Voetnoten
1.Hofuitspraak, blz. 2 en blz. 1 van de als bijlage 2 bij het beroepschrift aan het Hof gevoegde emissieprospectus.
2.Fiscaal weekblad FED 1993/903.
3.Hofuitspraak, blz. 2, onder Geschil en standpunten van partijen.
4.J.C.M. van Sonderen, Fiscale aspecten van opties, 1993 ,
5.VN 1990, blz. 1806; FED 1990/665, m.nt. C.B. Bavinck.
6.Zie de door belanghebbenden ter zitting van het Hof overgelegde tijdschriftartikelen, nr. 12 op de inventaris van stukken.
7.M.M. Romyn, FED 198 5/9 2; J.H.C. Hellebrekers en Van Sonderen, WFR 1985/5676; de resolutie van de staatssecretaris van Financiën van 26 februari 1986 nr. 286-1547, BNB 1986/113, VN 1986, 558; J.E.A.M. van Dijck, Het genieten van inkomsten, 3e dr. 1994 blz. 61; H. Mobach/L.W. Sillevis, Cursus Belastingrecht (Inkomstenbelasting), 2.3.3.C,c.2 blz. 1168 (suppl. 212, dec. 1993); N.H. de Vries/L.W. Sillevis, Cursus Belastingrecht (Vennootschapsbelasting), 2.10.D.(f.2.) blz. 161 (suppl. 176 dec. 1990); Rapport van de Commissie ter bestudering van fiscale aspecten van nieuwe financiële instrumenten. Geschriften van de Vereniging voor Belastingwetenschap no. 187 (1991) blz. 46; I.J.F.A. van Vijfeijken, Vruchtgebruik van privé-vermogen in de inkomstenbelasting, 1993, blz. 298; Van Sonderen, a.w., blz. 175.
8.Idem Van Sonderen, a.w. blz. 177.
9.Zie, voor de Amerikaanse achtergrond van deze vorm, Romyn t.a.p. en F.P. van Brunnekreeft, WFR 1985/5689.
10.Vgl. Van Vijfeijken, a.w., blz. 297. Van Sonderen, a.w., blz. 190, spreekt dan ook bij het disagio-type van "gemengde overeenkomsten".
11.Zie over dit arrest tevens Van Sonderen, a.w. blz. 178/9 en Van Dijck, a.w., blz. 61.
12.Vgl. de emissieprospectus van TMCC, blz. 1: "Each of the Notes is issued with 28 Warrants (...) attached thereto. Following their issue, the warrants may be detached from their notes and traded seperately.".
13.Hof 's-Gravenhage 27 november 1991, FED 1992/193 (?); Mobach/Sillevis, t.a.p.; Van Sonderen, a.w., blz. 180.
14.Zie de conclusie van mijn ambtgenoot Van Soest d.d. 3 augustus 1993 voor de bij Uw Raad onder nr. 28.582 aanhangige zaak, alsmede de voormelde resolutie van 26 februari 1986, BNB 1986/113, Van Sonderen, a.w., blz. 191 en Van Dijck, a.w. blz. 62.
15.A.w. blz. 186 e.v.
16.A.w. blz. 48.
17.Vervanging van inkomsten, 1992, 4e dr. blz. 56/7. In deze zin ook B.J. Udink WFR 1964 nr. 4731 blz. 1061.
18.FED 1985/92 blz. 375.
19.Romyn, FED 1985/92, blz. 375; Hofstra/Stevens, Inkomstenbelasting, 4e dr. 1994, blz. 385.
20.Sinds 1 januari 1992 wordt conform de terminologie van het nieuwe BW gesproken van "rechten die niet op zaken betrekking hebben".
21.Wet tot wijziging van de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting (belastingheffing met betrekking tot tijdelijke genotsrechten), in werking getreden op 1 januari 1990.
22.Persbericht Ministerie van Financiën van 18 december 1987, VN 2 januari 1988 blz. 31 pt. 8.
23.Kamerstukken II, 1988/8 9, 20 648. De Koninklijke boodschap is getekend op 22 juli 1988. Het voorstel werd op 26 juli 1988 naar de Kamer gezonden (Persbericht Ministerie van Financiën van 26 juli 1988, VN 9 augustus 1988 blz. 1977 pt. 1.
24.HR 7 februari 1979, BNB 1979/87 t/m 90, uitgezonderd BNB 1979/1988 alle met conclusie van mijn ambtgenoot Van Soest en gezamenlijk geannoteerd door H.J. Hofstra.
25.Memorie van toelichting, Kamerstukken II, 20 648, nr. 3 blz. 3/4, Nota naar aanleiding van het Eindverslag, Kamerstukken II, 1988/89, nr. 20 648, nr. 8, blz. 4.
26.Dat is overigens ook het geval indien een particulier de blote eigendom of de mantel van een obligatie aan een andere particulier verkoopt en zich een tijdelijk recht van vruchtgebruik of het recht op de couponrente voorbehoudt.
27.M.v.t. blz. 4, 2e al.
28.Met ingang van 1 januari 1992 eveneens: "zaken".
29.M. v. t. blz. 14, 2e al.
30.M. v. t. blz. 19, voorlaatste al.
31.M. v. t. blz. 4, midden.
