Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 16 maart 2020 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, wonende te Curaçao, in beroep was gekomen tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen, betrof een bedrag van NAf 500 en was gedateerd op 19 september 2018. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag bij uitspraak op bezwaar op 26 april 2019. Hierna heeft de belanghebbende op 9 mei 2019 beroep ingesteld, waarvoor een griffierecht van NAf 150 was betaald.
Tijdens de beroepsprocedure heeft de Inspecteur op 19 februari 2020 de naheffingsaanslag ambtshalve vernietigd. Dit leidde ertoe dat het belang aan de beroepsprocedure kwam te ontvallen, aangezien de belanghebbende geen belang meer had bij een uitspraak op het beroep. Het Gerecht heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is bepaald dat de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende diende te vergoeden, omdat de griffier ten onrechte NAf 150 in rekening had gebracht in plaats van NAf 50.
De uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van beroep in belastingzaken en de gevolgen van het ambtshalve vernietigen van een naheffingsaanslag door de Inspecteur. De rechter, mr. dr. A.J.H. van Suilen, heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.