ECLI:NL:HR:2011:BR4813
Hoge Raad
- Cassatie
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake aanslag vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 november 2011 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van X Holding B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2003, die na bezwaar door de Inspecteur is gehandhaafd. De Rechtbank te Arnhem heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna het Hof de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd. Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld.
De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep in cassatie, omdat het beroepschrift niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen, maar dit is niet tijdig gebeurd. De termijn voor herstel eindigde op 2 februari 2011, en de Hoge Raad heeft de op 9 februari 2011 ingekomen brief als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten.
Gelet op het bovenstaande heeft de Hoge Raad, met toepassing van artikel 6:6 Awb, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van de ontvankelijkheid van cassatieberoepen.