32.M. v. t. blz. 6, 2e al. Zie ook de Nota n.a.v. het Eindverslag, blz. 4.
33.M.v.t. blz. 3/4 en 19/20.
34.Blz. 12, zie ook blz. 4 midden.
35.Kamerstukken I, 1989/90, 20 648, nr. 2c blz. 2.
36.Kamerstukken II, 1988/89, 20 648, nr. 7, blz. 4, laatste al.
37.Blz. 4.
38.Kamerstukken II, 1988/89, 20 648, nr. 8, blz. 12.
39.Kamerstukken II, 1988/89, 20 648, nr. 5, blz. 2.
40.T.a.p., blz . 8 .
41.VN 1988, blz. 2832; FED 1988/725.
42.De procedure is tijdens de parlementaire behandeling een aantal malen ter sprake gekomen, zie -o.a.- staatssecretaris Koning, Handelingen II 27 juni 1989, blz. 89-6663 slot rk. en blz. 89-6664 Ik., en de Kamerleden Vreugdenhil en van Rey, Handelingen II 27 juni 1989, blz. 6660, rk en 6661, rk.; Kamerstukken I 1989/90, 20 648, nrs. 2b, 2d, 2e; Handelingen I 19 december 1989, 6-122 e.v. Ik wijs in dit verband ook op de mededeling van staatssecretaris van Amelsvoort, Handelingen I 19 december 1989, blz. 6-127 slot rk. en 6-128 Ik.: "
43.Pleitnota Inspecteur voor de zitting van het Hof van 16 juni 1993, blz. 9 pt. 2.d.
44.Tot de datum van het pleidooi had het Hof te 's-Gravenhage in appel nog geen arrest gewezen (pleitnotities Mr. IJzerman, blz. 5, pleitnotities Mr. Langereis, blz. 4).
45.Kamerstukken I, 1989/90, 20 648, nr. 2a, blz. 1/2.
46.Blz. 9.
47.M. v. a. blz . 9 , midden.
48.Eindverslag, 20 648, nr. 7, blz. 4/5.
49.Nota n.a.v. het Eindverslag blz. 12.
50.Handelingen II 27 juni 1989, blz. 89-6658, Ik.
51.Handelingen II 27 juni 1989, blz. 89-6660, rk.
52.De heer Vreugdenhil doelde kennelijk op de in 3.6.4. genoemde procedure.
53.Handelingen II 27 juni 1989, blz. 6661, rk.
54.Zie noot 52.
55.Handelingen II, 27 juni 1989, blz. 89-6663, rk.
56.Handelingen II, 27 juni 1989, blz. 89-6667, mk.
57.Voorlopig verslag vaste commissie voor financiën Kamerstukken I, 1989/90, 20 648, nr. 2, blz. 1.
58.M.v.a. Eerste Kamer, blz. blz. 1/2.
59.Verslag van de vaste commissie voor financiën d.d. 15 december 1989, 20 648, nr. 2d.
60.Bijlagen bij de Nota n.a.v. het verslag van de vaste commissie voor financiën van de Eerste Kamer, kamerstukken I, 1989/90, 20 648, nr. 2e; VN 1989, blz. 3658 e.v.
61.Handelingen I 19 december 1989, blz. 6-123, Ik en mk.
62.Handelingen I, 19 december 1989, blz. 6-127, rk.
63.Handelingen I 19 december 1989, blz. 6-124, Ik.
64.Drie leden van de CDA-fractie stemden tegen, maar die tegenstemmen hadden kennelijk betrekking op het ontbreken van een overgangsregeling voor warrant-leningen, uitgegeven voor november 1988. De overige leden van de Eerste Kamer stemden voor, zie stemmingen 1 28 december 1989, blz. 7-183, rk.
65.Staatssecretaris Koning, Handelingen II 27 juni 1989, blz. 89-6664 Ik., zie ook hiervoor onder 3.6.12.
66.Zie ook Ch.P.A. Geppaart, Fiscale rechtsvinding, 1965, blz. 56.
67.WFR 1990/5919, blz. 899.
68.FED 1990/335, blz. 970.
69.In zijn onder 3.6.13 bedoelde advies.
70.In deze zin kennelijk ook Mobach/Sillevis, a.w. blz. 1169/70.
71.WFR 1990/5919, blz. 896.
72.FED 1988/730.
73.In zijn onder 3.6. 13 bedoelde advies en in WFR 1990/5919.
74.Fiscaal ondernemingsrecht 1990, blz. 187.
75.WFR 1988/5848.
76.A.w. blz. 185.
77.In deze zin kennelijk ook F.E. Sprey, WFR 1988/5845. Van Vijfeijken, a.w. blz. 171 vindt de tekst niet duidelijk.
78.A.w. blz. 391.
79.FED 1988/730.
80.Blz. 12, regel 5 van onderen.
81.WFR 1990/5919, blz. 896.
82.In zijn onder 3. 6. 13 bedoelde advies
83.WFR 1990/5919, blz. 897.
84.M.v.a. blz. 21, midden.
85.Blz. 14.
86.Zie o.a. van Dijkck, WFR 1990/5919, blz. 897; Van Vijfeijken, a.w., blz. 169; Van der Geld, a.w., blz. 187/188.