ECLI:NL:OGEAC:2021:58

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
1 maart 2021
Publicatiedatum
8 april 2021
Zaaknummer
CUR201903451, CUR201903453, CUR201903454, CUR201903460 t/m CUR201903462
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslagen grondbelasting en intrekking Grondbelastingverordening 1908

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 1 maart 2021 uitspraak gedaan over de aanslagen grondbelasting die aan de belanghebbende zijn opgelegd voor de jaren 2008 tot en met 2013. De belanghebbende, wonende te Curaçao, had op 7 december 2018 aanslagen ontvangen, maar de Grondbelastingverordening 1908 was op 1 januari 2014 ingetrokken zonder overgangsrecht. Dit leidde tot de conclusie dat de aanslagen niet meer rechtsgeldig waren, aangezien de verordening niet meer van toepassing was op het moment van opleggen van de aanslagen. De rechtbank oordeelde dat de aanslagen grondbelasting voor de jaren 2008 tot en met 2013 vernietigd moesten worden.

De procesgang begon met het indienen van bezwaar door de belanghebbende op 16 januari 2019, waarna de Inspecteur de aanslagen op 23 juli 2019 handhaafde. De belanghebbende ging in beroep tegen deze uitspraken, maar de Inspecteur vernietigde op 20 januari 2021 de aanslag voor 2008. De zitting vond plaats op 21 januari 2021, waarbij de belanghebbende werd vertegenwoordigd door zijn zus en de Inspecteur door een gemachtigde. Vanwege coronamaatregelen werd de zitting via videoverbinding geleid.

Het Gerecht verklaarde het beroep inzake de aanslag grondbelasting 2008 niet-ontvankelijk, omdat de aanslag inmiddels was vernietigd. Voor de aanslagen 2009 tot en met 2013 oordeelde het Gerecht dat de bezwaren van de belanghebbende gegrond waren, en vernietigde de uitspraken op bezwaar en de aanslagen. De Inspecteur werd opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. S.C.M.J. Bucx.

Uitspraak

Uitspraak van 1 maart 2021
BBZ nrs. CUR201903451, CUR201903453, CUR201903454, CUR201903460 t/m CUR201903462
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak [adres 01] (hierna: de onroerende zaak) met dagtekening 7 december 2018 aanslagen grondbelasting voor de jaren 2008 tot en met 2010 opgelegd naar een waarde van NAf 20.040, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van NAf 69 elk.
1.2
Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak met dagtekening 7 december 2018 aanslagen grondbelasting voor de jaren 2011 tot en met 2013 opgelegd naar een waarde van NAf 323.000, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van NAf 1.114 elk.
1.3
Belanghebbende heeft op 16 januari 2019 bezwaar gemaakt tegen de aanslagen.
1.4
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 23 juli 2019 de aanslagen gehandhaafd.
1.5
Belanghebbende heeft op 19 september 2019 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. Daarvoor is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.6
De Inspecteur heeft op 20 januari 2021 ambtshalve de aanslag grondbelasting 2008 vernietigd.
1.7
De Inspecteur heeft op 20 januari 2021 pleitnota’s ingediend.
1.8
De zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2021 te Willemstad. Belanghebbende is vertegenwoordigd door zijn zus [A]. Namens de Inspecteur is verschenen [B]. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter de zitting geleid via een videoverbinding.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid beroep inzake aanslag grondbelasting 2008

2.1
De Inspecteur heeft hangende deze beroepsprocedure de aanslag grondbelasting 2008 vernietigd. Dit brengt mee dat het beroep inzake deze aanslag niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kan leiden.
2.2
Daarmee komt het belang aan het beroep inzake de aanslag grondbelasting 2008 te ontvallen. Nu belanghebbende geen belang meer heeft bij een uitspraak op dit beroep, dient dit beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ontvankelijkheid bezwaar; eerste jaar van vijfjarig tijdvak
2.3
Ingevolge artikel 28 Landsverordening Grondbelasting (hierna: LGB) kan de belanghebbende slechts in het eerste jaar van het vijfjarige tijdvak (2007 t/m 2011 en 2012 t/m 2013) een bezwaarschrift indienen, alsmede in het jaar waarin op grond van artikel 24 LGB een nieuwe aanslag is vastgesteld door wijzigingen gedurende het voorgaande belastingjaar.
2.4
Blijkens de jurisprudentie moet artikel 28 LGB zodanig worden gelezen dat de belanghebbende slechts in het eerste jaar van het vijfjarige tijdvak kan opkomen tegen de vastgestelde waarde van de onroerende zaak (vgl. RBB 30 januari 2015, ECLI:NL:ORBBACM:2015:7; GEA Aruba 12 december 2018, ECLI:NL:OGEAA:2018:831). In de andere jaren van het vijfjarige tijdvak kan het bezwaar dus geen betrekking hebben op de vastgestelde waarde. In alle jaren van het vijfjarige tijdvak kan wel worden opgekomen tegen andere aspecten betreffende de aanslag grondbelasting, zoals de overschrijding van de aanslagtermijn.
2.5
In het onderhavige geval heeft belanghebbende uitsluitend formele bezwaren aangevoerd, en geen grieven tegen de vastgestelde waarde. De Inspecteur heeft belanghebbende dan ook terecht ontvangen in zijn bezwaren tegen de aanslagen grondbelasting 2009 tot en met 2013.
Intrekking Grondbelastingverordening 1908
2.6
De Grondbelastingverordening 1908 is op 1 januari 2014 ingetrokken, zonder dat was voorzien in enige bepaling van overgangsrecht (PB 2013, no. 54). Daarom moet van onmiddellijke werking van die intrekking worden uitgegaan (vgl. HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:289). Ten tijde van het opleggen van de onderhavige aanslagen grondbelasting (op 7 december 2018), was de Grondbelastingverordening 1908 dus niet meer van toepassing. Dit brengt mee dat op dat moment geen aanslag meer kan worden opgelegd. De aanslagen grondbelasting 2009 tot en met 2013 dienen derhalve te worden vernietigd (vgl. GEA Curaçao 9 februari 2021, ECLI:NL:OGEAC:2021:16).

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

3.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, nu niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
3.2
Wel dient de Inspecteur op grond van artikel 18, lid 5, Landsverordening op het beroep in belastingzaken, het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep inzake de aanslag grondbelasting 2008 niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen inzake de aanslagen grondbelasting 2009 tot en met 2013 gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de aanslagen grondbelasting 2009 tot en met 2013;
vernietigt de aanslagen grondbelasting 2009 tot en met 2013; en
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 1 maart 2021, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500