Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.3 Administratieplicht
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Beroep niet tijdig beslissen
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 27 juni 2022 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijk geschil tussen een ICT onderneming en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, een onderneming die ICT-diensten verleent, was in geschil met de Inspecteur over naheffingsaanslagen winstbelasting voor de jaren 2014 en 2015, alsook over de opgelegde vergrijpboetes. De Inspecteur had op basis van een boekenonderzoek correcties aangebracht, waarbij hij stelde dat er sprake was van privé-uitgaven die ten onrechte als zakelijke uitgaven waren geboekt. Het Gerecht oordeelde dat de tekortkomingen in de administratie van de belanghebbende voldoende ernstig waren om de bewijslast om te keren. Dit leidde tot de conclusie dat de Inspecteur de naheffingsaanslagen en boetes terecht had opgelegd. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen en boetes, maar het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond. De boetes werden als passend en geboden beschouwd, gezien de grove schuld van de belanghebbende. Het Gerecht veroordeelde de Inspecteur tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende.