ECLI:NL:OGEAC:2020:148

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
14 mei 2020
Publicatiedatum
2 juni 2020
Zaaknummer
CUR201902263
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. dr. A.J.H. van Suilen
  • N.N. Noël van der Biezen BSc
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking beroep en vergoeding griffierecht in belastingzaak

In deze zaak heeft belanghebbende, wonende te Curaçao, een beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting van NAf 520, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. Na bezwaar door belanghebbende, heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld en griffierecht betaald van NAf 150. Op 14 februari 2020 heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag vernietigd, waarna belanghebbende op 19 februari 2020 het beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van het griffierecht.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft geoordeeld dat de intrekking van het beroep gegrond is, omdat de Inspecteur aan het bezwaar van belanghebbende is tegemoetgekomen. Volgens de Landsverordening beroep in belastingzaken (LBB) heeft belanghebbende recht op vergoeding van het griffierecht, omdat de Inspecteur de naheffingsaanslag heeft vernietigd. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de griffier ten onrechte een hoger griffierecht van NAf 150 in rekening heeft gebracht, terwijl dit NAf 50 had moeten zijn. Het Gerecht heeft daarom besloten dat de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende moet vergoeden en dat de griffier het teveel betaalde griffierecht van NAf 100 moet terugbetalen.

De uitspraak is gedaan op 14 mei 2020 door mr. dr. A.J.H. van Suilen, in aanwezigheid van de griffier N.N. Noël van der Biezen BSc. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen twee maanden verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 14 mei 2020
BBZ nr. CUR201902263
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is met dagtekening 29 november 2018 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak augustus 2018 opgelegd van NAf 520.
1.2
Belanghebbende heeft op 7 januari 2019 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 26 april 2019 de naheffingsaanslag gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 25 juni 2019 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.
1.5
Partijen zijn op 22 januari 2020 uitgenodigd voor de zitting op 27 februari 2020.
1.6
De Inspecteur heeft op 14 februari 2020 de naheffingsaanslag vernietigd.
1.7
Belanghebbende heeft bij e-mailbericht van 19 februari 2020 het beroep ingetrokken. Tegelijk met deze intrekking is verzocht om een vergoeding van het betaalde griffierecht.
1.8
De griffier heeft op 20 februari 2020 de Inspecteur in de gelegenheid gesteld om binnen twee maanden te reageren op het verzoek van belanghebbende om vergoeding van het griffierecht. De Inspecteur heeft niet gereageerd.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 7a, letter d, Landsverordening beroep in belastingzaken (hierna: LBB) kan het Gerecht, totdat partijen zijn uitgenodigd voor de behandeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk gegrond is. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.
2.2
Belanghebbende heeft het beroep ingetrokken omdat de Inspecteur aan haar bezwaar is tegemoetgekomen. Tegelijk met de intrekking heeft belanghebbende verzocht om vergoeding van het griffierecht.
2.3
In artikel 15, lid 3, LBB is bepaald dat in geval van intrekking van het beroep, omdat de Inspecteur geheel of gedeeltelijk aan de belanghebbende is tegemoetgekomen, de Inspecteur op verzoek van de belanghebbende bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 15, lid 1, LBB in de kosten kan worden veroordeeld. Dit betreft de proceskosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. In dit geval heeft belanghebbende echter niet verzocht om vergoeding van de proceskosten, maar slechts om vergoeding van het betaalde griffierecht.
2.4
In artikel 18, lid 5, LBB is bepaald dat, indien het Gerecht het beroep geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, de uitspraak tevens inhoudt dat de Inspecteur het griffierecht aan belanghebbende vergoedt. In dit geval is het beroep ingetrokken omdat de Inspecteur is tegemoetgekomen aan belanghebbende. Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat ook dan de Inspecteur het betaalde griffierecht aan belanghebbende vergoedt (vgl. GEA Curaçao 1 november 2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:310).
2.5
Door de griffier is ten onrechte NAf 150 in plaats van NAf 50 griffierecht in rekening gebracht. Het Gerecht zal daarom de griffier het teveel betaalde griffierecht van NAf 100 laten terugbetalen (vgl. GEA Curaçao 20 december 2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:297).
2.6
Gelet op het vorenstaande is het beroep kennelijk gegrond.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
 verklaart het beroep kennelijk gegrond;
 wijst het verzoek tot vergoeding van griffierecht toe;
 draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden; en
 verstaat dat de griffier het teveel betaalde griffierecht van NAf 100 aan belanghebbende terugbetaalt.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 14 mei 2020, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
VERZET
Tegen deze onmiddellijke uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
Is het Gerecht van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt deze uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.
U wordt verzocht bij het indienen van het verzetschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het verzetschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het verzetschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het verzet).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende verzetschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gerecht in eerste aanleg:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het doen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.