Uitspraak
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van het Gerecht
Tax-holiday
5.Gronden
Achtergrond van deze maatregel is dat de hotelsector naar zijn aard beschikt over omvangrijke onroerende zaken die vanwege de ligging (vaak aan of met uitzicht op de zee) veelal een zeer hoge waarde hebben, terwijl de rentabiliteit daar geen gelijke tred mee houdt. Er zijn veel signalen ontvangen dat de druk van de vastgoedbelasting in relatie tot de behaalde rendementen daardoor voor die sector fors kan oplopen maar ook dat extra investeringen hierdoor worden ontmoedigd. (. . .).”
Bovendien moet er sprake zijn van volwaardige gemeenschappelijke voorzieningen die normaliter in een hotel beschikbaar zijn. In dat verband kan worden gedacht aan een receptie, een restaurant en schoonmaakservice, maar ook aan een (buiten)zwembad of toegang tot een (privé)strand, alsmede aan de beschikbaarheid van ruimten om te vergaderen of feesten te organiseren. Het is overigens niet noodzakelijk dat een onroerende zaak over alle hiervoor genoemde voorzieningen beschikt.”
.Daarbij wijst het Hof op het ontbreken van gemeenschappelijke voorzieningen zoals een receptie, restaurant (of andere eetruimte), lounge, bar en vergaderruimte. Daarbij komt dat ook belanghebbende zelf in haar schrijven van 3 mei 2019 aan de Belastingdienst (zie 2.9.) verklaart dat zij zich de eerste jaren van het appartementencomplex (tot circa medio 2015) richtte op het nagenoeg hoofdzakelijk voor lange termijn verhuren van de appartementen. In de appartementen zaten vooral huurders die zich (al dan niet tijdelijk) op het eiland gevestigd hadden. Pas met de oplevering van de studio's gedurende 2015 wordt er ook meer aan toeristen en/of korte termijn (toeristen) verhuurd. Belanghebbendes beschrijving van het appartementencomplex (in 2.3.van haar hoger beroepschrift) ziet, naar het Hof aannemelijk acht, op latere jaren dan de jaren 2011 en 2012 en is dan ook niet maatgevend.
6.Beslissing
bevestigtde uitspraak van het Gerecht;
gelastde Griffie het teveel betaalde griffierecht ad USD 60 terug te storten.