In deze zaak is de waarde van een hotelresort in geschil, specifiek met betrekking tot de grondbelasting. De Inspecteur heeft een waarde van Afl. 400 miljoen vastgesteld, terwijl de belanghebbende een waarde van Afl. 238 miljoen bepleit. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 12 december 2018 geoordeeld dat de Inspecteur niet in zijn bewijslast is geslaagd om de vastgestelde waarde te onderbouwen, aangezien deze waarde is getaxeerd op basis van een volledig operationeel hotel, terwijl de waarde in onbewoonde staat moet worden vastgesteld. De belanghebbende is er ook niet in geslaagd om haar bepleite waarde aannemelijk te maken. Uiteindelijk heeft het Gerecht de waarde in goede justitie vastgesteld op Afl. 275 miljoen. De aanslag grondbelasting voor 2014 is verminderd tot Afl. 1.099.760, en de Inspecteur is verplicht om de aanslagen voor de jaren 2015 en 2016 dienovereenkomstig te verlagen. Het Gerecht heeft ook proceskostenvergoeding toegekend aan de belanghebbende.