In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, vorderde de appellant, een internationaal zakenman, vrije en onvoorwaardelijke toegang tot alle voor het publiek toegankelijke ruimtes van het Renaissance hotel in Curaçao. De appellant was eerder aangesproken door beveiligingsmedewerkers en verzocht het hotel te verlaten, wat leidde tot zijn vordering in kort geding. Het Hof oordeelde dat de belangenafweging in het voordeel van de appellant uitviel, aangezien hij voldoende spoedeisend belang had bij toegang tot het hotel voor zakelijke vergaderingen. De redenen die door de gedaagde, Riffort Village N.V., werden aangevoerd om de toegang te weigeren, zoals een incident van mishandeling en een onbetaalde schuld, werden door het Hof als onvoldoende beschouwd om de toegang te ontzeggen. Het Hof vernietigde het eerdere vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en wees de vordering van de appellant toe, inclusief een dwangsom voor het geval Riffort niet aan de hoofdveroordeling voldeed. De kosten van de procedure werden eveneens aan Riffort opgelegd.