na conclusie Van Soest, LJN AA2453, BNB 1998/208; FED 1998/272, met aantekening Brandsma.
17 HR 25 november 2005, nr. 40 989, na conclusie Overgaauw, LJN AT5958; BNB 2006/82, met noot Juch; FED 2006/29, met aantekening Merks.
18 O.C.R. Marres, 'Aftrek van rente op onzakelijke leningen', []
NTFR 2010/1672.
19 F.A. Engelen en R. van Scharrenburg, 'Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting', WFR 2008/705
20 Hof Amsterdam 21 maart 2011, nr. 08/01224, LJN BQ1687; NTFR 2011/943, met noot Horzen. Het rolnr. bij de Hoge Raad is 11/02248.
21 De Dagong Global Credit Rating Co (China) heeft zelfs de AAA rating van de Amerikaanse federale overheid verlaagd.
22 O.C.R. Marres, 'Aftrek van rente op onzakelijke leningen', []
NTFR 2010/1672.
23 Hof Amsterdam 21 maart 2011, nr. 08/01224, LJN BQ1687; NTFR 2011/943, met noot Horzen (rolnr. bij Hoge Raad 11/02248).
24 F.A. Engelen en R. van Scharrenburg, 'Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting', WFR 2008/705.
25 Voor wat betreft de hoofdsom wijkt 's Hofs benadering wel af van die van Engelen en Van Scharrenburg, die de ODR-lening meteen bij het aangaan willen splitsen in een zakelijk en een onzakelijk deel en het onzakelijke deel willen herkwalificeren tot kapitaal. Het Hof Amsterdam volgt HR BNB 2008/191 en herkwalificeert dus niet, maar sluit afwaardering van het onzakelijke deel van de lening uit van aftrek.
26 F.A. Engelen en R. van Scharrenburg, 'Onzakelijke leningen in de vennootschapsbelasting', WFR 2008/705.
27 Zie echter het conceptuele probleem van deze aanname in onderdeel 9.15 van mijn conclusie in de aanhangige zaak met nr 08/05323.
28 HR 29 april 1958, nr. 13 538, BNB 1958/198 (in geval de renteloosheid zijn oorzaak vond in onzakelijke gronden), HR 19 december 1979, nr. 19 597, BNB 1980/46, met noot Den Boer, en HR 6 december 2000, nr. 35 997, BNB 2001/85, met noot Essers.
29 HR 11 maart 1997, nr. 32 240, na conclusie Van Soest, LJN AA2453, BNB 1998/208, met noot Slot; FED 1998/272, met aantekening Brandsma; HR 17 februari 1999, nr. 34151, na conclusie Van Soest, LJN AA2655; BNB 1999/176, met noot Hoogendoorn; FED 1999/339, met aantekening Juch; HR 25 november 2005, nr. 40 989, na conclusie Overgaauw, LJN AT5958; BNB 2006/82, met noot Juch; FED 2006/29, met aantekening Merks.
30 Kamerstukken II 2005/06, 30 572, nr. 3 (MvT), blz. 56.
31 De deelnemerschapslening is in de jurisprudentie als één van de (limitatief opgesomde) uitzonderingen op de hoofdregel dat een civielrechtelijke lening voor de fiscaliteit ook als VV wordt aangemerkt geformuleerd. In art. 10(1)(d) Wet Vpb is de deelnemerschapslening gecodificeerd. Die bepaling houdt in dat vergoedingen niet aftrekbaar zijn, indien de geldlening onder zodanige voorwaarden is aangegaan dat deze feitelijk functioneert als EV.
32 HR 11 maart 1997, nr. 32 240, na conclusie Van Soest, LJN AA2453, BNB 1998/208, met noot Slot; FED 1998/272, met aantekening Brandsma.
33 HR 17 februari 1999, nr. 34151, na conclusie Van Soest, LJN AA2655; BNB 1999/176, met noot Hoogendoorn; FED 1999/339, met aantekening Juch.
34 HR 25 november 2005, nr. 40 989, na conclusie Overgaauw, LJN AT5958; BNB 2006/82, met noot Juch; FED 2006/29, met aantekening Merks.
35 Zie ook J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2006 (FM 119), blz. 92 e.v. en de aldaar genoemde jurisprudentie.
