Uitspraak
1.Procesverloop
$ 25.596
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Oordeel van het Gerecht
5.Beoordeling van het geschil
6.Proceskostenvergoeding
7.Beslissing
bevestigtde uitspraak van het Gerecht.
datum-stempel) aan partijen verzonden.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, een autoverhuurbedrijf op Bonaire, tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire. De zaak betreft de teruggaaf van bedragen aan verhuurbelasting motorrijtuigen (VBM) die belanghebbende heeft betaald over de periode van oktober 2012 tot en met september 2017. Belanghebbende stelt dat de uitspraak van het Gerecht niet in stand kan blijven, omdat de meerderheidsregel zou zijn geschonden en dat er sprake is van een begunstigend beleid door de heffingsambtenaar. Het Hof oordeelt dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat in de meerderheid van de vergelijkbare gevallen de meerderheidsregel is geschonden. Het Hof verwerpt ook de stelling dat de heffingsambtenaar de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden. De uitspraak van het Gerecht wordt bevestigd en het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.