ECLI:NL:OGEAC:2019:297

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 december 2019
Publicatiedatum
8 januari 2020
Zaaknummer
CUR201803421
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compromis over overdrachtsbelasting en terugbetaling griffierecht

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 20 december 2019 uitspraak gedaan in een belastingzaak betreffende de heffing van overdrachtsbelasting. De belanghebbende, een inwoner van Curaçao, had op 16 maart 2017 een bedrag van NAf 6.522 aan overdrachtsbelasting voldaan voor de verkrijging van een stuk grond. Na bezwaar en beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar, vond de zitting plaats op 11 december 2019. Tijdens deze zitting zijn partijen tot een compromis gekomen over de verschuldigde overdrachtsbelasting. Het compromis hield in dat de belanghebbende een bedrag van NAf 2.174 aan overdrachtsbelasting verschuldigd was, terwijl de Inspecteur een bedrag van NAf 4.348 aan de belanghebbende diende terug te betalen. Het Gerecht oordeelde dat het beroep gegrond was en gelastte de Inspecteur om het teveel betaalde griffierecht van NAf 100 aan de belanghebbende terug te betalen, aangezien de griffier ten onrechte NAf 150 in rekening had gebracht in plaats van het juiste bedrag van NAf 50. De uitspraak benadrukt dat het compromis enkel betrekking heeft op de overdrachtsbelasting en geen invloed heeft op andere heffingen. De rechter, mr. dr. A.J.H. van Suilen, heeft de beslissing genomen en de griffier M.M.M. Faro MSc. was aanwezig tijdens de uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 20 december 2019
BBZ nr. CUR201803421
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
X, wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend te Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Belanghebbende heeft op 16 maart 2017 ter zake van de verkrijging van een stuk grond te Y z/n op aangifte een bedrag aan overdrachtsbelasting voldaan van NAf 6.522.
1.2
Belanghebbende heeft op 29 maart 2017 bezwaar gemaakt tegen dit op aangifte voldane bedrag.
1.3
Belanghebbende heeft op 15 oktober 2018 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.
1.4
De zitting heeft plaatsgevonden op 11 december 2019 te Willemstad. Belanghebbende is verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen mr. A. Belanghebbende heeft ter zitting met instemming van de Inspecteur nadere stukken ingebracht. De Inspecteur heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en ingebracht.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Partijen zijn ter zitting bij wijze van compromis het volgende overeengekomen:
- Belanghebbende is ter zake van de verkrijging van het stuk grond een bedrag aan overdrachtsbelasting verschuldigd van NAf 2.174 (4% van 5.435 m2 x NAf 10);
- De Inspecteur betaalt aan belanghebbende een bedrag aan overdrachtsbelasting terug van NAf 4.348;
- De betekenis van dit compromis strekt niet verder dan de in geschil zijnde heffing van overdrachtsbelasting en heeft derhalve geen betekenis voor andere heffingen.
2.2
Het Gerecht zal dienovereenkomstig beslissen. Dit betekent dat het beroep gegrond is.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

3.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, nu niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Zo heeft belanghebbende zelf het beroepschrift geschreven en ingediend. Van door een derde beroepsmatig verleende bijstand is dus geen sprake.
3.2.
Wel dient de Inspecteur op grond van artikel 18, lid 5, Landsverordening op het beroep in belastingzaken, het griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.
3.3
Door de griffier is ten onrechte NAf 150 in plaats van NAf 50 griffierecht in rekening gebracht. Het Gerecht zal daarom de griffier het teveel betaalde griffierecht van NAf 100 laten terugbetalen.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
 verklaart het beroep gegrond;
 gelast dat de Inspecteur een bedrag van NAf 4.348 aan overdrachtsbelasting terugbetaalt aan belanghebbende;
 draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht voor een bedrag van NAf 50 te vergoeden; en
 verstaat dat de griffier het teveel betaalde griffierecht van NAf 100 aan belanghebbende terugbetaalt.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 20 december 2019, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen twee maanden na de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
-natuurlijke personen: NAf 200
-personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500