36 HR 8 september 2006, nr. 42 015, na conclusie Van Ballegooijen, LJN AV2327, BNB 2007/104, met noot Daniels, FED 2007/9, met aantekening Arts, NTFR 2006/1320, met noot Hemels; V-N 2006/47.21.
37 Deze term is afkomstig uit het strafrecht, nl. van de witwassers die, toen de meldingsplicht voor ongebruikelijke transacties werd ingevoerd, de cash-opbrengst van hun criminele transacties opsplitsten in bedragen vlak onder de meldingsgrens alvorens te storten of te wisselen.
38 R.P.C. Cornelisse en G.J.W.M. Derckx, 'De onzakelijke geldlening (door moeder aan dochter) bestaat niet; wel de onzakelijke investering', WFR 2011/488.
39 HR 17 augustus 1998, nr. 32 997, na conclusie Van Soest, LJN AA2288, BNB 1998/385, met noot Hoogendoorn, FED 1998/633, met aantekening Van der Wal, V-N 1998/40.26.
40 Ik neem hier de (digitale) BNB-weergave over. Kennelijk is het BNB-nummer (BNB 2010/93) bij het arrest HR 25 juni 1969, nr. 16 016 - dat pas in 2010 is vrijgegeven - door de Redactie van BNB in een later stadium in het digitale archief opgenomen.
41 De Fiscale Agenda, 'Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendig belastingstelsel', Ministerie van Financiën, 14 april 2011, V-N 2011/22.4.
42 Bellen en mailen met buitenlandse collega's en met medewerkers van het International Bureau of Fiscal Documentation.
43 Zie in die zin ook O.C.R. Marres: Aftrek van rente op onzakelijke leningen; NTFR 2010/1672.
44 HvJ EG 13 maart 2007, zaak C-524/04 (Test Claimants in the Thin cap Group litigation),na conclusie Geelhoed, Jur. 2007, p. I-2107, V-N 2007/15.9 (conclusie in V-N 2006/41.11), NTFR 2007/470, met commentaar Wolvers, FED 2007/41, met aantekening Smit, NJ 2007/290, met noot Mok.
45 C.J.E.A. Sporken en P.C. den Besten, 'Weg met de wet, transfer pricing is alles?', WFR 2010/928.
46 United States, Corporation tax Country Surveys, IBFD database.
47 Kamerstukken II 2001/02, 28 034, nr. 3, (MvT), blz. 8.
48 Kamerstukken II 2001/02, 28 034, nr. 3 (MvT), blz.19 -21.
49 OECD Model tax convention on income and on capital, OECD, Paris, 2003.
50 OECD Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations; OECD, Paris, 1995
51 OECD Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations, OECD, Paris, 2010
52 L.C.M. Helderman, C.J.E.A. Sporken en D.M. Brouwers, 'Het nieuwe hoofdstuk IX van de OESO-richtlijnen voor interne verrekenprijzen, zonder af te rekenen Nederland uit?', WFR 2010/1495.
53 PJW: bedoeld wordt de leidraad inzake de internationale herstructurering van ondernemingen die op 22 juli 2010 is gepubliceerd.
54 Voetnoot in het origineel: "Reactie van de Commissie inzake Belastingen op de opmerkingen op de discussienota van september 2008 inzake interne verrekenprijzen bij herstructureringen; 22 juli 2010, B4, blz. 7".
55Voetnoot in het origineel: "Reactie van de Commissie inzake Belastingen op de opmerkingen op de discussienota van september 2008 inzake interne verrekenprijzen bij herstructureringen; 22 juli 2010, B12, blz. 10."
56 HR 7 mei 1997, nr. 30 294, na conclusie Van Soest, LJN AA3250, BNB 1997/263, met noot Hoogendoorn.
57 Toevoeging PJW: andersom staat een naar bedrijfseconomische inzichten 'normale' verhouding tussen EV en VV niet in de weg aan toepassing van fraus legis in concernverband. Zie HR 6 september 1995, nr. 27 927, na conclusie Verburg, BNB 1996/4, met noot Hoogendoorn.
58 HR 25 november 2005, nr. 40 858, na conclusie Wattel, LJN AU2275, BNB 2007/117, met noot De Vries.