ECLI:NL:OGHACMB:2017:45
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van eerdere beschikking en bevel tot voorlopig getuigenverhoor in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 23 mei 2017 uitspraak gedaan in een hoger beroep van de naamloze vennootschap Barcadera Container Terminal N.V. (BCT) tegen de Aruba Ports Authority N.V. (APA) en Aruba Stevedoring Company (ASTEC) N.V. De zaak betreft een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor dat eerder door het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) was afgewezen. BCT heeft in hoger beroep zes grieven ingediend tegen de beschikking van het GEA van 17 november 2015, waarin het verzoek om het getuigenverhoor werd afgewezen. Het Hof heeft overwogen dat BCT voldoende belang heeft bij haar verzoek en dat de eerdere afwijzing niet in overeenstemming is met de eisen van een goede procesorde.
Het Hof heeft de beschikking van het GEA vernietigd voor zover deze het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor afwees en heeft het bevel tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor, dat eerder op 24 maart 2015 was gegeven, bevestigd. Het Hof heeft de zaak terugverwezen naar het GEA, dat verantwoordelijk is voor het bepalen van de plaats, dag en uur van het getuigenverhoor. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van een behoorlijke rechtsbedeling en de mogelijkheid voor partijen om hun stellingen te bewijzen in een getuigenverhoor.