4.5.1Op het formulier van 24 maart 2023 is vermeld dat de regering met een solidariteitspakket komt dat bedoeld is om de sociaal-economische effecten van het COVID-19 virus op de samenleving te verzachten, waaronder fiscale stimuleringsmaatregelen. Het Gerecht is van oordeel dat belanghebbende aan dit formulier geen in rechte te beschermen vertrouwen kan ontlenen. De enkele aankondiging dat de regering met een solidariteitspakket komt, is daartoe onvoldoende.
4.5.2Kort na de onder 4.5.1 vermelde aankondiging is het ongedateerde formulier zoals vermeld onder 2.2 uitgevaardigd. Belanghebbende heeft ter zitting gesteld dat dit formulier dateert van 27 maart 2020. Nu de Inspecteur, desgevraagd op zitting, die datum niet heeft weersproken, zal het Gerecht van genoemde datum uitgaan. Op het formulier van 27 maart 2020 is vermeld dat het Ministerie van Financiën vanwege de impact van COVID-19 een aantal fiscale maatregelen gaat doorvoeren om financiële ademruimte te creëren. Deze maatregelen worden gepresenteerd in een overzicht met behulp van symbolen en een korte beschrijving in eenvoudig taalgebruik. Belanghebbende beroept zich op de volgende maatregelen:
“Boetes voor niet of niet tijdige betaling van (niet)-belasting worden niet opgelegd”en
“Mogelijkheid tot sluiten van nieuwe betalingsregeling voor alle belastingen en niet-belastingen door getroffen bedrijven en zelfstandigen in liquiditeitsproblemen”. Op het formulier is verder vermeld dat de fiscale maatregelen bestemd zijn voor bedrijven, particulieren en zelfstandige ondernemers. Daarnaast wordt de periode april t/m juni 2020 genoemd.
4.5.3Belanghebbende stelt onder meer dat zij in april 2020 haar aangifte omzetbelasting voor het tijdvak maart 2020 heeft ingediend, derhalve binnen de genoemde periode van april t/m juni 2020 en dat zij op grond van de aankondiging van 24 maart 2020 en het formulier van 27 maart 2020 erop mocht vertrouwen dat aan haar geen verzuimboete zou worden opgelegd.
4.5.4In de nadien verschenen Landscourant van Curaçao van 3 april 2020, jaargang 2020, Editie no. 14 is over het solidariteitspakket aan steunmaatregelen inzake COVID-19 – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen.
Ҥ 2.2 De mogelijkheid tot het sluiten van nieuwe betalingsregelingen voor alle belastingen en niet-belastingen
Op basis van artikel 8 van de Landsverordening op de invordering van directe belastingen, artikel 6 van de Invorderingslandsverordening 1954 en artikel 50, eerste lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 is de Ontvanger bevoegd om op verzoek van een belastingplichtige, ter zake van de verschuldigde belasting uitstel van betaling of een betalingsregeling overeen te komen.
Steunmaatregel
De Ontvanger kan op verzoek van een belastingplichtige nieuwe betalingsregelingen overeenkomen voor alle belastingen en niet-belastingen die door de Ontvanger worden geïnd. De voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen luiden als volgt:
De belastingplichtige moet een schriftelijk verzoek sturen naar invorderingsteam@gobiernu.cw en daarin aangeven voor welke belastingmiddelen uitstel van betaling gewenst is en toelichten dat de COVID-19 uitbraak betalingsproblemen veroorzaakt;
Na ontvangst van het verzoek zal de Ontvanger de invorderingsmaatregelen opschorten en een betalingsregeling overeenkomen.
De verplichting voor belastingplichtigen om aangifte te doen wordt hiermee niet opgeschort
De aangiften tot en met het tijdvak februari 2020 dienen te zijn ingediend en voldaan.
§ 2.5 Verzuimboetes
Op basis van artikel 19 van de Algemene landsverordening Landsbelastingen kan de Inspecteur beslissen om een boete van ten hoogste NAf 10.000 op te leggen, aan een belastingplichtige of inhoudingsplichtige, indien die de belasting die op aangifte moet worden voldaan of afgedragen niet, gedeeltelijk niet dan wel niet binnen de gestelde termijn heeft betaald.
Steunmaatregel
Artikel 19 van de Algemene landsverordening Landsbelastingen vindt over de tijdvakken april, mei en juni 2020 geen toepassing.
De Inspectie der Belastingen zal derhalve over deze tijdvakken het opleggen van een verzuimboete achterwege laten voor het niet, gedeeltelijk niet of niet tijdig betalen van belasting.
§ 2.7 Afdracht van omzetbelasting
Op basis van artikelen 6 en 11 van de Landsverordening Omzetbelasting 1999 is de ondernemer die een levering of een dienst verricht verplicht om omzetbelasting af te dragen.
Steunmaatregel
Accommodatiegelegenheden, congrescentra, evenementen, horeca, recreatie en
uitgangsgelegenheden, schoonheidssalons, reisbranche, autoverhuurders, carwash, tourbussen, taxi’s, bus transport (bus “chiki” en bussen van Autobusbedrijf Curaçao N.V.) en transport voor kinderen die naar schoolgaan worden voor de tijdvakken april 2020 tot en met juni 2020 ontheven van de verplichting om omzetbelasting af te dragen.
De omzetbelasting dient wel te worden ingehouden, het dient op gebruikelijke wijze door middel van een aangifte te worden gerapporteerd, maar hoeft niet afgedragen te worden door de belastingplichtige.
Indien noodzakelijk kunnen deze maatregelen telkens met 3 maanden worden verlengd.”
4.5.5Uit het vermelde in de Landscourant van Curaçao van 3 april 2020 concludeert de Inspecteur dat de aangifte over het tijdvak maart 2020 niet onder de reikwijdte van de steunmaatregelen valt, omdat de steunmaatregelen zich (in eerste instantie) beperken tot de tijdvakken april, mei en juni 2020.
4.5.6Naar het oordeel van het Gerecht hebben de uitlatingen, zoals gedaan in de aankondiging op 24 maart 2020 en door middel van het formulier van 27 maart 2020, in het licht van de toenmalige omstandigheden, bij belanghebbende redelijkerwijs niet het vertrouwen kunnen wekken dat een verzuimboete vanwege een te late betaling van de verschuldigde omzetbelasting over het tijdvak maart 2020 achterwege zou blijven. De uitlating van 24 maart 2020 betreft enkel een aankondiging van te nemen maatregelen en het formulier van 27 maart 2020 is slechts een summier overzicht van de te nemen fiscale maatregelen. Belanghebbende heeft kunnen en moeten begrijpen, mede gelet op de omvang en impact van het solidariteitspakket, dat het op het formulier van 27 maart 2020 gegeven overzicht nog een nadere uitwerking zou behoeven. Die uitwerking is er snel gekomen, te weten een week later, namelijk op 3 april 2020, middels een aanschrijving in de Landscourant van Curaçao, zijnde het geëigende medium om een beleidsbesluit met een impact als het onderhavige in te publiceren. Daarbij merkt het Gerecht verder nog op dat de publicatie van 3 april 2020 in de Landscourant van Curaçao ruimschoots is gelegen voor de uiterste datum van 15 april 2020 waarop belanghebbende de door haar verschuldigde omzetbelasting over het tijdvak maart 2020 diende te betalen.
4.5.7Dat een eerder verzoek om uitstel zou zijn afgewezen, omdat er op dat moment nog geen aanslag was opgelegd, leidt niet tot een ander oordeel. Dit doet er immers niet aan af dat de verschuldigde omzetbelasting niet tijdig betaald is.